Deel 1 TBS
TBS Deel 1 |
Stoornis
|
Enkele feiten over TBS: De gemiddelde leeftijd van diegenen die tbs krijgen was in 1990 26 jaar, nu is dat 30 jaar. In tbs-klinieken zitten steeds meer vrouwen. Was in 1990 hun aandeel 3 procent, in 2004 is dat 6,3 procent. Ongeveer een kwart van de TBS' ers is niet in Nederland geboren. Nederland kent twaalf klinieken die door het ministerie van Justitie zijn aangewezen voor de behandeling van tbs 'ers: drie rijksinstellingen en negen particuliere klinieken. Vóór 1999 gingen alle zogeheten tbs-gestelden voor diagnose naar het F.S. Meijers Instituut in Utrecht. dat instituut bepaalde in welke kliniek de tbs ér het best kon worden behandeld. Sinds 1999 is die procedure vereenvoudigd. Tbs 'ers worden aan een willekeurige kliniek toegewezen. Dat gebeurt tijdens het twee-maandelijkse overleg tussen de zogenaamde intakecoördinatoren van de tbs-klinieken en ambtenaren van de afdeling individuele tbs-zaken van het ministerie van Justitie. In dat overleg wordt bekeken welke kliniek welke tbs ér die op de wachtlijst staat, kan plaatsen. De wachttijd voor plaatsing kan oplopen tot 2,5 jaar. Toewijzing gebeurt formeel gezien willekeurig, maar er spelen praktische overwegingen. Zo hebben de Van der Hoevenkliniek (in Utrecht), het forensisch psychiatrisch centrum Veldzicht(in Balkbrug) en FPC Oldekotte (in Rekken), de meeste plaatsen voor vrouwen. Tbs'ers met een IQ lager dan 80 gaan naar Hoeve Boschoord(in de gelijknamige plaats) FPC Veldzicht of de Rooyse Wissel (in het Limburgse Oostrum). Extra vluchtgevaarlijke tbs érs komen op de extra-beveiligede afdelingen van de Groningse Mesdagkliniek, FPC Veldzicht of de Kijvelanden in Portugaal. Na toewijzing krijgt de kliniek het dossier van de persoon toegestuurd. Ze krijgt vier weken de tijd om te bezien of de patiënt in de doelgroep van de kliniek valt. vertegenwoordigers van de kliniek zoeken de patiënt op in het huis van bewaring en houden een intakegesprek. Klinieken onderscheiden drie fasen in de behandeling van tbs érs. Fase 1: de opname, waarin gedurende zo'n drie tot zes maanden wordt gekeken wat de hulpvraag is en naar welke afdeling de patiënt moet. Fase 2: de behandelfase, gemiddelde duur zo'n drie jaar. Fase 3: resocialisatie en nazorg, de laatste fase van behandeling waarin ook de meeste verloven plaatsvinden. Bron: Peter de Greef in Volkskrant 13 november 2006 Bron Statistische gegevens: Dienst Justitiële Instellingen |