We hebben 110 gasten online

Deel 1 De geschiedenis van Nederland. Van de late Middeleeuwen tot 1576

Gepost in Blog

In tegenstelling tot andere inwoners van landen weten eigenlijk de Nederlanders weinig over het ontstaan van Nederland. Meestal weet men wel van Willem van Oranje, door het volkslied, en dat hij werd vermoord. Maar hoe uiteindelijk ons land in de huidige vorm ontstaan is weet men niet vaak. Vandaar dat een reeks over de geschiedenis van Nederland bedoeld is om enige kennis ter zake bij te brengen.

 

 

Over welk gebied gaat het dan eigenlijk? En wie hadden het er voor het zeggen?  

De Nederlanden' was een verzameling van verschillende staatjes of gewesten die vanaf 1400 onder het gezag waren gekomen van de hertogen van Bourgondië. Het grondgebied van de Bourgondische staat breidde zich in de loop van de Middeleeuwen uit. De Bourgondische hertogen wisten door veroveringsoorlogen, maar ook met het sluiten van huwelijken hun grondgebied steeds verder te vergroten.

De Habsburgse Nederlanden: eenheid of verscheidenheid?

 

u  In de Middeleeuwen hoorden de Nederlanden nog tot het gebied van de Bourgondische vorsten. Ze waren ongeveer zo groot als de huidige Benelux en bestonden uit verschillende zelfstandige gebieden, zoals Holland, Zeeland, Brabant, Luxemburg en Vlaanderen. 

u  In de late Middeleeuwen probeerden de hertogen van Bourgondië hun macht te vergroten door de volgende maatregelen:

Maatregelen om de macht van de Bourgondische vorsten te vergroten:

u  De macht van de adel in te dammen;

u  Ze slaagden erin enkele staten te verenigen, ook al behield elk gewest zijn eigen wetten, belastingen en rechtspraak;

u  Ze riepen de Staten-Generaal in het leven. Hiermee kreeg de vorst de kans om met de Nederlandse gewesten gezamenlijke afspraken te maken over de inning van belastingen.

u  Toen Filips de Goede overleed, werd hij opgevolgd door zijn zoon Karel de Stoute (1467-1477). Deze wilde de Elzas en Lotharingen veroveren en zo zijn erflanden tot een aaneengesloten gebied maken.

u  Bij de dood van Karel de Stoute gingen de Bourgondische Nederlanden, in 1477 over op de dochter van Karel, Maria, als diens erfgenaam. Door haar huwelijk in 1477 met Maximiliaan van Oostenrijk werden de Nederlanden deel van het Habsburgse Rijk. Hun zoon Filips de Schone zou de vader worden van Karel V die als keizer van het Heilige Roomse Rijk ervoor zorgde dat de macht van de Habsburgers in Europa zou toenemen. Zo ontstond, door huwelijken, en door middel van betalingen aan Duitse keurvorsten (zij mochten de Duitse keizer kiezen) en door erfenissen, een rijk dat zich uitstrekte over de hele wereld. Want niet alleen in Europa maar inmiddels ook in de Nieuwe Wereld had men bezittingen. Na de ontdekking door Columbus hadden Spaans veroveraars de koloniën Peru en Nieuw Spanje gesticht. Een rijk waar de zon ‘dus nooit onderging'.

u  De Habsburgers zetten het streven van de Bourgondiërs voort, door de verovering van Overijssel, Gelre, Groningen en Friesland. Uiteindelijk lukte het Karel V om het gezag te verkrijgen over zeventien gewesten. Brussel werd de Hoofdstad. 

 Geen eenheid

u  De gewesten hadden één persoon die het oppergezag had, de soeverein, maar daarbij hield de eenheid op. Ieder gewest had nog altijd zijn eigen rechtspraak, eigen munten en zijn eigen bestuur. Deze voorrechten of privileges stamden nog uit de middeleeuwen en geen gewest wilde die afstaan. Het particularisme, de zelfstandigheid van de gewesten en de steden, bleef gehandhaafd

u  Karel V wilde een modern vorst zijn en het werd tijd dat er meer eenheid kwam en dat alle landsdelen geregeerd werden vanuit één centrum, het koninklijke hof in Brussel. Centralisatie van bestuur dus. Dat zou ook voordelen opleveren tegen de eeuwige vijand: Frankrijk.

