We hebben 95 gasten online

Lucia de Berk deel 8

Gepost in Lucia de Berk

Korte terugblik

- Op 18 juni 2004 heeft het hof ’s-Gravenhage Lucia de B. in hoger beroep voor zeven moorden en drie pogingen tot moord op patiënten en voor een aantal vermogens- en valsheidsdelicten en meineed veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf en TBS.
Tegen deze uitspraak van het hof heeft Lucia de B. beroep in cassatie ingesteld. Op 14 maart 2006 (LJN AU5496, NJ 2007, 345) heeft de Hoge Raad de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de strafbaarheid en de sanctieoplegging, met verwijzing van de zaak naar het hof Amsterdam. Het beroep is voor het overige verworpen.
Het hof Amsterdam, dat dus alleen over de strafoplegging moest beslissen, heeft op 13 juli 2006 (LJN AY3864) Lucia de B. strafbaar verklaard voor de bewezenverklaarde feiten en haar veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf.

Naar aanleiding van het strafproces tegen Lucia de B. heeft prof. dr. A.A. Derksen zich gewend tot de Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken (hierna: CEAS), de zogenoemde commissie-Buruma, met het verzoek een onderzoek te verrichten in deze zaak. De CEAS heeft een onderzoek noodzakelijk geacht en een driemanschap benoemd. In zijn rapport adviseerde het driemanschap het College van procureurs-generaal om bij de Hoge Raad een herzieningsaanvrage in te dienen.
Op 26 oktober 2007 heeft de procureur-generaal bij de Hoge Raad van het College van procureurs-generaal het verzoek ontvangen om te beoordelen of in het rapport van het driemanschap aanleiding kan worden gevonden tot het indienen van een vordering tot herziening.
Naar aanleiding van dit verzoek heeft advocaat-generaal mr. G. Knigge op 31 maart 2008 een rapport uitgebracht. Het onderzoek van de advocaat-generaal is in het bijzonder gericht geweest op de moord op een baby op 4 september 2001 in het Juliana Kinderziekenhuis in ’s-Gravenhage. 

De advocaat-generaal heeft in de in het CEAS-rapport neergelegde bevindingen geen grond gezien voor het indienen van een vordering tot herziening.
De resultaten van het door de advocaat-generaal zelf geëntameerde onderzoek zijn voor hem aanleiding geweest om op 17 juni 2008 een vordering tot herziening in te dienen bij de Hoge Raad.
De raadsman van Lucia de B., mr. A.A. Franken, advocaat in Amsterdam, heeft de eindconclusie van de advocaat-generaal onderschreven.
(Zie voor het verloop van deze zaak tot nu toe de website rechtspraak.nl / dossiers / Lucia de B).

Herzieningsprocedure


Onder bijzondere omstandigheden is het mogelijk dat inbreuk wordt gemaakt op het uitgangspunt dat een onherroepelijk veroordeling door de strafrechter definitief is. Dat is het geval als een aanvrage tot herziening van zo’n veroordeling wordt gedaan en na onderzoek gegrond wordt bevonden. Dat kan, als het gaat om een nieuwe feitelijke omstandigheid (een zogenaamd ‘novum’) die bij het onderzoek op de terechtzitting de rechter niet is gebleken en die het ernstige vermoeden wekt dat die, als de rechter daarmee bekend was geweest, tot vrijspraak zou hebben geleid.

De bewijsvoering van het hof ’s-Gravenhage met betrekking tot de moord op de baby


Het hof heeft in de eerste plaats bewezenverklaard dat Lucia de B. op 4 september 2001 opzettelijk en met voorbedachte raad een baby in het Juliana Kinderziekenhuis heeft vergiftigd met digoxine. Kort samengevat is het hof van de volgende feitelijke toedracht uitgegaan.
Wat de doodsoorzaak betreft heeft het hof geoordeeld dat buiten redelijke twijfel vaststaat dat sprake was van een onnatuurlijke dood, te weten digoxinevergiftiging. Digoxine is een stof die invloed heeft op de hartfunctie. Een eenmalige overdosis digoxine heeft volgens het hof geleid tot een fatale hartstilstand. Het hof heeft dat bewijs in hoofdzaak gebaseerd op (a) de uit het (bij een obductie uit het lichaam van de baby veiliggestelde) bloedmonster verkregen waarde van de aangetroffen digoxine, (b) de schriftelijke registratie (trendtables) van de monitor waarop de baby die avond en nacht voor het overlijden was aangesloten, (c) de klinische gegevens en de ziektegeschiedenis van de baby en (d) hetgeen daarover door getuigen en deskundigen is verklaard.
Uit het bloedmonster was bij onderzoek een hoge concentratie digoxine verkregen. Het hof heeft dat monster zeer betrouwbaar geacht. In de visie van het hof heeft dit bloedmonster uitermate belangrijke rol gespeeld bij de bewezenverklaring van de moord.
Uit de trendtables heeft het hof afgeleid dat een hartstilstand is opgetreden die onmiddellijk gepaard is gegaan met een ademstilstand. Dit wijst volgens het hof op digoxinevergiftiging.
Wat het tijdstip van toediening van de overdosis digoxine betreft heeft het hof aangenomen dat er twee periodes zijn geweest waarin de monitor niet was aangesloten. In de eerste periode waarin de monitor afgekoppeld zou zijn geweest, zou lichamelijk onderzoek van de baby hebben plaatsgevonden. Voor de tweede periode heeft het hof geen verklaring kunnen vinden. Het heeft de toediening van digoxine door Lucia de B. daarom in die periode gesitueerd.

