Deel 3 De geschiedenis van Nederland 1648-1795

Ons land was een republiek tussen koninkrijken en alle geesten waren autonoom. Alleen voor defensie en economische zaken werden afspraken gemaakt in de Staten-Generaal waar afgevaardigden van de gewesten en de steden in Den Haag in de Ridderzaal voor bij elkaar kwamen. Economisch bleef het voorspoedig gaan, alleen niet zo goed als in de Gouden Eeuw. Na twee stadhouderloze tijdperken leek het er op dat de Oranjes het stadhouderschap als erfelijk gingen zien. De beweging van de Patriotten spraken voor het eerst over 'het volk van Nederland'. Na de mislukte revolutie waren het de Fransen die in 1795 hun revolutionaire ideeën ook in de Republiek zouden gaan toepassen.
De Republiek in 1648
De Habsburgers waren de grote verliezers:
u Ze moesten de onafhankelijkheid van de Republiek formeel erkennen;
u Ze verloren grotendeels hun zeggenschap over de Duitse keurvorsten;
u De centralisatieplannen waren in de Duitse gebieden waren op niets uitgelopen waardoor Duitsland tot ver in de negentiende eeuw het uiterlijk had van een lappendeken.
u Naast de Republiek was ook Frankrijk de grote winnaar. Het werd de machtigste staat op het continent en bleef dat tot in de negentiende eeuw. Lodewijk XIV verwierf in 1648 Elzas-Lotharingen.
Ontwikkelingen na 1648 in de Republiek
u Een tegenstelling die na 1648 scherper werd, was die tussen Holland en de andere gewesten. Onderwerp bezuinigingen op defensie nu de oorlog voorbij was. Holland had ongeveer 89% van de oorlogslasten gedragen. Alleen al de schuldenlast vereiste een rente van 7 miljoen gulden per jaar.
u De oproep van de regenten van het gewest Holland werd ingewilligd en het landleger werd teruggebracht van 53.000 tot 30.000 man. Ook de oorlogsvloot werd verkleind. De opvolger van Frederik Hendrik, stadhouder prins Willem II moest niets hebben van de bezuinigingen.
u Een soeverein koningschap leek prins Willem II de beste oplossing voor de onenigheid en hij begon een staatsgreep voor te bereiden. Hij liet de machtigste regenten gevangen zetten in slot Loewestein. Maar de staatsgreep mislukte. Zijn troepen verdwaalden op weg naar Amsterdam. Zelf kreeg Willem II de pokken, in het najaar van 1650, en overleed op 24-jarige leeftijd.
u De regenten belegden een speciale vergadering van de Staten -Generaal en besloten zonder stadhouder verder te gaan. Het Eerste Stadhouderloze Tijdperk (1650-1672) was een feit.
Strijd tussen Staatsgezinden en Prinsgezinden
Eerste Stadhouderloze Tijdperk
Johan de Wit
u De Staatsgezinden (de regenten)verzetten zich tegen de koninklijke aspiraties van de prins.
u De aanhang van de Prinsgezinden waren vooral te vinden onder de adel, de ambachtslieden en het gewone volk.
u De regenten richten zich vooral op Frankrijk en de Prinsgezinden op Engeland.
u De Prinsgezinden waren voor een sterk landleger en de staatsgezinden voor een sterke vloot.
u De Prins- en Staatsgezinden waren geen partijen, maar facties met steeds wisselende aanhang
u In het nu ontstane Stadhouderloze Tijdperk was de belangrijkste functie in de Republiek die van Raadspensionaris. Johan de Witt vervulde die functie.
u Johan de Witt werd in feite regeringsleider, hoewel hij formeel altijd dienaar bleef van de Gewestelijke Staten van Holland. Het particularisme bleek in de praktijk niet tot onbestuurbaarheid te leiden en er ontstond een bestuurssysteem dat tot ver in de achttiende eeuw bleef bestaan.
u De Republiek was geen democratie, want het bestuurssysteem was een gesloten bolwerk. De regenten kozen nieuwe bestuurders uit hun midden. Corruptie en nepotisme - vriendjespolitiek - waren vanzelfsprekend.
