We hebben 125 gasten online

Hoofdstuk 5: Cevdet Yilmaz, schoot op 5 april 1983 zes mensen dood en verwondde er vier. Hij zal tot levenslang worden veroordeeld.

Gepost in Boek: De praktijk van de levenslange gevangenisstraf in Nederland

Hoofdstuk 5 Cevdet YilmazDinsdagavond na Pasen, op 5 april 1983, stapt Cevdet Yilmaz, 27 jaar, rond half zeven café 't Koetsiertje in de binnenstad van Delft binnen. De sfeer in het Delftse café 't Koetsiertje is ontspannen. Alleen Hans de Hoog, de eigenaar, is enigszins nerveus. Onder zijn zeventien gasten bevinden zich namelijk bloemenkoopman Gerard Sneekes, zijn vrouw Tonie en dochter Carmen. Sneekes wil de kroeg wel van De Hoog overnemen, maar eerst samen met zijn gezin eens bekijken wat er zoal binnenkomt. Dat 't Koetsiertje niet direct het clubhuis van de plaatselijke bijbelgroep is. weet ook Sneekes wel. 'De Koets', vlak bij het station en recht tegen. over het politiebureau, is een plek voor jongens van de straat, die meer houden van een goede knokpartij dan van een diepgravende discussie. Delftse agenten - die letterlijk op een steenworp afstand hun basis hebben - zijn dan ook wel wat gewend als het om deze kroeg gaat. Maar het telefoontje dat ze op deze avond om zeventien minuten voor negen krijgen, gaat verder. 'Er wordt geschoten in De Koets,' luidt de melding. Zelfs als ze na dat bericht in hun surveillancewagens stappen om poolshoogte te nemen, kunnen de politiemensen de impact van wat hun te wachten staat nog absoluut niet overzien[1]. Cevdet Yilmaz was gewapend met een 9 mm pistool. Na een korte woordenwisseling met een van de andere bezoekers trekt de tot Nederlander genaturaliseerde Turk bliksemsnel het automatische pistool uit zijn zak.. Zonder iets te zeggen schiet hij de andere bezoeker midden in het gezicht. Een tweede man die zich er mee bemoeit, wordt ook doodgeschoten. Uiterlijk koel, zich behendig voortbewegend en geheel in executiestijl, richt de schutter het wapen dan met dodelijke precisie op de hoofden van de andere gasten die aan de tafeltjes zijn blijven zitten. Hij lost twaalf schoten. Zes mensen worden gedood, vier raken gewond. de hele operatie duurt nog geen halve minuut. Dan wandelt Y kalm het café uit, steekt zijn hand op tegen een kennis, en verdwijnt. s' Avonds wordt hij gearresteerd[2]. In het café liggen lijken en kruipen verwarde en zwaargewonde mensen rond. Zes van de achttien aanwezigen zijn dood. Gerard Sneekes leeft nog, maar heeft zijn vrouw en zijn 12-jarige dochter naast zich zien sterven. Ook de gasten Wim van Baarle, Jan van Drongelen, Wim Janssen en Ton Smits heeft het avondje stappen het leven gekost. Vier anderen zijn gewond. Iemand moet in de twee minuten tussen het eerste schot en de komst van de politie volledig door het lint zijn[3].

Cevdet Yilmaz, een man van Turkse oorsprong die net tot Nederlander is genaturaliseerd, heeft zelfs maar dertig seconden nodig gehad. Een halve minuut was 't Koetsiertje de hel toen hij binnenkwam, zijn automatische pistool pakte en schoot op iedereen in zijn buurt. Maar door het lint gegaan? Y. heeft in totaal twaalf kogels afgevuurd. Tien ervan waren raak. De eerste kogel was voor Ton Smits. Hij kreeg hem in het gezicht. Met de elf andere maakte Yilmaz nog negen slachtoffers. Het heeft meer weg van een massa-executie dan van een wildemansactie. Yilmaz, zo zal later blijken, is na het dertig seconden-drama kalm naar buiten gelopen en heeft vlak bij de kroeg zelfs nog vriendelijk een kennis gegroet. Een paar dagen later wordt hij opgepakt[4].