De vordering tot herziening


De vordering van de advocaat-generaal is niet gericht tegen de veroordeling wegens de vermogens- en valsheidsdelicten en de meineed. De vordering betreft de bewijsvoering door het hof ’s-Gravenhage met betrekking tot de levensdelicten. Het onderzoek van de advocaat-generaal heeft zich geconcentreerd op de bewezenverklaarde moord op de baby in het Juliana Kinderziekenhuis in ’s-Gravenhage. De advocaat-generaal heeft een integrale multidisciplinaire herbeoordeling laten uitvoeren van de omtrent het overlijden van de baby beschikbare gegevens door prof. dr. J. Meulenbelt, internist, intensivist en toxicoloog, hoofd van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (onderdeel van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). Prof. Meulenbelt heeft samen met andere deskundigen op basis van alle toxicologische, pathologische en klinische bevindingen uit het dossier de vraag herbeoordeeld of de baby is overleden als gevolg van een acute digoxinevergiftiging.

De vordering houdt in de eerste plaats in dat ten aanzien van de moord op de baby in het Juliana Kinderziekenhuis in ’s-Gravenhage sprake is van een novum.
Deze aanvrage tot herziening steunt op drie omstandigheden, te weten:
(i) de informatie uit de grafische registratie van de gegevens van de monitor waarop de baby voorafgaand aan haar overlijden was aangesloten (trendgraphs);
(ii) het oordeel van prof. Meulenbelt over de representativiteit van het monster bloederig vocht dat bij obductie uit het lichaam van de baby is veiliggesteld;
(iii) het oordeel van prof. Meulenbelt met betrekking tot de mogelijkheid van een natuurlijke doodsoorzaak.
De vordering houdt in de tweede plaats in dat vanwege de samenhang in de bewijsvoering ook de veroordelingen ten aanzien van de andere levensdelicten moeten worden herzien.
De advocaat-generaal heeft daarom op 17 juni 2008 een aanvrage tot herziening ingediend voor alle levensdelicten.

Uitspraak van de Hoge Raad


De Hoge Raad heeft de aanvrage tot herziening voor de veroordelingen voor de levensdelicten gegrond verklaard.

De resultaten van het door de advocaat-generaal verrichte onderzoek ondergraven volgens de Hoge Raad in wezenlijke mate de bewijsvoering van het hof ten aanzien van de bewezenverklaarde moord op de baby in het Juliana Kinderziekenhuis in ‘s-Gravenhage. 
Daarbij komt het meeste gewicht toe aan het oordeel van prof. Meulenbelt dat op grond van het klinisch beloop kan worden gesproken van een natuurlijk overlijden. Er was wel digoxine in het lichaam van de baby aanwezig, maar het is volgens prof. Meulenbelt niet waarschijnlijk dat digoxine heeft bijgedragen aan het overlijden.
Dat oordeel moet als een novum worden aangemerkt. Temeer omdat dat oordeel van prof. Meulenbelt niet los kan worden gezien van de overige uitkomsten van het onderzoek van de advocaat-generaal. Die uitkomsten roepen op een tweetal andere punten twijfel op aan de juistheid van die bewezenverklaring. Dat betreft in de eerste plaats het oordeel van het hof omtrent de betrouwbaarheid van het onderzochte bloedmonster en de daarin gevonden digoxinewaarde. Er is twijfel gerezen aan de representativiteit van dat bloedmonster. Het tweede aspect betreft het oordeel van het hof omtrent de tijdspanne waarbinnen door de veroordeelde digoxine zou zijn toegediend. Het hof heeft die toediening gesitueerd in de tweede periode waarin de baby die avond en nacht niet op de monitor was aangesloten.
Daarbij heeft voor het hof een rol gespeeld dat het voor het afkoppelen van de monitor in die periode geen verklaring heeft gevonden. Naar het zich thans laat aanzien kan die tweede monitorloze periode echter worden verklaard doordat de baby in die periode lichamelijk is onderzocht. 

De aanvrage is dus wat betreft de veroordeling voor deze moord gegrond. De Hoge Raad deelt de conclusie van de advocaat-generaal dat de samenhang in de bewijsvoering van alle levensdelicten meebrengt dat de aanvrage ook ten aanzien van de andere levensdelicten gegrond moet worden verklaard.