Het rampjaar 1672
u De verdeel en heerspolitiek van Johan de Witt leidde in 1668 tot een bondgenootschap met Karel II van Engeland. Maar deze voerde in het diepste geheim al besprekingen met Frankrijk. De Fransen en Engelsen kregen, nadat ze elkaar al bijstand hadden beloofd, ook nog steun van twee Duitse staatjes: Keulen en het bisdom Munster.
u In april 1672 begon een nieuwe Europese oorlog die ten doel had de Republiek te vernietigen. De Engelsen zouden proberen de Hollanders op zee te verslaan, de Fransen zouden proberen vanaf Lobith door te stoten naar Holland, terwijl Keulen en Munster de oostelijke en noordelijke gewesten moesten zien te veroveren.
u Men zocht naar een zondebok en die vond men in de persoon van de Raadspensionaris Johan de Witt. Men verweet hem dat dankzij hem het land geen legerleider had en men verlangde naar ´een sterke man´, die het land zou redden van alle bedreigingen. Men doelde op de zoon van de laatste stadhouder, Willem III.
u De Raadspensionaris werd gevangen genomen in de Haagse gevangenpoort en ook zijn broer, die burgemeester van Dordrecht was, die men vals beschuldigde Willem III te hebben willen vermoorden. Op 20 augustus drong een woedende menigte de Gevangenpoort binnen. De beide broers werden naar buiten gesleept en door het volk gelyncht.
u Willem III werd benoemd tot stadhouder, waardoor een einde was gekomen aan het Eerste Stadhouderloze Tijdperk. Nooit werd bewezen dat Willem III de hand heeft gehad in de moord, maar hij beloonde wel de daders. De gebroeders de Witt waren het slachtoffer van opgefokte haatgevoelens onder een brede laag van het volk. Zij die het geweld hadden kunnen keren lieten dat bewust na.
Waardoor overleefde de Republiek toch het Rampjaar ?
u Michiel de Ruyter wist op zee de Engels-Franse vloot in bedwang te houden.
u De bevelhebbers van Keulen en Munster slaagden er niet in de stad Groningen te veroveren en maakten zoveel ruzie over de schuldvraag, dat verdere samenwerking onmogelijk werd.
u Ook de onwaarschijnlijke Engels-Franse coalitie functioneerde niet optimaal.
u Ten slotte verloor de Franse opmars na de verovering van Utrecht snelheid. Zeeland en Holland staken de dijken door en werden beschermd door de Waterlinie.
Na anderhalf jaar trokken de Fransen zich terug, zonder iets bereikt te hebben. Handel en nijverheid had door de oorlogshandelingen zwaar te verduren en zouden pas in de jaren 1680 herstellen van de opgelopen schade.
De Republiek na 1672
u De Republiek had de aanval van Frankrijk, Engeland, Münster en Keulen in het rampjaar 1672 doorstaan. De Hollandse Waterlinie had de Franse troepen kunnen tegenhouden. Door het optreden van Michiel de Ruyter was een Engelse invasie op de kust van Holland en Zeeland voorkomen.
u De roep om een stadhouder was weer groot. Willem III werd in 1672 door Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland, en Overijssel benoemd tot stadhouder. Hij wist als legeraanvoerder de bezette gebieden weer te bevrijden en de Franse troepen terug te dringen.
u Willem III wilde samen met andere Europese landen (coalitiepolitiek) een sterk blok vormen tegen Lodewijk XIV. Veel regenten waren echter bang dat door de coalitiepolitiek de winstgevende handel in gevaar zou komen.
u In 1688 werd stadhouder Willem III ook koning van Engeland. Willem trouwde met Mary Stuart, de dochter van de Engelse koning Jacobus II. Het geheime plan om Willem III en Mary op de Engelse troon te krijgen lukte in 1688, waarop Lodewijk XIV direct de oorlog verklaarde aan de nieuwe Engelse koning en de stadhouder van de Republiek. Als eerste bezetten de Fransen gebieden in de Zuidelijke Nederlanden.
u In 1702 stierf Willem III en de gewesten besloten om geen nieuwe stadhouder te benoemen. Tijdens dit Tweede Stadhouderloze Tijdperk werd weinig geld geïnvesteerd in de verdediging van het land. De Staten-Generaal waren overtuigd van de voordelen van een neutrale politieke koers en een maritiem verbond met Engeland.
De economische situatie na 1672
u De achteruitgang was relatief. Er was nog wel economische groei, maar deze was minder groot dan die van Engeland en Frankrijk.
