We hebben 153 gasten online

Recensie 'Jan Tinbergen' Erwin Dekker

Gepost in Geschiedenis

Jan Tinbergen Erwin Dekker

Tinbergen de man achter het Centraal Planbureau (CPB) en zijn eerste directeur deed baanbrekend werk om de economie eerst in een model te vatten en daarna een techniek te ontwikkelen om die economie te besturen. Jan Tinbergen is heden ten dage vooral bekend om zijn werk in de econometrie, het vakgebied dat statistiek, economie en wiskunde met elkaar verbindt. Het klinkt niet sexy, maar Tinbergen was de belangrijkste economische bureaucraat van de twintigste eeuw. Hij had zeker grootse idealen, maar zijn belangrijkste bijdrage aan onze moderne economie is dat hij een permanente plek voor economische deskundigen binnen on staatsbestel heeft veroverd. Door het verhaal van Tinbergen te vertellen kunnen we deze opkomst van de experts beter begrijpen, wat het heeft betekend voor ons economisch beleid, maar ook voor de democratie.

Tinbergens voornaamste doel was niet het verklaren van de wereld, maar om haar te verbeteren.

Tinbergen ontwikkelde progressieve en socialistische idealen en was geen socialist uit klassenbewustzijn. Hij ging niet tussen de arbeiders leven, zocht ze echter wel op. Hij accepteerde nooit de traditionele sociale en economische analyse van Marx. Een terugkerend thema in de beschrijvingen van Tinbergen is de vraag of de armoede in enige vorm de schuld van de arbeiders zelf is. Het verenigen of dicht bij elkaar brengen van tegengestelde visies van kapitalisten en socialisten zou tot een ware Tinbergen specialiteit uitgroeien. Het was bij de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC) dat Tinbergen socialist werd. Het socialisme beleden in de AJC bleef voor hem een model voor hoe het socialisme gerealiseerd kon worden. In de visie van Tinbergen waren de overheid en het bedrijfsleven partners in de modernisering van de samenleving en geen tegenpolen zoals veel andere socialisten het zagen.

Tinbergens werk was vanaf het begin een combinatie van politieke en sociale doeleinden, gebaseerd op socialistische idealen, die met wetenschappelijke middelen moesten worden bereikt. Wetenschap was voor Tinbergen een middel om zakelijk naar het probleem te kijken en politieke verschillen te overbruggen.

In 1927 stond Tinbergen op een splitsing; zou hij zich richten op de economie, of doorgaan in de natuurkunde?  Voor Tinbergen stond voorop dat zijn kennis hem in staat moest stellen om zoveel mogelijk aan de maatschappij bij te dragen. Eind jaren twintig werd het steeds duidelijker dat dit het geval zou zijn als hij zich zou richten op de economische wetenschap. De verrassing in zijn intellectuele ontwikkeling betrof het type economie dat hij zou ontwikkelen.

In 1935 was Tinbergen de coauteur van het Pan van de Arbeid. Door middel van dit plan wilde men Nederland uit de depressie halen. Het Plan van de Arbeid was de context waarin Tinbergen zijn meest beroemde doorbraak maakte, de constructie van het eerste macro-economische model van een nationale economie ooit. Het zou zijn belangrijkste en meest blijvende bijdrage zijn aan de economische wetenschap. Zijn bijdragen aan het Pan van de Arbeid waren een belangrijke transformatie van het idealistische culturele socialisme van zijn jeugd naar een meer politiek en beleidsgericht socialisme dat bij zijn intellectuele volwassenheid zou gaan behoren.

Het Plan van de Arbeid brak bijna volledig met het oude marxisme. Het was niet gericht op nationalisatie van bedrijfstakken en ondernemers waren ook in de toekomst nog een essentieel onderdeel van het economische systeem. Het was niet de eigendomsstructuur van de economie die op de schop moest, zoals Marx had gesuggereerd, maar het was de beslisstructuur die door een nieuwe politiek-economische orde moest worden veranderd.

Het opvallendste 1e kenmerk van het Plan van de Arbeid is de uitgebreide statistische en financiële onderbouwing. Het tweede opvallende kenmerk is dat er uitgebreid wordt gereflecteerd op de politieke orde.

In het Plan van de arbeid worden socialistische doelen en idealen definitief losgekoppeld van socialistische middelen. Socialisatie van de kapitaalgoederen werd niet langer nodig geacht voor het realiseren van socialistische idealen. Hierdoor kwam er ruimte voor een nieuwe vorm van wetenschappelijk socialisme dat een verbinding zocht tussen socialistische idealen en doelen en de moderne economische wetenschap. Het was bij uitstek gericht op de korte termijn in plaats van langetermijnstabilisatie. Het was voor Tinbergen niet alleen politiek, maar ook economisch gezien een compromis.