Gevolgen van deze uitspraak


De Hoge Raad heeft bevolen dat de tenuitvoerlegging van de opgelegde levenslange gevangenisstraf wordt opgeschort.
De Hoge Raad heeft de zaak verwezen naar het hof Arnhem. Dit hof zal de zaak opnieuw moeten behandelen en onderzoek moeten doen naar de levensdelicten. Het kan vervolgens de eerdere veroordelingen handhaven of vernietigen en dus alsnog van een of meer levensdelicten vrijspreken of voor een of meer van die levensdelicten veroordelen. Het hof moet in ieder geval nog een straf bepalen voor de vermogens- en valsheidsdelicten en de meineed.

Dit is een samenvatting van de uitspraak van de Hoge Raad van 7 oktober 2008. Bij verschil tussen deze samenvatting en de volledige uitspraak is laatstgenoemde bindend. 

De Hoge Raad heeft op 7 oktober 2008 een herziening gevorderd in zake de strafzaak tegen Lucia de Berk.

Motivering van de Hoge Raad:

Herziening Lucia de B. De AG heeft in het rapport van de Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken (CEAS) geen grond gezien voor het indienen van een herzieningsverzoek maar heeft op grond van door hemzelf geëntameerd onderzoek een vordering tot herziening ingediend. Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen ten aanzien van de grondslag voor herziening van Hoge Raad LJN BA1024.

De vordering tot herziening heeft betrekking op de onder 1 bewezenverklaarde moord op een baby en steunt op de omstandigheden dat

(i) de informatie uit de grafische registratie van de gegevens van de monitor waarop de baby voorafgaand aan haar overlijden was aangesloten (trendgraphs);

(ii) het oordeel van prof. Meulenbelt over de representativiteit van het monster bloederig vocht uit de gaasjes die bij obductie uit het lichaam van de baby zijn veiliggesteld;

(iii) het oordeel van prof. Meulenbelt met betrekking tot de mogelijkheid van een natuurlijke doodsoorzaak.

De Hoge Raad bespreekt die omstandigheden en oordeelt op grond daarvan, dat het oordeel van prof. Meulenbelt, dat op grond van het klinisch verloop van een natuurlijk overlijden kan worden gesproken, als een novum moet worden aangemerkt.

Hoge Raad: De resultaten van het door de Advocaat Generaal verrichte onderzoek ( Zie daarvoor onderstaand kader) ondergraven in wezenlijke mate de bewijsvoering van het Hof ten aanzien van de bewezenverklaarde moord op de baby. Daarbij komt het meeste gewicht toe aan het oordeel van prof. Meulenbelt dat op grond van het klinisch beloop kan worden gesproken van een natuurlijk overlijden. Dat oordeel moet als een novum worden aangemerkt. Temeer omdat dat oordeel niet los kan worden gezien van de overige uitkomsten van het onderzoek van de Advocaat Generaal. Die uitkomsten roepen op 2 andere punten twijfel op aan de juistheid van die bewezenverklaring. Daaruit volgt dat de aanvrage wat betreft feit 1 gegrond is. De Hoge Raad deelt de conclusie van de Advocaat Generaal dat dit, gelet op de samenhang in de bewijsvoering van alle levensdelicten, meebrengt dat de aanvrage ook ten aanzien van de andere levensdelicten gegrond moet worden verklaard.

De regiezitting van het gerechtshof te Arnhem in de zaak Lucia de Berk

5 februari 2009

Inleiding

Om 7:10 uur, op donderdag 5 februari, vertrok in ik vanuit mijn woonplaats Deurne naar Arnhem om de regiezitting bij te wonen in het paleis van justitie te Arnhem. Tijdens de autorit van zo'n 80 minuten had ik alle tijd om nog eens al die jaren de revue te laten passeren en de manier waarop in de strafzaak tegen Lucia, alle partijen hebben geacteerd.

De avond ervoor las ik nog eens het bericht uit het Brabants Dagblad van dinsdag 11 maart 2003 met de volgende quote 'Haagse verpleegkundige geen psychopaat'. Uit het bericht komt naar voren dat Lucia door onderzoekers van het Pieter Baan Centrum was onderzocht en dat deze tot de conclusie kwamen dat Lucia geen psychopaat was. Het Brabants Dagblad vervolgt: 'De bevindingen van de psychiatrische observatiekliniek wijken af van de beschuldigingen die het Openbaar Ministerie tegen haar uitte. Officier van Justitie Degeling stelde bijna een jaar geleden al (dus al in 2002), dat de verdachte kenmerken vertoonde van 'een klassieke psychopaat'

Ik heb er in mijn boek 'De dood als Machtsmiddel' Moord en doodslag door verpleegkundigen in hoofdstuk 4 (Lucia de Berk, Seriemoordenaar of slachtoffer van moderne heksenvervolging?) uitgebreid aandacht aan besteed.