Internationale ontwikkelingen in de achttiende eeuw kunnen worden gezien als externe oorzaken voor het relatieve verval van de Republiek: Externe oorzaken waren:
u In Frankrijk en Engeland heerste in de achttiende eeuw interne politieke rust waardoor de bevolking toenam en de economie groeide.
u De Fransen en Engelsen bouwden hun koloniale bezit steeds verder uit. Dat had een gunstige uitwerking op hun economie.
u Engeland en Frankrijk namen steeds meer mercantilistische maatregelen. Engeland de Acte van Navigatie waardoor alleen maar Engelse schepen niet-Europese producten naar Engeland mochten vervoeren. Frankrijk door de invoerrechten te verhogen.
u De nijverheid ondervond in de achttiende eeuw de nadelen van de achteruitgang van het economische gewicht van de Republiek. Als eerste was dit merkbaar in de scheepsbouw en trafieken. Net als in de landbouw was een oorzaak het hoge beloningspijl. Daarnaast steeg de arbeidsproductiviteit nauwelijks.
u Voorbeelden van bedrijfstakken die wel goed bleven functioneren waren: jeneverstokerijen, de papierindustrie, de suikerraffinage en de steenbakkerijen.
De economische situatie in de 18e eeuw
De concurrentie met het buitenland nam sterk toe. Oorzaken waren:
u Veel landen stimuleerden en beschermden hun eigen handel door mercantilistische maatregelen.
u De verschillende oorlogen waarbij de Republiek betrokken was waren niet gunstig voor de goederenhandel.
u Er moesten hoge kosten worden gemaakt om de verzanding van havens en rivieren in de Republiek tegen te gaan.
u De functie van Amsterdam als stapelmarkt werd langzaam minder.
u De omvang van de internationale handel vanuit de Republiek bleef in de achttiende eeuw gelijk aan die van de zeventiende eeuw. Het vervoer over zee kon door technische verbeteringen aan de schepen sneller plaatsvinden. Daarom werden de goederen vaker direct uitgewisseld, zonder tussenkomst van Amsterdam.
u Veel kooplieden gingen zich door het afnemen van de handel steeds meer bezighouden met het bank- en effectenwezen. Er ontstonden in de Hollandse steden 'koopman -bankiershuizen'. Daar vond geld en commissiehandel plaats, maar konden ook verzekeringen worden afgesloten. Daarnaast groeide de handel in aandelen. De VOC was het eerste bedrijf ter wereld dat aandelen uitgaf. De Kapitaalmarkt van Amsterdam groeide zo uit tot het financiële centrum van Europa.
u In Azië was de VOC actief betrokken bij de inter-Aziatische handel. Die zorgde er echter ook voor dat de VOC steeds meer geld moest steken in bestuurlijke en militaire zaken. Hierdoor werden de nettowinsten niet hoger, ondanks de toename van het handelsvolume. Corruptie binnen de VOC verergerde dit alleen maar.
u In 1792 werd de WIC opgeheven omdat de inkomsten te laag werden. De VOC werd in 1795 failliet verklaard en ontbonden.
u Met de visserij ging het in de achttiende eeuw ook niet goed. De haringvisserij bracht minder geld op. De smaak van de Europeanen veranderde waardoor de vraag naar haring afnam. Met de walvisvangst werd nog wel geld verdiend, al schommelden de winsten sterk. Na het midden van de achttiende eeuw werd ook in de kapitaalintensieve walvisvangst geen winst meer gemaakt.
Stadhouder Willem V 1751-1795
De Republiek der zeven Provinciën was geen voorbeeld van een voortvarend bestuur. Het bleef een statenbond van autonome gewesten, die elk hun eigen wetten en regels hadden. De economische voorspoed leek voorbij. Onder het bewind van stadhouder Willem V (1751-1795) nam de kritiek op het bestuur toe:
u Een onbekwaam bestuurder die zich alleen met zijn hobby's bezighield;
u Verzamelde rondom zich een kliek van baantjesjagers en profiteurs;
u De handel verslechterde;
u De Republiek verloor de vierde zeeoorlog tegen Engeland (1780-1784).
u Onder invloed van de Verlichting en de Amerikaanse Revolutie ontstond bij de bevolking het verlangen naar democratie. In 1781 somde een illegaal pamflet, Aan het volk van Nederland, alle wandaden op. Het was van de hand van Joan Derk van der Capellen tot den Pol.
De opkomst van de Patriotten 'Vaderlandslievenden'
Pamflet aan het Volk van Nederland
u De Patriotten wilden economische en politieke hervormingen om de positie van de Republiek te redden. Stadhouder Willem V en een deel van de regenten wilden hier niets van weten.
u De Republiek kreeg na 1780 te maken met grote problemen. De Vierde Engelse Oorlog (1780-1784) verliep voor de Republiek niet succesvol en met name militaire gebeurtenissen toonden aan dat de republiek geen grote mogendheid meer was. Deze oorlog had ook rampzalige gevolgen voor de economie. De overzeese handel kwam bijna helemaal stil te liggen.
u De Patriotten wilden daarom de economische en militaire problemen daadkrachtig aanpakken. Mikpunt van de kritiek was stadhouder Willem V.
