1)Wie gaf volgens de grondwet van 1848 leiding aan het bestuur?
a.Staten generaal
b.De ministers
c.De koning
d.De tweede kamer
2)Nederland heeft de constitutionele monarchie te danken aan:
a.Montesquieu
b.Thorbecke
c.Koning Willem I
d.Koning Willem 11
3)De Eerste Kamer bezit de rechten van:
a)initiatief en interpellatie
b)enquête en amendement
c)amendement en initiatief
d)interpellatie en enquête
4)De leden van de Eerste Kamer worden gekozen door:
a.de leden van de Tweede Kamer
b.het Nederlandse volk
c.de leden van de Provinciale Staten
d.deze worden niet gekozen maar door de koningin benoemd
5)De oudste politieke partij van het land is:
a.ARP
b.VVD
c.KVP
d.SDAP
6) Evenredige vertegenwoordiging werd ingevoerd in:
a.1880
b.1848
c.1815
d.1917
7)Zet in de juiste volgorde:
a.Beatrix, Juliana, Emma en Wilhelmina
b.Juliana, Beatrix, Emma en Wilhelmina
c.Wilhelmina, Emma, Juliana en Beatrix
d.Emma, Wilhelmina, Juliana en Beatrix
8) Het richt van amendement is:
a.Het recht van de koning om een wet in te dienen
b.Het recht van het parlement om een wetsvoorstel te wijzigingen
c.Het recht van een kamerlid om de minister ter verantwoording te roepen
d.Het recht van het kabinet om de koning vragen te stellen
9)Welke partijstroming was de vorige eeuw vooral betrokken bij de opbouw van de parlementaire democratie?
a.socialisten
b.liberalen
c.confessionelen
d.anti-revolutionairen
10)Welk kabinet heeft de minste binding met de Tweede Kamer
a)extra-parlementair kabinet
b)demissionair kabinet
c)zakenkabinet
d)nationaal kabinet
11)Het CDA is ontstaan uit:
a)KVP-ARP-SGP
b)CHU-KVP-ARP
c)ARP-RPF-SGP
d)KVP-CHU-RPF
12)WAT IS FOUT?
Een ander woord voor Eerste en Tweede kamer is?
a)Parlement,
b)Kabinet
c)Staten Generaal
d)Volksvertegenwoordiging.
13)De wetgevende macht in Nederland berust bij:
a)Kroon en Staten Generaal
b)Staten generaal
c)Volksvertegenwoordiging
d)Regering
14)het CDA is een:
a)omroepvereniging
b)een katholieke partij
c)een liberale partij
d)een confessionele partij
15)Een ander woord voor Eerste en Tweede Kamer is:
a)parlement
b)regering
c)kabinet
d)ministerie
16)Voor het optreden van de koningin tijdens een staatsbezoek is volgens de grondwet:
a)Zijzelf verantwoordelijk
b)De Staten-Generaal verantwoordelijk
c)De regering verantwoordelijk
d)Zijzelf en de regering verantwoordelijk
17)Onder Anti-these van Kuyper verstaan we:
a)samenwerking van katholieken en protestanten
b)samenwerking tussen liberalen en socialisten
c)alle gelovigen moeten zich verenigen tegen de ongelovigen
d)alle ongelovigen moeten zich verenigen tegen de gelovigen
18)met soevereiniteit in eigen kring bedoelde Kuyper:
a)Socialisten moesten niet samenwerken met confessionelen
b)Liberalen en socialisten waren elkaars tegengestelden
c)Dat het katholieke volksdeel zich binnen de eigen kring moest terugtrekken
d)Dat het protestantse volksdeel zich binnen de eigen kring moest terugtrekken
19)Met Verzuiling bedoelen we:
a)het herontdekken van de oudheid
b)het neoclassicisme binnen de architectuur
c)het leven binnen het eigen wereldje
d)een combinatie van pacificatie en anti-these
20)Troelstra was de leider van
a)de SDB
b)de SDAP
c)de SGP
d)de RKSP
21)Een Formateur is
a)Een door de Tweede Kamer benoemde persoon die een kabinet samen moet stellen
b)Een door het parlement gekozen persoon om een kabinet samen te stellen
c)Een door verkiezingen gekozen vertegenwoordiger van het kabinet
d)Een door de Koningin benoemde functionaris om een kabinet samen te stellen
22)Met Rooms-Rood wordt bedoeld:
a)Een regeringssamenwerking tussen christenen en liberalen
b)Een regeringssamenwerking tussen liberalen en socialisten
c)Een regeringssamenwerking tussen protestanten en katholieken
d)Een regeringssamenwerking tussen katholieken en socialisten
23)Het Mandement van 1954 was:
a)Een regeringsverklaring over het Staatshoofd
b)Een bisschoppelijke verklaring die stemmen op socialisten verbood
c)Een bisschoppelijke verklaring die stemmen op liberalen verbood
d)Een bisschoppelijke verklaring over deelname katholieken aan sportwedstrijden.
24)Welke partij past hier niet bij:
a)D 66
b)PSP
c)SDAP
d)PPR
25)Welke stelling is onjuist:
a)Monisme en dualisme kunnen best samengaan
b)Socialisten van de PvdA zijn voor Parlementaire democratie
c)Liberalen zijn voor vrijheid en democratie
d)PSP was tegen de atoombom
26)Met secularisering bedoelen we:
a)het versterken van de band tussen politiek en samenleving
b)het loslaten van de band met de kerken in het dagelijkse leven
c)het ontstaan van een verzuilde samenleving
d)het loslaten van de politieke oude verbanden.