Hoe kan het dat het Openbaar Ministerie, ondanks een zelf geëntameerd onderzoek in het PBC, bleef persisteren in het feit dat Lucia schuldig was en is aan de ten laste gelegde feiten. De beeldvorming speelt daarbij een grote rol.

Nadat Lucia door de staatssecretaris op vrije voeten was gesteld schreef ik op 3 april 2008, aan de leden van het Comité Lucia een open brief: 'Beeldvorming met betrekking tot Lucia in de pers'.Daarin gaf ik uiting aan mijn zorgen over het feit dat de beeldvorming, ondanks dat Lucia was vrijgelaten, toch weer een rol zou gaan spelen.

Al rijdend naar Arnhem merkte ik, dat ik niet was gerustgesteld met betrekking tot de uitkomst van de regiezitting. Zeker niet nadat de laatste weken opeens persberichten verschenen. Bijvoorbeeld in de Volkskrant van 24 januari 2009 'Zaak-Lucia de B.: 'Er zat digoxine in dat kind' en de reacties daarop van Metta de Noo en P.Groeneboom. Maar ook het artikel in het Algmeen Dagblad van 3 februari onder de kop 'Vrijspraak Lucia de B. niet zeker', maakte dat ik over de goede afloop van het herzieningsproces ineens twijfels kreeg. Vooral ook omdat het onder andere Prof. Crombag was die in het artikel stelt:'Ik waag me niet aan een voorspelling. Ik heb het eerder gezegd: wat mij betreft zou het strafrecht onder de Wet op de Kansspelen moeten vallen.’. En zijn uitspraak over 'dat gedonder', zou zoals later tijdens de zitting zou blijken nog geciteerd worden.

Kortom, ik stapte om 8:30 uur toch met een onzeker gevoel het paleis van justitie binnen. Ik moest echter eerst, na door de beveiliging te zijn gecontroleerd, een schaar afgeven die ik vergeten had uit mijn tas te verwijderen. De zitting van het Hof zou plaatsvinden in de zogenaamde Groesbeekzaal op de 1e verdieping en zou om 9:00 een aanvang nemen.

Na een aantal mensen gedag te hebben gezegd meldde ik me bij een bode, die de lijst met namen controleerde, en daar bleek mijn naam niet bij te staan. Toch had ik telefonisch doorgegeven dat ik de zitting wilde bijwonen. Maar dat was geen probleem, buiten de gereserveerde stoelen bleken er echter toch nog plaatsen vrij te zijn die niet gereserveerd waren. Ik koos een zitplaats in het midden zodat ik vrij zicht had op hetgeen er tijdens de zitting gebeurde. Het publiek bestond uit ongeveer 40 mensen en de pers was met zo'n 8 mensen vertegenwoordigd. De hele regiezitting werd met camera's vastgelegd. Zie ook de beelden van de NOS.

Links advocaat generaal dhr. mr. Rijkers; Rechts advocaat generaal mevr. mr. Brughuis

Voorzitter van het hof: mr. Van den Heuvel

Deze werd bijgestaan door de Raadsheren:

mr. Boekhors Carrillo (links naast de voorzitter) en mr. Harteveld (rechts naast de voorzitter)

Het Openbaar Ministerie werd vertegenwoordigd door de advocaten generaal:

mevrouw mr. Brughuis ( rechts op de NOS foto) en de heer mr. Rijkers (links op de foto)

De verdediging bestond uit de advocaten:

mr. Stijn Franken en mr. Visser

Nota Bene: Volgens Metta de Noo was Lucia van plan ‘met opgeheven hoofd’ te verschijnen, maar gooide een onverwacht optreden van justitie roet in het eten. Lucia zou geschokt hebben gereageerd op het nieuws dat het Openbaar Ministerie vorige week huiszoeking liet doen bij een van haar familieleden. Vermoedelijk was de politie op zoek naar pagina’s uit dagboeken die De B. bijhield tijdens haar werk in de Haagse ziekenhuizen. Bij de doorzoeking werd geen belastend materiaal aangetroffen. (Algemeen Dagblad 5 februari 2008 Huiszoeking bij familie Lucia de B.)

Om 9:07 uur klonk in de zaal: 'de rechtbank' en een ieder verhief zich van zijn stoel. De regiezitting kon beginnen.

Voorzitter : Gaf een kort resumé waarom deze regiezitting werd gehouden. Niet ter onderzoek zou komen een aantal vermogens- en valsheidsdelicten en meineed. Geeft het woord aan de vertegenwoordigers van het Openbaar Ministerie.

Advocaat generaal mr. Rijkers noemt het een herziening van een bijzondere zaak en geeft een overzicht van het verloop tot nu toe. Geeft aan dat Lucia de B. altijd heeft ontkend. Er was sprake van een grote maatschappelijke discussie waarin aan de juistheid van de schuld van Lucia de B. werd getwijfeld.

