Recensie 'De Indische Doofpot' Maurice Swirc

In deze studie staat de vraag centraal waarom Nederlandse oorlogsmisdaden in Indonesië nooit zijn vervolgd. Het boek is geschreven vanuit een historisch-juridische invalshoek.
Volgens de auteur is er sprake van een vrij heldere werkelijkheid, namelijk dat in 1971 om politieke redenen is besloten om Indische oorlogsmisdaden – in tegenstelling tot andere oorlogsmisdaden – te laten verjaren en er zo voor te zorgen dat die misdaden nooit meer vervolgd kunnen worden. Het is precies deze houding van het landsbestuur tegenover de eigen misdrijven waar dit boek zich op heeft gericht. De vraag is waarom Nederlandse autoriteiten er decennialang zo op gespitst waren om de zogenaamde Indische oorlogsmisdrijven toe te dekken. Er lijkt volgens de auteur een onmiskenbaar verband te zijn met het eigen zelfbeeld, waarin het plegen van oorlogsmisdaden niet past. De auteur stelt daarbij de volgende vraag: ‘Als je als land niet bereid of in staat bent de eigen misdaden te erkennen, hoe kun je je dan opwerpen als een verdediger van mensenrechten, al jaren mede de basis van het buitenlands beleid van Nederland? Op deze vragen stelt de auteur is nadere reflectie nodig, omdat ze op fundamentele wijze raken aan het interne en externe functioneren van Nederland als democratische rechtsstaat.