Vanaf 1531 nam Karel V een aantal maatregelen:

u   Hij benoemde zijn zus tot landvoogdes van de Nederlanden;

u  Onder de landvoogdes kwamen de stadhouders te staan. Zij waren de plaatsvervangers van Karel V in een gewest.

u  Maar het hoogste gezag kwam niet bij hen te liggen maar bij drie centrale instellingen die door Karel V werden opgericht:

  a) De Raad van State: dit was de belangrijkste van de drie en gaf advies over ‘belangrijke zaken als de regering, de veiligheid en de verdediging van de lage landen’.

b) De Raad van Financiën beheerde de landgoederen van Karel en voerde het financiële beleid uit, met als belangrijkste de belastingen.

3c) De Geheime Raad. Deze hield zich bezig met de uitvoering van de centralisatieplannen. Deze raad vergaderde dagelijks over centrale wetten, het verlenen van privileges en de controle op gewestelijke en stedelijke instellingen.

u  De koning werd altijd geholpen door de adel, die daarvoor erfelijke privileges verwierf. Karel V maakt daar een einde aan door burgers in dienst te nemen met een universitaire opleiding. De hoge adel verloor steeds meer terrein aan geschoolde juristen. Zo kwam de rechtspraak in handen van juristen, waardoor de adel aanzien en inkomsten verloor.

u  Die juristen waren: beter opgeleid;  waren trouwer omdat ze een loon kregen; bij ongehoorzaamheid konden ze worden ontslagen.

u  Sommige ambtenaren kregen echter veel invloed met als bekendste voorbeeld Granvelle. Deze kardinaal werd als ambtenaar niet alleen lid van de Raad van State, maar ook van de Geheime Raad.

u  Door al deze maatregelen voelden de zeventien gewesten zich bedreigd. Hun zelfbeschikking en zelfstandigheid begon langzaam af te brokkelen.

u  Ook steden kwamen in verzet. Dat leidde in Gent tot een lokale rebellie en Karel V reisde naar Gent om het verzet te breken. Op 29 maart 1540 luidde het keizerlijke vonnis dat de bevolking van Gent gedegradeerd werd tot een tweederangs provinciestad wegens muiterij en majesteitsschennis. De belangrijkste aanstichters werden veroordeeld tot de galg en hun lichamen aan het rad gehangen en hun hoofden op palen gespietst. 

Rijk van Karel V in 1550

  In 1548 werd besloten dat de Nederlandse gewesten een ondeelbare bestuurlijke eenheid moesten blijven vormen. Men noemde deze eenheid de Bourgondische Kreits. Karel de V was een machtig vorst. Hij was:

u  Heer van de Nederlandse gewesten;

u  Keizer van het Duitse Rijk;

u  Koning van Italië en Spanje

u  Koning over de ontdekte gebieden in Midden- en Zuid Amerika.

Centralisatiepolitiek

u  De Bourgondische hertogen waren aan het eind van de Middeleeuwen begonnen met het verkleinen van de voorrechten van de gewesten en het vergroten van de centrale macht van de vorst. De besluiten die centraal genomen werden, moesten gelden voor iedereen in het rijk.

u  Deze centralisatiepolitiek van de Bourgondische hertogen bleek uit de instelling van de Staten-Generaal in 1464. Alle gewesten moesten afgevaardigden sturen naar deze vergadering. Er werd beslist over nieuwe beleidsmaatregelen en om goedkeuring te vragen over het heffen van belastingen. Toen de Habsburgers aan de macht kwamen bleven ze gebruik maken van de Staten-Generaal.

u  De centralisatiepolitiek in de Nederlanden zou de Habsburgers uiteindelijk grote problemen opleveren. Steeds vaker gaven de Staten-Generaal geen toestemming aan de landsheer voor het innen van nog meer belasting. Dat geld werd door de vorst gebruikt voor bijvoorbeeld het voeren van oorlogen, waar het gewest zelf geen direct voordeel van had. Daarbij kwam nog dat de politieke macht van de adel afnam doordat de vorsten zich lieten adviseren door raadgevers.

Opkomst Protestantisme

Karel V streefde ook naar handhaving katholieke geloof

u  Dat kwam door de Reformatie, de hervorming van Maarten Luther. Hij keerde zich tegen de geestelijken, die een rijk leven leidden en de aflatenhandel waarmee de kerk veel geld verdiende. Luther wilde de kerk hervormen, maar de paus deed hem in de kerkelijke ban. Zo ontstond een kerkscheuring en ontstonden twee christelijke religies: het katholicisme en het protestantisme.

u  Het ontstaan van een nieuwe religie strookte niet met de visie van Karel V op een volledig gecentraliseerd bestuur. Één land, één godsdienst; zo luidde zijn standpunt en iedereen die dit in de weg stond, was een ketter en moest hard worden gestraft. De inquisitie, de kerkelijke rechtbank, kreeg het druk. In 1523 rookte in Brussel de brandstapel voor de eerste keer en in de jaren die volgden, zouden de levens van veel protestantse gelovigen in de vlammen eindigen.