Een nader onderzoek werd ingesteld door de commissie Posthumus II en nader onderzoek leverde nieuwe informatie op. De gebruikte gegevens bij de zaak van baby A. bleken vermoedelijk niet juist. De Hoge Raad bepaalde dat de bewijsvoering in de zaak van patiëntje A. opnieuw moest worden gedaan. De advocaat generaal, sprekend namens het Openbaar Ministerie, stelt dat alle zaken opnieuw dienen te worden onderzocht. Dat is te meer nodig daar er sprake blijkt te zijn in deze strafzaak van zeer uitgesproken meningen. Verwijst naar het artikel in het Algemeen Dagblad van 3 februari 2009 ''Vrijspraak Lucia de B. niet zeker' en dan vooral naar de uitspraak van Prof. Crombag waarin deze spreekt over 'dat gedonder'. Procureur generaal mr. Rijkers wil duidelijk daartegen stelling nemen en geeft aan dat 'rechtspraak niet tot doel heeft om van het gedonder af te zijn''.

Hij geeft aan dat het OM alle zaken, zeven moorden en drie pogingen tot moord op patiënten, opnieuw wil laten onderzoeken. De veroordelingen voor de vermogensdelicten en meineed blijven bestaan. Dus alle zaken vanaf 1992 -2001.

Voorzitter: 'Hof zal alles gebruiken wat nodig is' + nieuwe toegevoegde stukken + het boek van Prof Ton. Derksen: 'Lucia de B. Reconstructie van een gerechtelijke dwaling' van algemene bekendheid te beschouwen.

Verdediging: Er waren een aantal rafels:

Zaak Ahmad: Chloralhydraadvergiftiging? Wetenschappelijke meningen toetsen. Er is een duidelijke discrepantie tussen het hof in Den Haag en Ton Derksen. Hof wil deskundige toelichting. Professor Meulenbelt vragen? Reclasseringsrapport uitbrengen. Informatie over persoon is uitermate gedateerd.

Zaak Achraf: jongetje wel of niet behandelen?

Voorzitter: geeft het woord aan procureur generaal mevrouw Brughuis.

  • Het OM heeft een groot aantal vragen.
  • Waarheidsvinding om open eindjes af te knopen
  • Veel deskundigen gehoord + rapporten van deskundigen

Nieuw rapport: Independent Forensic Services:

  • Conclusie: door de diverse deskundigen nadruk op wetenschappelijke bevindingen.
  • Maar... men moet ook kijken naar de forensisch criminalistische context (...)

Baby A.: digoxine vanuit smalle therapeutische bandbreedte van digoxine.

Strafrechtelijk: Zou baby A. ook zijn overleden als geen digoxine zou zijn toegekend? Vertoonde verschijnselen, overgeven, sluiten digoxine vergiftiging niet uit.

  • niet een voortdurend zuurstoftekort.
  • acute verslechtering
  • aangetroffen waarde geen steun voor uitputtingscenario

Nader onderzoeken: hoe dit is geweest. Forensisch deskundigen in betrekken.

Obductie: biopties genomen maar niet onderzocht. Zijn wel nog aanwezig. kan van belang zijn voor het digoxinegehalte. Is dit wetenschappelijk te achterhalen?

>>>>De veel besproken gaasjes: deskundigenrapporten daarop gebaseerd.

OM: enkele voorvragen dienen er gesteld te worden over de gaasjes. Stel: deskundigen zijn uitgegaan van vooronderstellingen. Refereert aan arts Spaander, arts Maas, obductieassistenten die openen het lichaam. Aantal vragen:

  • Waar hebben ze gaasjes aangetroffen?
  • Waar zijn gaasjes gebleven?
  • Heeft men toen het lichaam naar het mortuarium werd gebracht alles verschoont. Navragen bij betrokken mensen?
  • Wie heeft het lichaam in het mortuarium in ontvangst genomen?
  • enz

JKZ babygram gemaakt; RFI teruggezonden naar JKZ. Wanneer heeft JKZ gaan werken met een protocol. Wanneer werden gaasjes aangebracht. Voor de obductie en na de hartoperatie. Door dr. Clement? Uit hoeveel lagen bestaan de gaasjes Spaander en Maas gevraagd worden. Zijn de gaasjes langere tijd aanwezig?

Waarom in sectieverslag geen gaasjes vermeld, maar wel ijzeren draad?

Vraag voor dr. Clement 3/4 september is door haar gevraagd een faeces scan te maken? Nadere rapportage over baby A.: professor Adriaans rapport in Duitse taal laten maken en Knigge moeten gehoord worden.

Dit alles plaatsen in opnieuw: forensisch criminalistische context (wat zou men hieronder toch verstaan?)

