Deel 9 Geschiedenis van Nederland 1958-1977

Deze periode ontsluit een ontwikkeling van Nederland waarin ons land door de verzuiling heen brak en de oude verbanden niet meer konden worden gehandhaafd. De moderne tijd deed zijn intrede en de hoogconjunctuur zorgde ervoor dat de economische ontwikkeling van ons land het mogelijk maakte dat welvaart voor een ieder beschikbaar kwam. Daarin werden de oude banden als knellend ervaren. Ook politiek gesproken was er sprake van grote veranderingen.
Einde Rooms-Rode coalities
u # Toenemend wantrouwen tussen de KVP en de PvdA leidde in 1958 tot het einde van de rooms-rode coalitie. De PvdA ging in de oppositie. Het tijdperk van `vader Drees' was voorbij.
u # De KVP ging nu coalities aan met de ARP, CHU en VVD.
u # Van 1958 tot 1973 - met uitzondering van de jaren 1965-1966 — zouden er centrumrechtse kabinetten zijn.
u # Deze kabinetten voerden een ander economisch beleid. Ze wilden minder overheidsingrijpen in de economie.
Vorming Centrum-rechts kabinet De Quay 1959-1963
u Eerste kabinet na 2e WO zonder PvdA.
u Het kabinet verlaat de centrale loonpolitiek, met algemene welvaartsronden.
u Er komt een huurverhoging en de subsidie op onder meer de melkprijs zal in twee stappen worden afgeschaft. Daar staan algemene verhoging van het basisloon, belastingverlaging en een vrijere woningmarkt tegenover. De AOW wordt in 1963 met 15 procent verhoogd.
u In maart 1961 wordt de gulden opgewaardeerd, nadat Duitsland de D-mark heeft gerevalueerd. Hiermee moet 'oververhitting' van de economie worden voorkomen.
u In 1961 wordt de vrije zaterdag voor ambtenaren ingevoerd. De ambtenarensalarissen worden sterk verhoogd.
u De Nederlandse economie beleeft onder het kabinet-De Quay in 1960 een recordgroei van 9%, al valt de groei in de jaren daarna iets terug.
In economisch opzicht is deze kabinetsperiode om een aantal redenen bijzonder: in Groningen wordt aardgas ontdekt,
u in het begrotingsbeleid voert het kabinet de Zijlstranorm in Bij het structurele begrotingsbeleid wordt aan het begin van de kabinetsperiode vastgesteld welke reële begrotingsruimte er de komende jaren zal zijn en de geleide loonpolitiek wordt verlaten. Ook komt er een Gemeenschappelijk Europees Landbouwbeleid.
u De vrije zaterdag wordt ingevoerd en de ministers Klompé en Veldkamp loodsen de Algemene Bijstandswet door de Kamer
u Zo werd in 1963 de geleide loonpolitiek opgegeven. Loonexplosies waren het gevolg.
u Omdat de prijzen minder stegen dan de lonen, groeide het reële inkomen van de Nederlander flink.
De kwestie Nederlands-Nieuw Guinea
u Uitspraken de Quay, tijdens een cocktailparty met vertegenwoordigers internationale pers over internationalisatie van het bestuur van Nieuw Guinea door middel van een trustschap (Nederland zou de daadwerkelijke bestuurder blijven)leidde tot internationale en nationale consternatie.
u De politieke vraag was of de Quay had geprobeerd zonder overleg met Luns of het kabinet een wezenlijke beleidswijziging in gang te zetten. Kabinet ontstemd, maar het aftreden van de Quay wees het van de hand.
u Onder buitenlandse druk moet het kabinet in 1962 toestemmen met de overdracht van Nieuw-Guinea aan Indonesië onder VN-toezicht. Eerder waren er in en rond Nieuw-Guinea diverse gewapende schermutselingen. Het parlement stemt in augustus/september 1962 in met het verdrag dat de overdracht.
Verkiezingen Tweede Kamer
1956 1959
1963 1967
Deconfessionalisering en ontzuiling
Het loslaten van de band tussen geloof en politiek. Oorzaken:
u Opkomst TV.
u Uitbreiding van het onderwijs.
u Ontkerkelijking.
u Toename mobiliteit.
u Anti - autoritaire denken.
u De verzorgingsstaat.
u Urbanisatie.
u Emancipatie arbeiders en vrouwen.
De richtingborden van de KVP
De nacht van Schmelzer 13-14 oktober 1966
Verkiezingen Tweede Kamer
1963 1967
1971 1972
u Het directe gevolg van de 'Nacht van Schmelzer' was de vorming van een overgangskabinet van KVP en ARP onder leiding van Jelle Zijlstra. Dat kabinet schreef voor begin 1967 vervroegde verkiezingen uit.
u Grote winst voor nieuwkomer D66
u Vooruitstrevende christenen uit de KVP en ARP richtten in 1968 de PPR (Politieke Partij Radicalen) op.
u Er kwamen steeds meer zwevende kiezers.