Bekend is dat Cevdet Yilmaz. diezelfde avond, voordat hij was gearresteerd, bij een kennis in Zaandam naar te televisie zat te kijken. Pas toen het journaal het gruwelijke nieuws uit Delft bracht, drong het tot Yilmaz door: ‘dat heb ik gedaan’[5].

5.1 Nooit een bevredigend antwoord waarom schoot Cevdet Yilmaz?

Hij werd gepakt en veroordeeld, maar gaf nooit een bevredigend antwoord op die ene vraag: waarom had hij het gedaan?

Cevdet Yilmaz was in 1983-1984 voer voor psychologen, maar geen lekker, makkelijk verteerbaar voer. Drie deskundigen bogen zich over hem na zijn eenmalige misdadige uitspatting. Een echt duidelijk oordeel leverde het niet op. Professor F. Beyaert, kwam het Haagse Gerechtshof bij de behandeling in hoger beroep in oktober 1984 vertellen dat hij geen enkele reden zag om Y. ontoerekeningsvatbaar te verklaren. Maar een echte diepgravende analyse had Beyaert niet kunnen maken, omdat Y. hem iedere medewerking had geweigerd. Twee andere deskundigen daarentegen, de psychiater Zeegers en de psycholoog In 't Veld, konden op zijn volledige coöperatie rekenen. Voor dit duo, dat zich op verzoek van zijn advocaat over de verdachte boog, maakte Y. in gevangenis De Sprang graag tijd. Zeegers en In 't Veld meldden het Hof vervolgens dat Cevdet Y. wel degelijk in zekere mate ontoerekeningsvatbaar was. Therapie, die had Y. volgens hen nodig, veel eerder dan gevangenisstraf. Het kwam Y. en zijn advocaat erg goed uit, want de verdachte zag zich liever voor een onzeker aantal jaren naar een kliniek verdwijnen dan levenslang krijgen. Dat zijn daad ernstig genoeg was voor de langst mogelijke straf, was ook Y. - geestelijk gezond of niet - wel duidelijk[6].

Waarom? Het woord staat geschreven op het voorhoofd van alle rechters die zich over de zaak van Cevdet Yilmaz buigen - en dat zijn er nogal wat, omdat Yilmaz, tot aan de Hoge Raad doorprocedeert. Waarom? Het wordt nooit echt duidelijk. Aanvankelijk wijten de kranten de schietpartij aan een ruzie om een vrouw, maar daar komt nooit enig bewijs voor. Later wordt de gangbare opvatting dat Cevdet Yilmaz een dag voor zijn explosie een conflict zou hebben gehad met het eerste slachtoffer, Ton Smits. Die zou tegen Y. hebben gezegd: 'Je bent nu wel Nederlander, maar je blijft toch een Turk.' Op zichzelf al een zin die nog voor velerlei uitleg vatbaar is, maar zelfs áls het de aanleiding was, waarom moesten dan ook die anderen dood?[7] Cevdet voelde zich diep beledigd. Bij de schietpartij was deze man het eerste slachtoffer. Yilmaz was overigens al eerder gesignaleerd met en vuurwapen, dat hij dreigend te voorschijn had gehaald. Hij kondigde zijn daad tevoren aan: Eén moord niet goed. Je moet er meteen vijf pakken[8].

Dr. Zeegers onderzocht in opdracht van de rechtbank de schutter van ’t Koetsiertje in Delft: Cevdet had een gestoorde relatie met vrouwen. Zijn vader mishandelde zijn moeder, Cevdet mishandelde zijn moeder en beide zusters en zijn eigen vrouw[9].