Dossier patiënt overleden op 6 november 1997:

  • Onduidelijkheid over rondes die werden gelopen
  • Aanwezigheid en handelen van verdachte
  • Zoon overledene kon niet gehoord worden

Noemt 3 personen die spontaan gevraagd werden, waarop herkenning. Moeten opnieuw worden gehoord. Deskundige vragen laten beantwoorden. Is het aannemelijk dat patiënt is overleden aan leverabces. Oktober 1997 gestaakt met antibiotica. Geen temperatuurritme ?

Patiënt gestorven 27 november 1997:

Opmerkelijk verschil getuige Van der Zalm: patiënt zou gebraakt hebben, terwijl verdachte zei dat de patiënt zuchtte. Schouwarts heeft braken niet bevestigd.

OM >>> Wat heeft Zalm waargenomen en wat de schouwarts.

Getuige mede patiënte Wolfers: Verdachte heeft met haar over overlijden Steenblik gehad.

Patiënt overleden op 8/9 mei 1997:

Blijkens arrest: verdachte >> er waren storingen, worden niet geloofd.

Vragen te beantwoorden door de fabrikant:

  • Registreert instrument ontkoppeling
  • Is alarm te onderdrukken; wordt dat dan genoteerd
  • Doen die incidenten zich meer voor bij oudere apparaten

Patiënt 25 oktober 2000:

Deskundigen vragen stellen:

Harttamponade>> Symptomen Blauwe lippen en Vingertoppen of bij langer zuurstoftekort? Waaruit bestaat spray? Zuurstof of ademhaling?

Patiënt 11 september 2000

Deskundigen nader te horen. Meest duidelijke aanwijzing scepsis die een apneu veroorzaakte. Reanimatie was namelijk zeer snel.

Patiënt 11 oktober 2000:

Om 2:50 uur significante toename hartslag? Als dat zo is kan dat dan in combinatie met lage bloedruk?

Patiënt 1 september 2001:

Primaire apneu. Hof baseert veel op verklaring verdachte. Maar hartstilstand. verschillende getuigen die niet reageren

Patiënt 25 jan 2001:

Meer duidelijkheid over tijdstip comateuze situatie. Artsen constateren diepe coma. Arts onderneemt actie. Wist niet van een Niet-reanimeerbeleid. 3 artsen te bevragen. Bevragen getuige Koolwijk: patiënt in goede toestand overgedragen. Heeft verdachte voeding losgekoppeld. Medisch farmacologische toetsing.

Overlijden van patiënt: Toelichting of combinatie toegediende middelen zou kunnen leiden tot hartstilstand. Bloed geprikt vlak voor overlijden. Analyse niet aanwezig in dossier.

Algemene vraagpunten

Poging tot moord: toetsing bewijsredenering zoals b.v boek Ton Derksen. Wellicht in alle gevallen. Procureur generaal mevrouw mr. Brughuis noemt opnieuw dat toetsing volgens forensisch criminalistische context zou moeten worden gedaan. Toevoeging: Waar sprake is van "een onverwacht en medisch onverklaarbaar overlijden"wordt door het Hof Den Haag ( op grond van inductieve redenering) gesteld dat sprake is geweest van een onnatuurlijke dood, veroorzaakt door menselijk handelen.

Advocaat mr. Stijn Franken:

  • Meulenbelt heeft in zaak A. overduidelijk aangetoond dat er sprake is van een natuurlijke doodsoorzaak. Verwijst naar rapport AG Knigge.
  • 'Ernstige vermoeden bestaat dat Lucia zou zijn vrijgesproken'. Amber is niet vermoord en bij het schakelbewijs: bij deze 8 zaken kan geen onnatuurlijke doodsoorzaak worden aangetoond.
  • Medische wetenschap is geen exacte wetenschap. Het onverwacht overlijden is geen poging tot moord.
  • Leidraad>> keuze onnatuurlijk/natuurlijk zie criterium Haagse Hof.
  • Medische wetenschap heeft niet altijd de verklaring.
  • Eerst werd Lucia ook de dood van Van den Ploeg? ten laste gelegd. Toen bleek dat Lucia geen dienst had was er ineens geen sprake meer van moord/doodslag.
  • Verder was er sprake van een NTBR beleid - niet reanimeren beleid.
  • In dubio pro reo: 'In twijfel dan voor de beschuldigde'
  • Ontbreken van een oorzaak is niet gelijk aan onnatuurlijke doodsoorzaak.
  • Verdediging keurt bewijsconstructie Haagse Hof af. Berust op selectie materiaal.
  • Chloralhydraat: niet arrest hof maar van Knigge
  • In brief aan Hof van 28 januari 2009?: Ieder bewijs van daderschap ontbreekt. geen technisch bewijs.
  • Reclasseringsrapport uitbrengen? Beelden zijn gecreëerd>> moeilijk die los te laten.
  • Er zouden delen dagboeken ontbreken. OM wil dat maar niet los laten. De tekst van de dagboeken lopen gewoon door.
  • OM vindt beelden na herziening blijkbaar toch nog relevant.
  • Reclasseringsrapport over actuele situatie geen bezwaar.