Tinbergen was vanaf zijn vroegste werk aan de conjunctuur tot zijn werk aan de econometrische modellen van de Nederlandse economie en later de ontwikkelingseconomie bezig met kwesties van bestuur en beheersbaarheid.

Onder Tinbergens werk over bestuur en beheersbaarheid ligt het idee dat wij, als mensen, ons eigen lot kunnen bepalen.

En dat tot stand gebracht door een man die een van de grootste idealisten is die de economische wetenschap heeft gekend. Hij was geheelonthouder, internationaal gericht sociaaldemocraat, medeoprichter Van de NOVIB, pacifist en voor alles vredesactivist. Tinbergen was enigszins verlegen, en nogal gesloten.

Tinbergen was geen pure wetenschapper en wilde dat ook niet zijn. Het was daarom ook geen toeval maar een logisch uitvloeisel van zijn eigen positionering dat zijn werk vaak balanceerde tussen zijn eigen idealen, de politieke doelen van de overheden waarvoor hij werkte en de normen en waarden van de wetenschap. Zijn werk is het beste te begrijpen als voortzetting van een oudere traditie waarin de economie als wetenschap praktisch gericht is en in dienst staat van de staat. Als wetenschap gaat over hoe de wereld in elkaar zit, en politiek over hoe de wereld zou kunnen zijn, dan moeten we Tinbergens bijdrage situeren waar die twee elkaar raken. Tinbergen slaagde erin om ook in de sociale wetenschap het onderzoek als teamwerk te organiseren, zoals in de natuurwetenschappen steeds meer gewoon was.

Om Tinbergens latere werk goed te begrijpen is het van belang om deze merkwaardige combinatie van vreedzame methoden en internationalistische idealen te doorgronden.

Economische modellen zijn een ordening van het denken. Als iedereen tenminste bereid was om wetenschappelijke modellen als middel, neutraal gereedschap te accepteren. Om deze reden heeft Tinbergens werk waarschijnlijk zo’n langdurige invloed gehad op de Nederlandse politiek, die altijd sterk op consensus gericht is geweest. Deze wetenschappelijke visie heeft ook interessante paralellen met zijn idee dat sociale veranderingen vreedzaam moeten plaatsvinden.

Tinbergen was geen rationalistische rekenaar, maar vooral een econoom op zoek naar vrede en stabiliteit. Het doel was een harmonische en geïntegreerde wereldeconomie.

De nadruk op de demografie en het gevaar van de overbevolking waren een vast element in het werk van Tinbergen.

Een eenzijdige blik op Tinbergens alledaagse rol in de oorlog en de vele compromissen die hij moest sluiten bij het CBS, dreigen dan ook het grote verhaal uit het oog te verliezen. Dat grote verhaal is dat de overheid zich in snel tempo meer en meer ging opstellen als de manager van de economie en dat de kwantitatieve economie zich hiervoor steeds meer presenteerde als de bij uitstek geschikte expertise. Deze apolitieke en anti-ideologische houding werd ook een nadrukkelijk politiek doel voor Tinbergen na WO II.

 

Het is een biografie over de grootste econoom die ons land gekend heeft.  Maar Erwin Bakker beschrijft niet alleen Tinbergens leven en ontwikkeling maar ook de geschiedenis van de ontwikkeling van de economie. In de negentiende eeuw probeerden veel economen om het economisch leven te vatten in economische modellen. Jan Tinbergen is heden ten dage vooral bekend om zijn werk in de econometrie, het vakgebied dat statistiek, economie en wiskunde met elkaar verbindt. Het klinkt niet sexy, maar Tinbergen was de belangrijkste economische bureaucraat van de twintigste eeuw. Tinbergens voornaamste doel was niet het verklaren van de wereld, maar om haar te verbeteren. Het verenigen of dicht bij elkaar brengen van tegengestelde visies van kapitalisten en socialisten zou tot een ware Tinbergen specialiteit uitgroeien. Tinbergen was geen pure wetenschapper en wilde dat ook niet zijn. Het was daarom ook geen toeval maar een logisch uitvloeisel van zijn eigen positionering dat zijn werk vaak balanceerde tussen zijn eigen idealen, de politieke doelen van de overheden waarvoor hij werkte en de normen en waarden van de wetenschap. Zijn werk is het beste te begrijpen als voortzetting van een oudere traditie waarin de economie als wetenschap praktisch gericht is en in dienst staat van de staat. De nadruk op de demografie en het gevaar van de overbevolking waren een vast element in het werk van Tinbergen. De overheid zou zich in snel tempo meer en meer gaan opstellen als de manager van de economie en de kwantitatieve economie presenteerde zich steeds meer als de bij uitstek geschikte expertise. Deze apolitieke en anti-ideologische houding werd ook een nadrukkelijk politiek doel voor Tinbergen na WO II.

Auteur: Erwin Dekker 

Titel: Jan Tinbergen. Een econoom op zoek naar vrede.

Uitgeverij: Boom ISBN 9789024433179 39,90