Kamerzetels CDA-KVP
Kamerzetels KVP-CDA
Verloop politieke stromingen sinds 1929
Opmerkelijk is de neergang van de Christen-democraten.
Opkomst nieuwe politieke partijen
u Boerenpartij kwam in opstand tegen de verplicht aansluiting bij het Landbouwschap. Kamerzetels van 1963 tot 1981.
u PSP in 1957. Linkse Afsplitsing van de PvdA. De Pacifistisch Socialistische Partij streefde naar ontwapening en was fel tegenstander van atoomwapens.
D66 Opgericht op 14 oktober 1966.
u voor een doorbraak die zou leiden tot de keuze tussen één progressief blok en een conservatief blok.
u voorstander van een gekozen minister-president.
wilde het stelsel van evenredige vertegenwoordiging vervangen door een combinatie van evenredige vertegenwoordiging en districtenstelsel.
PPR in 1968 Politieke Partij Radicalen, afsplitsing van de KVP ter linkerzijde
u De RKPN Rooms Katholieke Partij Nederland was een rechtse afsplitsing van de KVP. Waarschuwde tegen de zedenverwildering in ons land.
DS’70 Democratisch Socialisten 1970
u De partij werd opgericht in 1970 als afsplitsing van de Partij van de Arbeid, door leden die ontevreden waren over de koers van die partij, zowel op financieel-economisch gebied als bij het buitenlands beleid.
u In 1971 haalde de partij bij de Tweede Kamerverkiezingen acht zetels; anderhalf jaar later waren dat er nog zes. Nadat bij de volgende verkiezingen in 1977 nog slechts één zetel was behaald, verdween de partij in 1981 uit de Tweede Kamer. In 1983 werd DS'70 formeel opgeheven. DS'70 heeft geen zetels in de Eerste Kamer gehad.
u Leider was Drees jr. zoon van de oud-premier.
Van Harmoniemodel naar Conflictmodel
u De politieke participatie leidde tot polarisatie: fellere verhoudingen tussen de politieke partijen.
u De ontzuiling en deconfessionalisering zorgde in de jaren zeventig voor een snelle achteruitgang van de aanhang van de christelijke partijen.
Dat zou uiteindelijk leiden tot de oprichting van het Christen Democratisch Appel het CDA
Centrum-rechtse coalities 1967-1973
u Kabinet-De Jong (1967-1971)
u Voerde enkele hervormingen door, zoals democratisering van de universiteiten en herziening van de echtscheidingswetgeving.
u Ondanks de maatschappelijke onrust en toenemende politieke polarisatie zit het kabinet de gehele periode zonder tussentijdse crisis uit.
In dit kabinet werken vier partijen samen: KVP, ARP, CHU en VVD.
Kabinet-Biesheuvel I en II (1971-1973)
u Dit kabinet, met nieuwkomer DS'70 als vijfde regeringspartij, zet het beleid van het kabinet-De Jong voort. Financieel-economische problemen staan centraal, waarbij de toenemende inflatie het grootste probleem is.
u DS'70 maakt zich sterk voor toepassing van het profijtbeginsel. Na marathonvergaderingen over de begroting 1973 komt het in juli 1972 tot een breuk in het kabinet. De DS'70-ministers, die vinden dat er ingegrepen moet worden in het loon- en prijsbeleid, accepteren de bezuinigingen op hun departementen niet.
u De Drie van Breda en minister van Agt. Kabinet verklaarde bij monde van de minister van Justitie dat men de oorlogsmisdadigers gratie wilde verlenen. Op dit voornemen werd in de samenleving zeer emotioneel in afwijzende zin gereageerd.
u Een tweede botsing met het parlement en de samenleving ontstond over een wetsvoorstel van minister De Brauw om het collegegeld te verhogen van f 200 naar f 1000. Studenten en hoogleraren, maar ook veel politici, liepen hiertegen te hoop, omdat zij vreesden dat het hoger onderwijs niet langer voor iedereen toegankelijk zou zijn.
u Met zeer veel moeite, en onder dreiging van een kabinetscrisis, wist minister De Brauw zijn voorstel uiteindelijk op 4 juli door de Eerste Kamer te loodsen.
Foto van 9 februari 1972 interruptie den Uyl over de Drie van Breda.
u Ook op financieel-economisch gebied had het kabinet te maken met tegenwind. Het begrotingstekort liep op en de inflatie steeg. De VVD drong daarbij aan op verdergaande bezuinigingen. Vanuit de KVP kwamen geluiden om de jaarlijkse indexering van de loon- en inkomstenbelasting (de inflatiecorrectie) twee jaar niet te laten doorgaan. Dit was voor de VVD weer onverteerbaar.
Tabel inflatie 1961-2013.