Verdediging heeft geen onderzoekswensen.

  • Meneer Li : Is het aannemelijk dat hij is overleden aan leverabces. Nee.. Wat is dan de conclusie van het OM.
  • OM had nader onderzoek eerder bekend kunnen maken. Zaak is voor Lucia een nachtmerrie. Prof Crombag heeft gelijk: gedonder!!
  • Er is sprake van blijvende schade bij Lucia.
  • Het moet mogelijk zijn om snel tot een uitspraak te komen.
  • De locomotief is stil gezet. Het is tijd om de trein op een nette manier te laten stoppen.

Het woord is opnieuw aan het Openbaar Ministerie.

Advocaat generaal mr. Rijkers antwoordt op een zeer verongelijkte barse toon:

Ik vind het vals dat u u laatste opmerking plaats. We hebben net nog zo goed met elkaar gesproken voor de zitting (..). ( Mr Franken stelde dat hij pas laat de onderzoeksvragen had gekregen namelijk gisteren rond 11:00 uur terwijl hij op dat moment naar een rechtszaak moest. Hij had daarna tot 23:30 aan zijn pleidooi gewerkt. Vroeg ondertussen dan ook aan het Hof om anderhalf uur tijd om zich goed over de pas gekregen stukken te kunnen buigen en daarna te reageren).

Wat draagt een en ander bij aan de zaak Li? Het gaat om waarheidsvinding. Geen of weinig gedonder.

Het is al zo lang geleden: ja dat is zo. Geen reden om getuigen niet te horen. We zijn het in deze zaak verplicht.

De voorzitter van het Hof mr. Van den Heuvel wendt zich tot PG mr. Rijkers:

'Bij het Hof dringt zich toch de vraag op of vragen nog wel relevante kennis opleveren na zoveel jaar'?

Het Hof besluit vervolgens de verdediging de kans te geven zich nader te buigen over de pas gekregen stukken. Mr. Franken krijgt na toezegging van de voorzitter van het Hof een kamertje met internetaansluiting. De zitting werd geschorst om 10:30 De bedoeling was dat de zitting om 12:00 uur zou worden voortgezet. Uiteindelijk werd het 12:45.

Hervatting regiezitting Gerechtshof Arnhem

Voorzitter: 'Het woord is aan de verdediging'

Mr Franken: 'Sorry voor het late tijdstip. Ik kreeg in een laat stadium veel te lezen'.

  • Waarheidsvinding: hoe moet die worden gevonden? Het OM wil alles overdoen.
  • Forensisch criminalistische benadering. Wat moeten we daar onder verstaan? Hypothetische kwade opzet
  • Vraag waaruit blijkt nou dat Lucia iets heeft gedaan wat niet mag? helemaal niets>> geen getuige>> geen bewijs>> Lucia had enkel dienst.
  • Het is onjuist Wetenschappelijk bewijs tegenover Forensisch Criminalistische benadering te zetten.
  • Hebben nadere onderzoeken toegevoegde waarde?
  • OM is toch zelf verantwoordelijk, toch?
  • Zou iemand zich na twaalf jaar nog iets kunnen herinneren? Wilt u dat toch, dan wil ik prof. Wagenaar en prof. Crombag hier laten komen om uit te leggen dat dit niet kan.
  • Herkomst gaasjes? Nu kan dit ook niet worden nagegaan. Net zoals jaren geleden ook niet!
  • Babygram? Waarom dit nu pas ter tafel komt?
  • Verdediging trekt deskundigheid Prof. Wolff in twijfel. Heeft zich zelf in de media gediskwalificeerd.
  • Zoon meneer Li, kan zich ook na12 jaar niets meer herinneren. Heel leuk voor de onderzoekscommissie om naar China te gaan!
  • Mensen van 91 jaar gaan wel eens dood.
  • Verklaring van Lucia strookt wel.
  • Ook een vraag kan iets zeggen over intentie OM.

Is er een onnatuurlijke oorzaak? Mr. Franken gaat daarbij in op een aantal opmerken en vraagstellingen van procureur generaal mevrouw mr. Brughuis. Veel vindt mr. Franken zinloos en niet nodig! Is wel bereid Meulenbelt ten aanzien vragen over chloralhydraat en stapeling medicatie wellicht doodsoorzaak.

Raadsheer mr. Boekhors Carrillo: 'Onderzoek uitbreiden over andere zaken, daar is niets over uitgesproken'.

Mr Franken: Vindt dat er echt een aanleiding om moet zijn om uitgebreid over alle zaken opnieuw te spreken. Dat ziet hij niet. Zowel dan zitten we hier nog tot 2013. Niet honoreren.