Natuurlijk, in iedere moordzaak is 'waarom' de eerste vraag als de dader bekend is, maar in de meeste gevallen volgt ook een antwoord. En juist in deze grootste massamoord uit de recente Nederlandse geschiedenis komt dat niet. 'Yilmaz  heeft schijnbaar zonder motief zes mensen van hun leven beroofd,' merkt procureur-generaal Meijring dan ook op tijdens het hoger beroep. 'Het echte waarom zal wel nooit beantwoord worden. Hij vormt een ernstige bedreiging voor de samenleving en bovendien bestaat het gevaar dat hij nog meer mensen doodt. Zo iemand moet levenslang uit de maatschappij worden gehouden[10]. En juist dat is de grote angst van Cevdet Yilmaz; levenslange gevangenisstraf. Al bij de eerste behandeling, voor de rechtbank, in maart 1984, heeft hij er alles aan gedaan om die sanctie te ontlopen. Vooral daarom had zijn toenmalige advocaat die twee extra deskundigen laten opdraven. Er moest worden aangetoond dat Yilmaz niet bij zinnen was op die vijfde april. Dat zou de kans vergroten dat hij tbs zou krijgen. Er bestaat geen maximale lengte voor tbs, zodat een behandeling in een kliniek theoretisch echt een leven lang kan duren, maar gemiddeld houden de therapeuten het na ongeveer vier jaar wel voor gezien met een patiënt. En dat is een stuk minder dan levenslang. Die straf betekent in Nederland namelijk twintig jaar cel[11]. Zelfs met een derde deel aftrek, dat heel vaak wordt toegekend, blijft er in het gunstigste geval nog ruim dertien jaar in de gevangenis over[12]. Voor de rechtbank had de extra expertise niet mogen baten: Cevdet Yilmaz kreeg levenslang. Voor het Gerechtshof gebeurt dat weer, tot grote ergernis van de verdachte en zijn nieuwe advocaat - de oude had Yilmaz na het eerste vonnis terzijde geschoven. Later zal ook de gang naar de Hoge Raad niets uithalen; het hoogste rechtscollege van dit land ziet geen enkele reden om het vonnis te herzien. De massamoord blijft bestraft met de zwaarste straf mogelijk[13].

In  ‘Raadsels blijven sinds moordpartij[14]’ memoreert Frits Abrahams dat ‘de zesvoudige moord van Cevdet Yilmaz in 1983 in het Delftse café 't Koetsiertje altijd een mysterie is geweest. Uit een documentaire die de VARA tv uitzond op 28 augustus 1997 bleek dat rond motieven en toedracht nog steeds grote raadsels hangen. ‘We hoorden uit de mond van Yilmaz en getuigen flarden van het verhaal die volkomen met elkaar in strijd waren’. Aldus Frits Abrahams. We horen dat Yilmaz iets voor andere gevangenen doet, maar alleen via het VARA-blad komen we te weten dat Yilmaz zich tot een soort intellectueel heeft ontwikkeld die de Volkskrant en opiniebladen leest, die studeert en hoofdredacteur van de bajeskrant in Norgerhaven is. Kortom, een slimme man. Yilmaz doet echter niet anders dan anderen de schuld voor zijn moordpartij in de schoenen te schuiven. Hij zegt letterlijk: ,Het lag niet aan mij. Door die ene fatale aanval van hem... daarna had ik geen controle meer. Het ging zo automatisch... Ik wou deze plek verlaten. Die andere zaken zag ik niet’. Frits Abrahams verklaart verder: ‘Wat mij opviel was dat Yilmaz zich verbaal zeer boetvaardig gedroeg - hij verdiende 'de zwaarste straf' - maar dat hij desondanks wél in beroep en cassatie is gegaan, een gratieverzoek heeft overwogen en nu aan een tv-documentaire meewerkt waarin geen spoor van excuus tegenover de nabestaanden voorkomt - integendeel zelfs’.

In  ‘De levenslange gevangenisstraf[15]’, staat W.F. van Hattum stil bij de zaak van Het Koetsiertje en de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf voor Cevdet Yilmaz, omdat gezien de duur van de door Yilmaz uitgezeten gevangenisstraf , hij op basis van het vroegere gratiebeleid in aanmerking zou zijn gekomen voor een ambtshalve gratieoverweging.