Vervolging protestanten

u  De terechtstellingen waren openbaar. Vaak werd een terdoodveroordeelde eerst gewurgd en daarna pas verbrand: het vuur moest het slachtoffer reinigen van zijn zonden. De terechtstellingen wekten weerstand, ook onder de katholieken, die vonden dat de kerkelijke rechtbanken te ver gingen. Deze katholieken behoorden tot de gematigde katholieke middengroep in de samenleving. Zij hadden wel kritiek op de kerk van Rome, maar wilden die niet verlaten.

u  Na 1520 zouden volgelingen van Johannes Calvijn een strengere protestantse stroming in de Nederlanden verspreiden. Terwijl het lutheranisme zich grotendeels beperkte tot de Duitse gebieden, vond het calvinisme juist in de Lage Landen veel aanhang.

u  Zie afbeelding aantallen protestanten die tussen 1559 en 1566 op de brandstapel terecht kwamen in de Zuidelijke Nederlanden.

Kritiek op opvolger Karel V, Filips II nam toe

Landvoogdes Margaretha van Parma bestuurd uit naam van Filips II de Nederlanden.

 Onvrede nam toe

u  Steeds meer weerstand tegen de kettervervolgingen.

u  Stadhouder Willem van Oranje verzoekt Filips II in 1564 de individuele gewetensvrijheid te respecteren.

u  Filips II wil daar echter niets van weten.

 

Verbond der edelen en smeekschrift

u  Een groep protestantse en katholieke edelen besloot tot de oprichting van een Verbond der edelen.

u  Men wilde eerst op vreedzame wijze, onder invloed van Willem van Oranje, aandacht vragen voor hun standpunt. Het verbond der Edelen besloot daarom in 1566 een Smeekschrift aan Margaretha van Parma aan te bieden, waarin men vroeg om verzachting van de kettervervolgingen. Margaretha van Parma kwam door het Smeekschrift in een moeilijke positie terecht. Ze beperkte zich tot vage beloften die felle calvinisten zagen als een afschaffing van de vervolgingen. Protestanten keerden terug uit het buitenland en stadsbesturen stonden hagepreken (preken in het open veld door calvinistische dominees) toe.

Ontstaan Beeldenstorm

u  Op 10 augustus 1566 barstte de bom in het Vlaamse stadje Steenvoorde. De Beeldenstorm trok van daaruit door de Nederlanden.

u  Het lukte Margaretha van Parma uiteindelijk om de Beeldenstorm met de hulp van de stadhouders neer te slaan. Zij eiste echter wel een nieuwe eed van trouw van de stadhouders. Willem van Oranje weigerde deze eed af te leggen en vertrok naar Dillenburg in Duitsland om daar de reactie van Filips II af te wachten.

u  Filips II had al eerder gekozen voor de harde lijn en na kennisneming van Margaretha's reactie besloot hij een nieuwe landvoogd naar de Nederlanden te sturen, om orde op zaken te stellen: Alva. Deze arriveerde op 26 augustus 1567 in Brussel.

Hoe was deze uitbarsting van geweld te verklaren?

u  Natuurlijk waren er godsdienstige motieven. Bij de calvinisten was een krachtige afkeer van de katholieke heiligen- en beeldenverering en een felle haat tegen de katholieke geestelijkheid ontstaan. Een haat, die voortdurend aangewakkerd werd door de onbarmhartige kettervervolging, waardoor niemand, die ook maar enige sympathie voelde voor de hervormingsbeweging, zich veilig kon voelen. Haat en angst kunnen makkelijk overslaan in geweld.

u  Daar kwam dan nog een maatschappelijk element bij. In de Nederlanden heerste een economische crisis. De handel en de textielnijverheid hadden ernstig te lijden van allerlei maatregelen die Engeland had genomen om de eigen economie te beschermen. De graaninvoer uit de Oostzeelanden was gestaakt nadat Denemarken, dat in oorlog was met Zweden, de Sont had gesloten. De graanprijzen stegen, in sommige streken in de Nederlanden ontstond hongersnood, de werkloosheid was groot. De armen voelden zich in de steek gelaten door de kerk en de rijke burgerij. Dat hun wanhoop zich ontlaadde in een uitbarsting van razernij is niet zo onbegrijpelijk.

