2008 Rapport Dijsselbloem: Analyses en conclusies
Hoofdstuk 5 Analyses en Conclusies rapport Dijsselbloem
HOOFDSTUK 5 ANALYSE EN CONCLUSIES
5.1 Inleiding
In het voorgaande hoofdstuk hebben we stilgestaan bij de kwaliteit van ons huidige onderwijs. Samengevat: er is sprake van een zorgwekkende trend. Hoewel het directe verband met de onderwijsvernieuwingen van dit onderzoek niet eenduidig is te leggen, heeft het hele proces van onderwijsvernieuwing onmiskenbaar grote invloed gehad op de ontwikkeling van het voortgezet onderwijs in de afgelopen jaren.
Gestructureerd naar de verschillende fase van de beleidscyclus komen we in dit hoofdstuk tot de belangrijkste conclusies ten aanzien van de grote onderwijsvernieuwingen in het voortgezet onderwijs in de afgelopen twintig jaar. Deze conclusies vloeien met name voort uit de casusbeschrijvingen van hoofdstuk 2, alsmede uit de achtergrondstudies van het Sociaal en Cultureel Planbureau, de hoogleraren onderwijsrecht Zoontjens en Mentink, het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt, het Onderzoekscentrum «Leren in interactie», het Centraal Planbureau en de Algemene Rekenkamer.
5.2 Fase van probleemdefinitie
1. De probleemanalyses die ten grondslag lagen aan de onderwijsvernieuwingen schoten ten dele tekort
2. Het voortgezet onderwijs werd eenzijdig verantwoordelijk gemaakt voor de oplossing van maatschappelijke problemen
3. De politiek heeft het voortgezet onderwijs overladen met ambities
4. Beleid liep achter op maatschappelijke ontwikkeling
5.3 Fase van beleidsontwikkeling
5. De rol van het ministerie werd in handen gegeven van procesmanagers
6. De politiek heeft haar verantwoordelijkheid voor het procesmanagement verwaarloosd
7. Er was sprake van gesloten beleidsvorming
8. De wetenschappelijke onderbouwing van de vernieuwingen schoot tekort
9. De politiek verspeelde het aanvankelijke draagvlak
10. Politiek trad in de vrijheid van scholen
11. Kennis en condities voor het nieuwe leren zijn onvoldoende
12. De inzet op gelijke kansen leidde tot gelijke behandeling van ongelijke leerlingen
13. Er zijn risico’s genomen met kwetsbare leerlingen
14. Docenten, ouders en leerlingen onvoldoende gehoord in de «onderwijspolder»
5.4 Fase van wetgeving
15. Regeerakkoorden forceerden doorbraken maar versterkten het gesloten beleidsproces
16. De Kamer handelde op basis van vermeend draagvlak
5.5 Fase van implementatie
17. De complexiteit van de uitvoering vroeg veel meer tij
18. Financiën waren leidend en soms zelfs beslissend
19. De gevolgen van vele gelijktijdige veranderingen werden onderschat
20. De wettelijke vrijheid van scholen was beperkt
21. Derden vulden de didactische vrijheid van scholen in
22. De onderwijsinspectie hanteerde eigen visie op didactiek
23. Scholen laten nieuwe autonomie onbenut
24. Het hoger onderwijs kan gebrek aan consistentie worden verweten
5.6 Fase van evaluatie
25. De overheid heeft haar kerntaak, het zeker stellen van deugdelijk onderwijs, verwaarloosd
26. Sommige lessen werden (te) snel geleerd
27. Veel is opgevangen door de grote betrokkenheid in de scholen zelf
28. Veranderingen leidden tot nieuwe onderwijsmethoden
29. Autonomie van scholen vraagt extra waarborgen
30. De kwaliteit van het onderwijs geeft reden tot zorg