Over Cevdet Yilmaz de moordenaar van Het Koetsiertje rapporteerde het PBC drie jaar na het begin van detentie, in 1986, dat behandeling nodig was. Cevdet Yilmaz werd echter in de Noorderschans in Winschoten geplaatst, in een soort afzondering dus. De verzoeken van Ylimaz om in aanmerking te komen voor behandeling werden afgewezen. Het PBC oordeelde in 1993 en 1996 dat een behandelsetting niet was aangewezen ‘nu de straf toch geen perspectief op vrijlating bood’. Het PBC oordeelde echter in 1999 in het kader van het gratieverzoek dat ‘langdurige klinische behandeling noodzakelijk [was] ter beperking van het recidivegevaar’.

Een paar opmerkingen in het psychiatrisch rapport over de houding van Yilmaz. trokken mijn aandacht ( Van Hattum): ‘[Yilmaz] kan zich door behandeling te weigeren eindeloos gedetineerd houden’ en ‘[Yilmaz] stelt anderen die vinden dat de levenslange straf niet levenslang mag duren voor een probleem’. De beide zinnen geven m.i. precies weer voor welk dilemma de levenslange gevangenisstraf ons plaatst: de straf moet in naam duren tot de dood erop volgt maar in de praktijk moet dat niet want dat is niet menselijk. Regels om die praktijk te regelen, ontbreken echter. Het eindeloze karakter van de straf werd vervolgens aan Yilmaz in de schoenen geschoven.

5.2 Gratieverzoek Yilmaz afgewezen

Het gratieverzoek van Yilmaz werd na de rapportage van het PBC afgewezen op grond van ‘de gevoelens in de maatschappij en omdat klinische behandeling noodzakelijk is.’ Deze afwijzing heeft twee jaar en 10 maanden op zich laten wachten. Het is waarschijnlijk vanwege de tweede overweging dat Yilmaz vanaf 2001 toch uiteindelijk in een behandelkliniek verblijft. Daar heeft hij, op basis van een afspraak tussen hem, zijn advocaat, de kliniek en het departement, de status van een TBS-gestelde. Op zichzelf is zo’n op maat gemaakte afspraak natuurlijk prachtig, maar het wettelijk kader ontbreekt en daarmee ook de tweejaarlijkse rechterlijke toets van zijn delictgevaarlijkheid en het recht op invrijheidstelling als de rechter van mening is dat verlenging niet langer noodzakelijk is, zoals wanneer werkelijk sprake was geweest van TBS. Dit gebrek aan rechtspositie staat in schril contrast met de door mij als toevalsfactoren aangeduide feiten in deze zaak. Yilmaz werd veroordeeld voor moord, eenmaal gepleegd, en doodslag vijfmaal gepleegd in voortgezette handeling en kreeg een levenslange gevangenisstraf opgelegd, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep. Voor het opleggen van levenslange gevangenisstraf aan de verdachte hing veel, zo niet alles, af van de kwalificatie van het eerste schot en van de inschatting van de psychische toestand van de verdachte door de deskundigen. De kwalificatie was moord; dus kalm beraad en rustig overleg. Hoezeer dit oordeel juridisch houdbaar mag zijn, er waren ook argumenten om juist niet van voorbedachte rade te spreken. Deze konden echter minder goed aan het licht komen doordat de verdachte weinig wilde vertellen. Zo was er weinig bekend over de gebeurtenissen die enige tijd voor het delict een traumatische ervaring voor hem waren geweest.

Mogelijk zou de meerdere informatie het oordeel dat sprake was van kalm beraad en rustig overleg hebben genuanceerd. In elk geval waren die gegevens van belang voor de inschatting van de toerekenbaarheid. De verdachte had zich echter zo ontoegankelijk getoond, dat het PBC oordeelde dat er geen conclusie over de toerekeningsvatbaarheid kon worden geformuleerd en beschouwde de verdachte daarom geheel toerekeningsvatbaar. Veel later oordeelde de psychiater van destijds dat met de kennis van nu een ander oordeel zou zijn geveld. Een belangrijke factor daarbij was het gebrek aan kennis van de culturele achtergrond van de verdachte. Zo speelden de traumatische ervaringen kort voor het delict een rol bij de gebeurtenissen en was er sprake geweest van druk die op de verdachte werd uitgeoefend om de familie-eer te beschermen. Ook het PBC is in 1999 teruggekomen op zijn eerdere oordeel. Twee contradeskundigen oordeelden overigens in 1983 al dat de feiten in belangrijk verminderde mate waren toe te rekenen.