De strijd tussen de Oranjegezinden en de Patriotten
Willem V mikpunt van de kritiek
u Mikpunt van de kritiek was stadhouder Willem V.
u Willem V had de vloot niet sterk genoeg gehouden.
u Willem V benoemde alleen maar vriendjes op belangrijke bestuursfuncties.
u Stond toe dat de regenten te veel macht hadden.
u Het ontbrak bij de regenten aan vaderlandsliefde. Ze waren alleen maar uit op eigen belang.
Sprake van een soort burgeroorlog
u In de samenleving stonden twee kampen fel tegenover elkaar: de Patriotten en de Oranjegezinden.
u In een groot aantal steden hadden de Patriotten de macht in het bestuur overgenomen.
u Geleidelijk gebeurde dit ook in de gewestelijke besturen, zoals in de staten van Holland.
u Er bestond onder de Patriotten veel verschil van mening over de oorzaken van de problemen en de oplossingen ervan.
De koning van Pruisen komt stadhouder Willem V te hulp
Nederland in 1780
u Stadhouder Willem V was getrouwd met Wilhelmina, de zus van de koning van Pruisen. Toen zij door patriottische militairen in Goejanverwellesluis werd tegengehouden riep ze haar broer te hulp.
u Willem Frederik II verklaarde daarop de oorlog aan de Staten van Holland en trok in 1787 de Republiek binnen. In reactie daarop vluchtten veel Patriotten naar Frankrijk en werd het gezag van Willem V hersteld.
De politieke vertaling van de Verlichting
Het empirisme en het rationalisme
u Er werd door middel van observeren, experimenteren en redeneren onderzoek gedaan, het Empirisme.
u Daardoor werden zaken die vroeger vanzelfsprekend waren niet meer voor waar aangenomen.
u Onderzoek werd door wetenschappers gedaan door het gebruiken van hun verstand, nadenken, het Rationalisme. Een belangrijke vertegenwoordiger ervan was René Descartes. Descartes twijfelde aan de kennis van zijn tijd en wilde erachter komen wat nu de echte waarheid was. Uiteindelijk kwam hij tot: ‘Ik denk dus ik besta’.
u Ook in het denken over politiek werd het rationalisme toegepast.
u Tijdens de Renaissance verschenen de eerste politieke geschriften over de machtsverhouding tussen de staat en zijn onderdanen.
Machiavelli
Machiavelli over de macht van de vorst.
Het bekendste boek van Machiavelli was de Heerser (Il Principe). Zijn denkbeelden werden beïnvloed door het humanisme. Door de corruptie in Italië was het volgens hem nodig dat er een krachtige alleenheerser de macht zou uitoefenen. We noemen dat 'machiavellisme'. Het motto was daarbij: het doel heiligt de middelen. Onder ongewone omstandigheden moest een heerser zonder gewetensbezwaren te werk gaan. Vuile handen maken dus.
Hobbes over een sterk en effectief gezag
u De eerste grote Engelse filosoof Hobbes ( 1588-1679) leefde in een tijd waarin Engeland getroffen werd door burgeroorlogen. Zijn denkbeelden stonden in het teken van angst voor burgeroorlogen en anarchie. In zijn belangrijkste boek Leviathan pleit hij dan ook voor een sterk en effectief gezag. Uit zelfbehoud moesten mensen keuzes maken en bereid zijn een oplossing te zoeken voor de voortdurende wedijver. Hij pleitte voor de oplossing van een sociaal contract. Hierbij zouden mensen hun vrijheid opgeven en kwam men overeen dat het onbeperkte recht op zelfverdediging overgedragen werd aan de Leviathan, een absoluut vorst of soeverein. Het gaat hier om een contract tussen individuen en niet om een contract tussen volk en vorst. De soeverein hoeft echter niet langer te worden gehoorzaamd als hij verslagen wordt en zijn gezag verloren heeft.
John Locke over het Natuurecht
u John Locke vluchtte in 1660 naar Nederland na een mislukte opstand tegen de koning. Na de 'Glorius Revolution' in 1688, waarbij Willem III koning van Engeland werd, was er al snel opnieuw sprake van een vorstelijk streven naar absolutisme en opnieuw verzette het parlement zich daartegen.
u In zijn belangrijkste werk, Two treatises on Government (1689), werkte de arts John Locke het natuurrecht uit tot een theorie die actief verzet tegen de koning mogelijk maakt. Dit in tegenstelling tot Hobbes die in het natuurrecht een rechtvaardiging zag van autoritair gezag.
u Locke komt dus op basis van het natuurrecht tot de conclusie dat actief verzet tegen het politieke gezag gerechtvaardigd kan zijn. Het recht op verzet komt iedereen toe, althans als een meerderheid daarmee instemt.