Stagnatie en toenemende inflatie
u In de jaren zeventig verdwijnt de glans die de wederopbouw aan het economisch leven heeft gegeven. Een verschijnsel dat men niet begrijpt steekt de kop op: een combinatie van afnemende economische groei (stagnatie) en toenemende inflatie. Kortom: stagflatie.
u Groeide de Nederlandse economie in de jaren zestig nog met gemiddeld 5% per jaar, na 1970 gaat dat eerder in de richting van 3%.
u De werkloosheid begint heel langzaam te groeien: van rond 2% of lager in de jaren zestig naar meer dan 4% in 1978
u Internationaal gezien zat Nederland met een inflatie van 5% in de jaren zestig al hoog, maar na 1970 gaat de stijging gewoon door.
u Het financieringstekort loopt op naar f. 3,9 miljard in 1971 en de werkloosheid stijgt naar 150.000. De inflatie bedraagt in 1971 zeven procent.
Overheid en schuld tussen 1969 en 2011
.
Kabinet Den Uyl 1973-1977
u De kabinetsformatie van 1972-1973 duurde 151 dagen, tot dan toe een record. Uiteindelijk werd het kabinet-Den Uyl gevormd, dat een unieke parlementaire basis had. Voor PvdA en D66 was het kabinet-Den Uyl een parlementair kabinet. De overige drie regeringspartijen, KVP , ARP en PPR, beschouwden het kabinet als extraparlementair.
Het kabinet-Den Uyl kwam tot stand na een langdurige kabinetsformatie. Uiteindelijk werd een kabinet gevormd op basis van het gezamenlijke verkiezingsprogramma van PvdA, PPR en D66 ('Keerpunt 72') en van dat van ARP, CHU en KVP ('Schets van beleid'). De CHU nam evenwel geen deel aan het kabinet. Er waren door progressieven en christendemocraten alleen afspraken gemaakt over politiek gevoelige onderwerpen, zoals abortus.
De verbeelding aan de macht
u Het kabinet wilde 4 hervormingen doorvoeren. De VAD, de WOR, de WIR en de grondpolitiek. En daarmee eerlijk delen van macht kennis en inkomen.
u VAD stond voor Vermogensaanwasdeling, hield in dat werknemers zouden delen in de toename van het vermogen van bedrijven.
u WOR voor Wet op de Ondernemingsraden, moest de invloed van werknemers vergroten, bijvoorbeeld door de OR mee te laten beslissen over investeringen.
u WIR voor de Wet op de Investeringsregeling. Met de WIR wilde het kabinet niet alleen de economie een zetje geven door extra investeringsimpulsen, maar ook de vorm en de plaats van de investeringen beïnvloeden.
u Grondpolitiek: om 'stille verrijking' via grondspeculatie tegen te gaan en bovendien te zorgen dat de (woning)bouw en collectieve voorzieningen betaalbaar bleven, zouden gemeenten niet alleen een voorkeursrecht krijgen bij grondaankoop, ze zouden er ook slechts de gebruikswaarde voor hoeven betalen in plaats van de (mede door speculatie opgevoerde) marktwaarde.
u Kabinet werd meteen geconfronteerd met de eerste oliecrisis.
u De OPEC landen besloten tot de vorming van een kartel om de olieprijs te beïnvloeden. Bij het uitbreken van de Yom-Kippoeroorlog in oktober 1973.
u Invoering distributie benzine en autoloze zondagen.
u Kapingen door Zuid - Molukkers. Zij eisten de uitvoering van de overeenkomst van Linggadjati 1946, waarin een Verenigde Staten van Indonesië was afgesproken.
Kabinet Den Uyl 2 kwam er niet
Animositeit tussen Den Uyl en Van Agt
Oorzaken:
u Het Menten debat. Oorlogsmisdadiger Menten kon vluchten naar het buitenland. Dat werd Van Agt kwalijk genomen. Het was de PvdA die Van Agt (hij was minister van Justitie in het kabinet Den Uyl) daarover zeer hard in de Tweede Kamer ter verantwoording riep.
u De val van het kabinet Den Uyl op de grondpolitiek een van de hervormingsvoorstellen.
u Den Uyl overvroeg tijdens de formatie van den Uyl II en het CDA weigerde daar op in te gaan.
Overzicht % uitgaven en schuld van 1946 tot 2005
Staatsschuld per kabinetsperiode
Dit is het einde van deel 9 van de geschiedenis van Nederland
Zie verder
Deel 8 geschiedenis van Nederland van 1946-1958
Deel 7 geschiedenis van Nederland 1940-1946
Deel 6 geschiedenis van Nederland 1890-1940
Deel 5 geschiedenis van Nederland van 1840-1890
Deel 4 De geschiedenis van Nederland van 1795 tot 1840
Deel 3 De geschiedenis van Nederland 1648-1795
Deel 2 De geschiedenis van Nederland van 1576 tot 1648
Deel 1 De geschiedenis van Nederland. Van de late Middeleeuwen tot 1576