5.3 Toch werd naar resocialisatie toegewerkt

In deze zaak werd na 18 jaar van weigering van behandeling toch aan resocialisatie gewerkt. Yilmaz heeft enige houvast aan de gemaakte afspraak.  Alleen gratie blijft ook in dit geval tot op het laatst moment ondoorzichtig[16].

Op 18 september 2007  diende een  Kort Geding en Cevdat Yilmaz was de eiser Uitspraak 02-10-2007

Uitspraken rechtbank: LJN BB4626 Rechtbank 's-Gravenhage van 02-10-2007[17] blijkt het volgende: Eiser die tot een levenslange gevangenisstraf is veroordeeld en op grond van artikel 13, eerste lid, Sr is opgenomen in een tbs-inrichting, is niet-ontvankelijk in zijn vorderingen om de Staat te veroordelen zich te onthouden van handelingen die gericht zijn op terugplaatsing van eiser in het gevangeniswezen alsmede te bepalen dat gedaagde zal gehengen en gedogen dat wordt gehandeld alsof eiser over een verlofmachtiging beschikt dan wel gedaagde te bevelen onbegeleid verlof te verlenen.

Twee voorbeelden

Het huidige beleid kan het beste worden aangetoond aan de hand van de zaak

Zaak Y[18].

Yilmaz. is in 2001 op verzoek van het Ministerie van Justitie in een behandelkliniek geplaatst ter behandeling van zijn stoornis. Aan deze beslissing wordt de mogelijkheid van gratie gekoppeld. De behandeling slaat aan en conform de afspraken worden vrijheden verleend zoals begeleid verlof. In 2005 wijzigt het ministerie zijn standpunt met betrekking tot het verlof. Aanleiding vormt het gewijzigde verlofbeleid inzake Terbeschikkingstelling (TBS).

De beroepscommissie van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) acht de intrekking van het verlof onredelijk en onbillijk, ‘omdat de verloven al jaren zonder problemen verlopen, het gedrag van Y. geen aanleiding geeft tot wijziging van het eerdere standpunt, de afspraken destijds in overleg met alle partijen zijn vastgelegd en er verwachtingen zijn gewekt m.b.t het resocialisatietraject’. Hierna zijn de begeleide verloven hervat.

5.4 Begeleid verlof  mocht niet gecontinueerd worden

Op basis van de nieuwe verlofregeling voor TBS-gestelden wordt de aanvraag voortzetting begeleid verlof voor Y. voorgelegd aan de Adviescommissie Verloftoetsing TBS (AVT). Deze commissie adviseert positief. De commissie heeft daarbij kennis genomen van de resultaten van het slachtofferonderzoek. In november 2009 besluit de bewindsvrouwe desalniettemin het begeleid verlof niet te continueren, gelet op het belang van de slachtoffers zoals door de bewindsvrouwe gepercipieerd. Bij nader inzien kwalificeert de bewindsvrouwe de destijds ingeslagen weg als ‘onjuist’. De RSJ heeft op 12 juli 2010 de intrekking van de machtiging voor begeleid verlof op de enkele grond van die thans verstrekte uitkomsten van het slachtofferonderzoek uit 2009 als onredelijk en onbillijk aangemerkt.

Op de aanvraag onbegeleid verlof, gedaan in 2006, is tot nog toe (juli 2011) niet definitief beslist.

Conclusies in de zaak Y.

- De beslissing om Y. over te brengen naar een kliniek ter behandeling met het oog op mogelijke resocialisatie en invrijheidstelling past in het ‘oude’ gratiebeleid.

- De beslissing om dit traject af te breken, berust op het ‘nieuwe’ beleid.