Montesquieu over de scheiding der machten.
u Montesquieu beschrijft in zijn belangrijkste werk ' Over de geesten van de wetten' (1748), dat regeringsvormen niet los te zien zijn van maatschappijvormen. In zijn boek onderscheidt hij drie regeringsvormen. De eerste vorm is de republiek, dit was ofwel een democratie (regering door het volk) ofwel een aristocratie, regering door een deel van het volk. De tweede vorm is de monarchie een alleenheerschappij gebaseerd op willekeur. Despotie vindt hij een slechte regeringsvorm. Hij geeft de voorkeur aan de monarchie, ook al loopt die voortdurend gevaar af te glijden naar despotisme. Om dit gevaar te keren is machtenscheiding nodig. Zijn voorbeeld daarbij is The Glorius Revolution. Het uitgangspunt van Montesquieu is dat macht corrupt maakt.
In tegenstelling tot het absolutisme moet men de staatsmacht verdelen over drie lichamen, de trias politica: de uitvoerende macht, de wetgevende macht en de uitvoerende macht. Naast machtenscheiding is ook een zeker evenwicht tussen de drie machten van belang. Een denkbeeld dat later is uitgewerkt in de Amerikaanse grondwet. Montesquieu was daarom voorstander van een tweekamerstelsel. Alleen afgevaardigden in een vertegenwoordigend lichaam zijn in staat om over publieke zaken te debat.
Rousseau over de volkssoevereiniteit
u Het belangrijkste werk van Rousseau is 'Het maatschappelijk verdrag'.
u Waar Hobbes van mening was dat vrijheid gepaard ging met anarchie, die allen bestreden kon worden door de instelling van een absoluut en ongedeeld gezag, stelt Rousseau dat er een maatschappelijk contract mogelijk is, dat niet ten koste hoeft te gaan van de vrijheid. Door de vrijheid van de natuurtoestand in te ruilen voor de vrijheid vaneen politieke samenleving, kan men een hogere vorm van vrijheid verwerven. Dit is allen mogelijk door volkssoevereiniteit, het aan allen in gelijke mate toekennen van het hoogste gezag.
u Rousseau is een voorstander van de directe democratie, waarbij een volksvergadering beslist over wetgeving. Waar dit niet mogelijk is, is vertegenwoordiging onvermijdelijk, maar dan moet het volk wel zo direct mogelijk invloed uitoefenen door middel van last en ruggespraak. Hoewel hij een directe vorm van democratie voorstaat, is hij gematigd in zijn denken omdat hij voorstander is van een scheiding van de machten en een bestuur van de besten propageert.
De Franse Revolutie in 1789 maakt en einde aan het absolutisme van de koning en de standenstaat
Voor 1789 was in Frankrijk het Oude regime aan de macht. Kenmerken:
u autocratie( alle macht in handen van de koning).
u Ongelijkheid van mensen op politiek, economisch en sociaal gebied. De bevolking was in drie bevolkingslagen verdeeld en werden standen genoemd. De Eerste Stand bestond uit de geestelijkheid. De Tweede Stand uit de adel en de Derde Stand uit de burgers in de steden en boeren. De Eerste en Tweede Stand had een groot aantal voorrechten. Binnen de Eerste en Tweede Stand waren er echter ook grote verschillen.
u Het was de Derde Stand die uiteindelijk de macht in Frankrijk overnam
u Er werd een verklaring van de rechten van de mens en burger en een grondwet opgesteld waarin de ideeën van de Verlichters werden vastgelegd. De grondwet beperkte de macht van de koning en zorgde ervoor dat de bourgeoisie de macht in handen kreeg.
Uitbreiding Franse revolutie naar het buitenland. Bezetting Nederlanden in 1795
Frankrijk raakt in oorlog met andere landen
u Koningen in andere landen voorzagen problemen als de ideeën van de Franse Revolutie ook in hun land zou worden ingevoerd.
u Nadat de Radicalen onder leiding van Robespierre aan de macht waren gekomen werd het Franse leger en bestuur gereorganiseerd.
u Frankrijk besloot de Franse Revolutie verder te verspreiden en begon oorlog te voeren met andere landen.
u Dat leidde in 1795 tot de bezetting door Frankrijk van de Nederlanden.
u Begin Franse tijd 1795-1813
Dit is het einde van Deel 3 De Geschiedenis van Nederland 1648-1795
Zie verder deel 4