27)De constitutionele parlementaire democratie werd ingevoerd in:
a) 1880
b) 1848
c) 1815
d ) 1917
28)Het kiesstelsel in Nederland heet:
a.kiesdeler
b.districtenstelsel
c.evenredige vertegenwoordiging
d.maximumstelsel
29)Ministeriele verantwoordelijkheid geldt voor:
a. alles wat de ministers doen
b. alle leden van het parlement
c.alle leden van de vertegenwoordigende lichamen
d.alle leden van het koninklijk Huis
30)Het richt van interpellatie is:
a.Het recht van de koning om een wet in te dienen
b.Het recht van het parlement om een wetsvoorstel te wijzigingen
c.Het recht van een kamerlid om de minister ter verantwoording te roepen
d.Het recht van het kabinet om de koning vragen te stellen
31)Welke stelling is juist:
a.Socialisten accepteren de parlementaire democratie
b.liberalen willen nooit samenwerken met socialisten
c.confessionelen waren eerst socialisten
d.anti-revolutionairen zijn anti koninklijk huis.
32)Er kwam een einde aan het HARMONIEMODEL door:
a)De loonstijgingen in de quartaire sector
b)Het ontstaan van nieuwe partijen
c)De nacht van Schmelzer
d)Het einde van de samenwerking tussen katholieken en protestanten.
33)Nieuw Links was een actiegroep binnen:
a)PvdA
b)KVP
c)PSP
d)ARP
34)De eerste Feministische golf werd beëindigd door:
a)Het totstandkomen van het wettelijk huwelijk
b)De echtscheidingswet
c)Het invoeren van het actief en passief kiesrecht voor vrouwen
d)Opheffen van het werkverbod voor getrouwde vrouwen
35)Met privatiseren werd bedoeld:
a)lagere overheden namen taken over
b)taken afstoten naar het bedrijfsleven
c)alles overlaten aan het particuliere initiatief
d)samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven
36)Decentralisatie was beleid van:
a)Kabinet Lubbers
b)Kabinet Cals
c)Kabinet Van Agt
d)Kabinet Den Uyl
37)het Paarse kabinet bestaat uit de volgende partijen:
a)PvdA en VVD
b)PvdA, VVD en Groen Links
c)PvdA, D 66 en Groen Links
d)PvdA, D 66 en VVD
38)De Europese Unie:
a)Is een economisch samenwerkingsverband van alle Europese landen
b)heeft een interne markt
c)gebruikt de euro als betaalmiddel
d)is helemaal geïntegreerd
39)Met het verdrag van Maastricht werd:
a)het integratieproces verder doorgevoerd
b)werd de Unie uitgebreid
c)een Unie leger niet meer mogelijk
d)het integratieproces stopgezet
40)De Europese commissie is:
a)de raad van ministers
b)het Europese parlement
c)het dagelijks bestuur van de Unie
d)het ambtenarenapparaat van de Unie
41)Met subsidiariteit wordt bedoeld
a)het verkrijgen van Europese subsidies
b)men zich niet moet bemoeien met dingen die beter nationaal kunnen worden geregeld
c)men zich wel moet bemoeien met dingen die op nationaal niveau niet kunnen worden geregeld
d)het verder tegengaan van uitbreiding van de Unie
42)Het Europese Parlement heeft niet:
a)een wetgevende functie
b)een controlerende functie
c)een vragenrecht
d)een enquêterecht
43)De Europese Raad bestaat uit:
a)de ministers van de lidstaten
b)de vakministers van de lidstaten
c)de regeringsleiders van de lidstaten
d)de vakministers en de regeringsleiders van de lidstaten
44)Zet in de juiste volgorde:
a) EEG, de Unie, EGKS, Euratom
b)EGKS, EEG, Euratom en de Unie
c)EGKS, de Unie, EEG , Euratom
d)Euratom, EGKS, Unie, EEG
45)Zet in de juiste volgorde van ontstaan:
a)SDAP, KVP, RKSP, VVD
b)VVD, KVP, RKSP, SDAP
c)SDAP, RKSP, KVP, VVD
d)VVD, SDAP, KVP, RKSP
46)Zet in de juiste volgorde:
a)Willem II, Troelstra, Den Uyl, Lubbers
b)Lubbers, Den Uyl, Troelstra, Willem II
c)WillemII, Den Uyl, Lubbers, Troelstra
d)Troelstra, Willem II, Den Uyl, Lubbers
47)Zet in de juiste volgorde:
a)Evenredige vertegenwoordiging, districtenstelsel, harmoniemodel, conflictmodel
b)Districtenstelsel, harmoniemodel, evenredige vertegenwoordiging, conflictmodel
c)Harmoniemodel, districtenstelsel, evenredige vertegenwoordiging, conflictmodel
d)Districtenstelsel, evenredige vertegenwoordiging, harmoniemodel, conflictmodel.
48)De Eerste Kamer is een onderdeel van:
a)Parlement
b)Departement
c)Koningshuis
d)Ministerie
49)De Tweede Kamer heeft:
a)100 leden
b)150 leden
c)175 leden
d)225 leden
50)Een coalitie is:
a)een samenwerkingsverband van partijen in een regering
b)de oppositie in het parlement
c)alle partijen die samenwerken in het parlement
d)de samenwerking binnen een regering