 

u  En tenslotte speelde ook de politiek bij de beeldenstorm een rol. De katholieke kerk stond aan de zijde van de Spaanse overheersers, die de adel wilden beroven van zijn privileges en zijn macht. Sommige edelen hebben dan ook aan de beeldenstorm meegedaan niet zo zeer door zelf vernielingen in kerken en kloosters aan te richten, maar door anderen voor dit werk te betalen. Daarbij ging het doorgaans rustiger toe dan bij de spontane haatuitbarstingen, die in de eerste weken na 10 augustus plaatsvonden. Alles wat vervoerd kon worden werd niet stuk geslagen, maar uit de kerken gehaald en door de overheid opgeborgen.

De komst van Alva naar de Nederlanden

u  Filips en hij waren het er, na de Beeldenstorm van 1566, volkomen over eens dat de opstand in de Nederlanden met onbarmhartig geweld moest worden onderdrukt. De protestanten waren in hun ogen immers dienaren van de duivel en moesten worden uitgeroeid. Bovendien moesten de Nederlanders worden bijgebracht dat zij het gezag van de Spaanse koning onvoorwaardelijk dienden te erkennen en dat van enige inspraak in het bestuur geen sprake meer was. Wie zich verzette tegen de wil van Filips moest dit met de dood bekopen.

u  Toen bekend werd dat Filips de hertog van Alva met een sterk leger naar de Nederlanden had gestuurd, vonden veel katholieke edelen het raadzaam het verzet te staken en te doen wat Margaretha van hen eiste: opnieuw trouw zweren aan de koning.

Weigering van Willem van Oranje zijn eed te hernieuwen

u  Willem weigerde zijn eed van trouw te hernieuwen. Hij zag in, dat gewapend verzet tegen de te verwachten tirannie van Alva onvermijdelijk was en besloot uit te wijken naar Dillenburg om daar dat verzet voor te bereiden. Na zijn vertrek werden al zijn bezittingen in de Nederlanden en ook het prinsdom Oranje verbeurd verklaard. Totaal berooid zat de Prins op zijn stamslot, de linde in Dillenburg waar Willem van Oranje de gezanten ontving, die hem vroegen naar de Republiek te komen.

Uitbreken Opstand

u  Toch moest hij geld bijeen zien te garen om troepen te werven voor de bevrijding van zijn land. De familie ging er mee akkoord dat waardevolle kunstschatten uit het kasteel werden verpand, protestantse Duitse vorsten schonken grote bedragen. Lodewijk van Nassau kon beginnen met het samenstellen van een legertje en in mei 1568 waagde hij het Oost-Friesland vanuit Groningen binnen te vallen.

u  Na eerst bij Heiligerlee een overwinning te hebben behaald - waarbij echter zijn broer Adolf sneuvelde – werden zijn troepen door Alva's leger bij Jemgum aan de Eems vernietigend verslagen. 

u  Enkele maanden later leidde de Prins zelf een tweede inval. Met meer dan 22.000 soldaten trok hij bij Stokkem de Maas over. Hij had gerekend op de steun van de bevolking van Brabant, maar de mensen, die hij wilde bevrijden, ontvingen hem en zijn troepen als ongewenste vreemdelingen. Niettemin slaagde hij er in ver in Brabant door te dringen. Toen hij in de nacht van 19 op 20 oktober echter bij Linsmaal het riviertje de Gete wilde oversteken, werden zijn troepen overvallen door een Spaanse legermacht. Na een fel gevecht was Willem gedwongen terug te trekken naar het zuiden. Dodelijk vermoeid, ziek en hongerig bereikte Willems leger Frankrijk.

Opstand in eerste instantie mislukt

u  In november 1569 was hij terug op Dillenburg. Dit was een dieptepunt in zijn leven. Te velde was hij verslagen, hij werd achtervolgd door schuldeisers, zijn vrouw had hem verlaten, de Brabanders hadden hem als een vijand ontvangen.

u  Maar niet overal in de Nederlanden dacht men zo over de Prins. Naarmate het schrikbewind van Alva ondraaglijker werd, gingen steeds meer mensen de Prins van Oranje zien als de enige man van wie redding uit hun nood te verwachten was.

u  Met de terechtstelling te Brussel van Egmond en Hoorne was een lange reeks doodvonnissen, uitgesproken door de Bloedraad (ingesteld door Parma) uitgevoerd.

Keerpunt in de Opstand: De watergeuzen

u  En in 1572 kwam dan plotseling het keerpunt in de strijd: Den Briel werd op 1 april 1572 onverwacht door de watergeuzen ingenomen en bezet

 

u  Veel steden in Holland en Zeeland kwamen nu openlijk in opstand. De Staten van Holland en Zeeland benoemden de Prins weer tot stadhouder, ook al had Filips daar in 1567 een koningsgezinde stadhouder aangesteld. Oranje durfde nu weer een inval in Brabant te wagen, vooral ook omdat de Hugenotenleider Caspar de Coligny had beloofd hem te hulp te komen door met zijn troepen uit het zuiden de Nederlanden binnen te dringen. Maar die steun bleef uit, doordat De Coligny en duizenden andere Franse protestanten in de Bartholomeusnacht werden vermoord.