- Het departement wenst Y. het geboden perspectief op invrijheidstelling te ontnemen.

- De enige daarvoor aangevoerde grond is het belang van de slachtoffers.

- Deze grond wordt niet genoemd in de betreffende bepalingen van de Beginselenwet Verpleging Terbeschikkinggestelden (BVT).

- Deze grond strookt niet met de Europese rechtspraak of regelgeving (hetzij bindend recht, hetzij zogeheten ‘soft law’).

Rechtspraak in de zaak Y.:

Beroepscommissie Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming 31 maart 2008, 07/2372/TR.

Beroepscommissie Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming 12 juli 2010, 09/3625/TR.

De Hoge Raad bepaalde recent in deze zaak dat bij verlofaanvragen voor deze levenslang -gestraften de ministers eerst het advies van het AVT moet afwachten, en bij afwijking daarvan dit goed moet motiveren[19].

Op 26 juni 2012 oordeelde de voorzieningenrechter van de Rechtbank van Den Haag dat de echtgenote van Cevdet Yilmaz een verblijfsrecht moest worden verleend, om voor hun minderjarig kind te kunnen zorgen[20]. Uit het verslag van de beslissing blijkt dat de vrouw sinds 1999 een relatie met de levenslang gestrafte man heeft. Ze bezochten elkaar in de gevangenis en kliniek waar de man verblijft. In 2004 werd hun kind geboren en in 2007 zijn de man en vrouw getrouwd. Omdat de man de Nederlandse nationaliteit heeft, heeft het kind deze ook. De vrouw zorgt voor het kind en woont bij familie in Nederland. De vrouw en het kind zien de man regelmatig in de kliniek waar de man momenteel verblijft.

De rechter oordeelde dat het weigeren van een verblijfsrecht aan de moeder in strijd is met de Europese regelgeving. Aangezien het kind een burger van de Europese Unie is, heeft hij het recht om in de Europese Unie te wonen. Dit is één van de belangrijkste rechten van burgers van de Europese Unie. Als de moeder geen verblijfsrecht zou krijgen, wordt het kind feitelijk gedwongen om samen met zijn moeder de Europese Unie te verlaten. De vader kan vanwege zijn levenslange gevangenisstraf niet voor het kind zorgen.

Een eventuele plaatsing van het kind in een pleeggezin of de overname van de zorg door maatschappelijke instellingen zou in deze volgens de rechter (zeer) uitzonderlijke situatie structureel van aard zijn. Dat wilde de rechter niet en daarom moet de moeder in staat worden gesteld om voor haar kind te zorgen en een verblijfsrecht krijgen.

De rechtbank heeft daarbij overwogen dat referent al sinds 1984 in detentie verkeert en dat niet is gebleken dat binnen afzienbare tijd perspectief op terugkeer in de samenleving bestaat[21].


[1] Smolders, Peter,: De 30 meest geruchtmakende Misdaden van de Lage Landen. Uitgeverij Tirion 1999 ISBN 9789043900157. Pagina 180

[2] Korterink Hendrik Jan: Moord in Nederland; De daders, hun fantasieën en hun willekeurige slachtoffers. Uitgeverij Verba ISBN 9055131695 pagina 211

[3] Smolders, Peter,: De 30 meest geruchtmakende Misdaden van de Lage Landen. Uitgeverij Tirion 1999 ISBN 9789043900157. Pagina 180

[4] Smolders, Peter,: De 30 meest geruchtmakende Misdaden van de Lage Landen. Uitgeverij Tirion 1999 ISBN 9789043900157. Pagina 181

[5] Bron: Korterink Hendrik Jan: Moord in Nederland; De daders, hun fantasieën en hun willekeurige slachtoffers. Uitgeverij Verba ISBN 9055131695 pagina 225

[6] Smolders, Peter,: De 30 meest geruchtmakende Misdaden van de Lage Landen. Uitgeverij Tirion 1999 ISBN 9789043900157. Pagina 179

[7] Smolders, Peter,: De 30 meest geruchtmakende Misdaden van de Lage Landen. Uitgeverij Tirion 1999 ISBN 9789043900157 Pagina 181