Raadsheer mr. Boekhors Carrillo richt zich tot het OM: 'Soms lijkt het dat men een nieuw rechtelijk feit wil hebben'.

Procureur generaal mr Rijkers: legt uit dat er 3 doorzoekingen zijn geweest naar onderdelen dagboek. Maar men heeft niets gevonden.

Raadsheer mr. Boekhors Carrillo: 'Wat moet je daarmee?

Procureur generaal mr. Rijkers:'dagboekaantekeningen speelden in Den Haag een grote rol. Het probleem was risico van wegraken. Is aan rechter-commissaris in den Haag voorgelegd. Gemotiveerd toegewezen.

Mr. Franken stelde wel dat dagboeken gewoon doorlopen maar Lucia de B. gaf zelf aan dat ze dagboeken mist

Voorzitter Hof:''Wat wilt u nu precies?'

Procureur generaal mr. Rijkers: 'Aanleiding waren concrete mededelingen , mensen hebben dagboeken gelezen. Deze zouden moeten worden gehoord'.

Voorzitter Hof: 'Het blijft vaag. Als de verdediging hiermee zou komen dan zou het Openbaar Ministerie spreken van 'fishing expedition'. Bovendien heeft u niets gevonden'.

Procureur generaal mevrouw mr. Brughuis: 'Moeten nu al die zaken opnieuw geduid worden? Het OM meent van wel. Alleen maar klinisch wetenschappelijk hun mening te laten geven is niet voldoende voor waarheidsvinding. De toetsing die het Hof maakte dient opnieuw te worden bekeken'.

Dat deed ze puntsgewijs:

  • Het OM dient niet vaak genoeg gezegd te hebben dat men uit is op een zo duidelijk mogelijk maken van de feiten die er zijn.
  • Als getuigen zich niets meer kunnen herinneren dan is dat zo.
  • Welke hypotheses zijn hier mogelijk, kan ook boze opzet veronderstellen.
  • Klinisch wetenschappelijk en Forensisch criminologisch kunnen naast elkaar. Hoeven elkaar niet te bijten.
  • Horen van getuigen? Stel dat het wel iets oplevert. Kan ook in voordel van verdachte zijn.
  • Mening van Prof Wagenaar en Prof Crombag: het OM weet ook wel dat getuigen zich niet alles kunnen herinneren. Prof Wagenaar zal kunnen beamen dat getuigen door omstandigheden zich soms veel kunnen herinneren.
  • Knigge trekt geen haarscherpe conclusies. Zijn rapport bevat speculatieve elementen.
  • Prof Wolff heeft zich naar de mening van het OM niet gediskwalificeerd. Wolff zegt in de Volkskrant: 'er zat digoxine in dat kind'.
  • Je kunt zeggen laat de zaak Li maar zitten. Bij alles wat achterwege blijft en waar vragen blijven kan dat aanleiding geven tot ruis. Er moeten geen open eindjes blijven. Als het enige tijd gaat duren vindt het OM dat ook niet leuk, maar dan moet het maar.
  • Specialisten lang uit de praktijk weg wil nog niet zeggen dat ze geen oordeel meer kunnen geven.

Procureur generaal mevrouw mr. Brughuis gaat dan opnieuw kort op enkele zaken in.

Voorzitter Hof geeft dan het woord aan de verdediging.

Mr. Franken:

  • Als van deze kladblok een blaadje weg is wil dat toch niet zeggen dat ik iets te verbergen heb?
  • Criteria van Haagse Hof niet meer interessant.
  • Hypothese: Er is een strafbaar feit gepleegd? Nee, dus is forensisch criminalistische benadering niet nodig.
  • Professor Meulenbelt: arrest Hoge Raad waaraan A. is overleden. Het was een natuurlijk overlijden. Mr. Franken leest passages voor uit rapport Knigge.
  • Bij mevr. Steenblik zou Lucia nog iets uit te leggen hebben. Mr Franken begrijpt er niets van. Patiënte was al bediend.
  • OM stelt er moet geen ruis overblijven. Geen juridische ruis. Helaas, soms heeft de medische wetenschap geen oplossing. Mensen gaan nu eenmaal dood.

Om 13:47 besluit het Hof zich voor 10 minuten terug te trekken om zich te beraden.

Om 14:03 is het Hof weer aanwezig.

Voorzitter van het Hof stelde aan het OM een praktische vraag: 'Het OM heeft om bepaalde getuigenverklaringen gevraagd. Het komt het Hof voor dat dat ook per brief of bij de rechter commissaris of wellicht bij een van de raadsheren zou kunnen gebeuren'. Het OM antwoordde dat dat volgens (ik meen) artikel 473 mogelijk was.

De voorzitter deelde vervolgens mee dat het Hof een tussenarrest zou wijzen over veertien dagen. Dus op 19 februari 2009 om 14:00 uur. En sloot vervolgens de zitting.