Gunstige ontwikkeling Staats gebied

u  Veel steden in Holland en Zeeland kwamen nu openlijk in opstand. De Staten van Holland en Zeeland benoemden de Prins weer tot stadhouder, ook al had Filips daar in 1567 een koningsgezinde stadhouder aangesteld. Oranje durfde nu weer een inval in Brabant te wagen, vooral ook omdat de Hugenotenleider Caspar de Coligny had beloofd hem te hulp te komen door met zijn troepen uit het zuiden de Nederlanden binnen te dringen. Maar die steun bleef uit, doordat De Coligny en duizenden andere Franse protestanten in de Bartholomeusnacht werden vermoord.

u  Willem van Oranje moest nu de steun van de Hugenoten ontberen en zijn veldtocht in Brabant mislukte.

u  Bovendien kreeg de Prins weer te kampen met geldnood en muiterij. Zonder iets te hebben bereikt moest hij terugtrekken.

 

Terreur van Alva neemt steeds meer toe

u  In de noordelijke Nederlanden nam de terreur van Alva steeds meer toe. De stad Zutphen liet hij uitmoorden. In Naarden werden de burgers de kerk in gejaagd en gedood. Spaanse troepen begonnen nu opstandige steden te belegeren. Haarlem moest na dappere tegenstand in juli 1573 voor de Spanjaarden capituleren, waarna 2500 soldaten en burgers om het leven werden gebracht. Maar op de Zuiderzee behaalden de watergeuzen een overwinning op de Spaanse vloot en bij Alkmaar werden de Spaanse belegeraars door het water gedwongen zich terug te trekken. Van Alkmaar begon de victorie.

 

u  De „IJzeren Hertog" werd eind 1573 teruggeroepen en als landvoogd vervangen door Lodewijk van Requesens.

 

Ontwikkelingen 1574-1575

 

u  Hij kwam in een land, waar als gevolg van Alva's tirannie, overal de haat tegen de Spanjaarden duidelijk voelbaar was, zelfs in gewesten die in naam nog koningsgetrouw waren. De Prins wilde van deze steeds meer groeiende opstandigheid gebruik maken door weer een veldtocht te ondernemen. Zijn broer Lodewijk had in Duitsland met geldelijke steun van Franse protestanten opnieuw een leger gevormd. In het voorjaar van 1574 deed hij een inval in Limburg maar werd op de Mokerheide verpletterend verslagen. Twee broers verloor de Prins in deze slag: Lodewijk, zijn dappere legeraanvoerder, en Hendrik.

Dood landvoogd Requeséns in 1575 en 'Spaanse furie'

u  Landvoogd Requesens was in grote financiële moeilijkheden gekomen. De schatkist van de Spaanse koning was, als gevolg van oorlogen die hij op andere fronten voerde, leeg en Requesens kreeg uit Madrid geen geld meer om zijn troepen te betalen. Toen de landvoogd in 1576 onverwacht stierf, brak een algemene muiterij uit in het Spaanse leger in de Nederlanden.

u  De in de Nederlanden gelegerde Spaanse regimenten (daartoe behoorden ook Duitse en Italiaanse huursoldaten) hadden al jarenlang geen soldij ontvangen toen in de zomer van 1576 onder hen een hevige muiterij uitbrak. Vele steden en dorpen werden geplunderd. In Antwerpen lag in de citadel een sterk Spaans garnizoen. In de stad lagen troepen van de Staten-Generaal die tot taak hadden de muiterij te onderdrukken.

u  Tijdens deze „Spaanse furie" werden veel dorpen en steden geplunderd en burgers vermoord. Antwerpen, de rijke koopmansstad aan de Schelde, werd zelfs voor een groot deel door brand verwoest. Als gevolg van de Spaanse furie ging een vurige wens van de Prins in vervulling: de katholieke, regeringsgetrouwe zuidelijke gewesten zochten toenadering tot de opstandige, calvinistische gewesten in het noorden om gezamenlijk het Spaanse leger uit de Nederlanden te verdrijven. Zo kon de Pacificatie (vrede) van Gent tot stand komen.

 

Dit is het einde van deel 1. Zie verder deel 2

Deel 2 De geschiedenis van Nederland van 1576 tot 1648