[8] Bron: Korterink Hendrik Jan: Moord in Nederland; De daders, hun fantasieën en hun willekeurige slachtoffers. Uitgeverij Verba ISBN 9055131695 pagina 228

[9] Bron: Korterink Hendrik Jan: Moord in Nederland; De daders, hun fantasieën en hun willekeurige slachtoffers. Uitegeverij Verba ISBN 9055131695 pagina 238

[10] Smolders, Peter,: De 30 meest geruchtmakende Misdaden van de Lage Landen. Uitgeverij Tirion 1999 ISBN 9789043900157 Pagina 181

[11] Zie voor een nadere toelichting over de daadwerkelijk toepassing van levenslange gevangenisstraf in Nederland Hoofdstuk 1

[12] Smolders, Peter,: De 30 meest geruchtmakende Misdaden van de Lage Landen. Uitgeverij Tirion 1999 ISBN 9789043900157 Pagina 181/182

[13] Smolders, Peter,: De 30 meest geruchtmakende Misdaden van de Lage Landen. Uitgeverij Tirion 1999 ISBN 9789043900157 Pagina 182

[14] Raadsels blijven sinds moordpartij: uitzending documentaire vara t.v 28 augustus 1997 van Polak: Ted de Turk.

[15] Hattum van, W.F.: de levenslange gevangensistraf. Pagina 21/22

[16] Hattum van, W.F.: de levenslange gevangenisstraf. Pagina 24

[17] LJN BB4626 Rechtbank s’Gravenhage van 02-10-2007

[18] Bijlage 3 Factsheet Forum Levenslang

[19] Hoge Raad 14 oktober 2011, LJN BR3058

[20] Rechtbank Den Haag LJN BX2769

[21] Rechtbank Den Haag LJN BX2769

Geraadpleegde literatuur:

Abrahams, Frits: Raadsels blijven rond moordpartij in NRC 29 augustus 1997

Hattum van, W.F.: De levenslange gevangenisstraf. Wiene van Hattum is UD straf- en strafprocesrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen

Korterink Hendrik Jan: Moord in Nederland; De daders, hun fantasieën en hun willekeurige slachtoffers. Uitgeverij Verba ISBN 9055131695 pagina 211; pagina 225; pagina 228; pagina 238 en pagina 317.

Smolders, Peter,: De 30 meest geruchtmakende Misdaden van de Lage Landen. Het Koetsiertje dertig seconden was het de hel. Uitgeverij Tirion 1999 ISBN 9789043900157; pagina 179 t/m 182.

Geraadpleegde bronnen:

De Waarheid 14-03-1983: Delftse moordenaar krijgt levenslang.

De Waarheid: Schietpartij in Delft bloedigste van Nederland.

Limburgs Dagblad 06-04-1983: Zes doden bij schietpartij in Delfts Café.

Limburgs Dagblad 07-04-1983: Verbeten jacht op dader schietpartij. "Nog staat me dat beeld voor ogen, afgrijselijk".

Limburgs Dagblad 08-04-1983: Verdachte schietpartij in Zaanstad aangehouden.

Limburgs Dagblad 09-04-1983: Motief schietpartij in Delft nog niet helemaal duidelijk. en... Foto namens Turkse gemeenschap geeft het Turkse meisje bloemen aan slachtoffers café het koetsiertje.

Limburgs Dagblad 09-11-1983: Moordpartij delft: Levenslang geëist.

Limburgs Dagblad 14-03-1984: Levenslang voor moord en doodslag in Delfts café.

Limburgs Dagblad 02-10-1984: Moordenaar vraagt begrip.

Telegraaf 14-03-1989: Zesvoudige Delftse moordenaar lichtte uit cel firma's op.

Telegraaf 16-03-1989: "Waarom mag moordenaar meer dan ik?"

Zie verder Hoofdstuk 6: De Chinees Loi Wah C. voor doodslag en drievoudige moord op 11 september 1987 Chinees gezin Tang in Rotterdam.