We hebben 186 gasten online

Lucia de Berk deel 12

Gepost in Lucia de Berk

Persberichten 

Persbeichten van 23 juli 2002 t/m 28 oktober 2003

Artikel uit Haagsche Courant van 13-07-2002

'Verpleegkundige Lucy is niet vluchtgevaarlijk'

door Robbert Salome

DEN HAAG | De directeur van het huis van bewaring waar de Haagse verpleegkundige Lucy de B. vastzit, bestempelt haar ten onrechte als 'vluchtgevaarlijk'. Dat zegt de advocaat van de van dertien moorden verdachte vrouw, mr. A.P. Visser.

De B. wilde een baantje als kantinemedewerkster in het huis van bewaring. "Maar dat verzoek werd deze week afgewezen", aldus Visser. De verpleegkundige wilde ook graag verhuizen naar een speciale woongroep, een apart gedeelte van het huis van bewaring waar betere voorzieningen zijn en waar het leven volgens Visser 'wat prettiger is'. Ook dit verzoek is door de directeur van het huis van bewaring afgewezen.
"Ze komt er niet voor in aanmerking omdat ze vluchtgevaarlijk zou zijn. Dat is natuurlijk belachelijk. Ze heeft tijdens de eerste drie maanden van het onderzoek vrij rondgelopen. Ze had toch toen toch kunnen vluchten als ze dat had gewild. Mijn cliënt voldoet aan alle criteria. Echt waar, ze is een modelgevangene".

Impact

Een andere reden voor de afwijzing van de verzoeken is volgens Visser de 'mediagevoeligheid' van de zaak. "Als ze zou vluchten, heeft dat natuurlijk veel impact", zegt de advocaat. Visser heeft tegen beide afwijzingen bezwaar aangetekend bij commissie van toezicht. Hij heeft om een snelle behandeling gevraagd, omdat de beslissing van deze commissie normaal gesproken weken of zelfs maanden op zich kan laten wachten.
De 41-jarige Haagse werkt momenteel in de wasserij. Visser: "Dat is een erebaantje in een vrouwengevangenis. Wie haar beste beentje voorzet, mag daar werken. Maar na een bepaalde tijd houdt dat gewoon op, dan mag iemand anders het doen".
Lucy de B. wordt verdacht van dertien moorden en vijf pogingen daartoe op patiënten van het Juliana Kinder Ziekenhuis, het Rode Kruis Ziekenhuis, het Ziekenhuis Leyenburg en het ziekenhuis van de Scheveningse gevangenis.
De misdrijven zouden zijn gepleegd tussen februari 1997 en september 2001.
De vermeende slachtoffers waren kinderen tot en met 6 jaar en ouderen in de leeftijd van 64 tot en met 91 jaar. De rechtszaak tegen de Haagse verpleegkundige begint op maandag 17 september en zal vier dagen duren.

Artikel uit Haagsche Courant van 28-08-2002

FBI-rapport Lucy de B. afgerond

door Robbert Salome

DEN HAAG | Het rapport van de FBI over de Haagse verpleegkundige Lucy de B. is afgerond. Justitie verwacht de rapportage nog deze week te ontvangen. Eén van de betrokken FBI-agenten zal tijdens de rechtszaak tegen de van dertien moorden verdachte Haagse als getuige worden gehoord.

Een woordvoerder van het Openbaar Ministerie heeft dat gisteren bevestigd. Volgens hem gaat het 'niet echt om een profiel van de verdachte'. "De FBI heeft meer geprobeerd een beeld te schetsen van wat meervoudige moordenaars drijft", aldus de woordvoerder. Ook over de mogelijke beweegredenen van De B. en eventuele overeenkomsten met andere zaken laten de misdaadanalisten zich in het rapport uit.
Een medewerker van de FBI was begin vorige maand enkele dagen in Nederland om het dossier van de zaak te bestuderen. Justitie had graag een profiel van de 40-jarige Haagse gewild, maar omdat zij zelf weigerde daaraan mee te werken is dat niet gelukt.
De advocaat van Lucy de B., mr. A.P. Visser, liet gisteren weten erg benieuwd te zijn naar het FBI-rapport. "Ik heb geen flauw idee wat voor wetenswaardigheden er allemaal instaan", zei hij.
Justitie verdenkt Lucy De B. van dertien moorden en vijf pogingen tot moord op patiënten van het Juliana Kinderziekenhuis, het Rode Kruisziekenhuis, het Ziekenhuis Leyenburg en het ziekenhuis van de Scheveningse gevangenis. De misdrijven zouden tussen begin 1997 en september 2001 zijn gepleegd.
De Haagse ontkent elke aantijging. De rechtszaak tegen De B. duurt van 17 tot en met 20 september.

Verdachte verpleegster

De unieke moordzaak van Lucy de B.

14 september 2002

Marcel Haenen

Voor de Haagse rechtbank begint volgende week een unieke strafzaak. Verpleegkundige Lucy de B. staat terecht voor dertienvoudige moord en vijf pogingen daartoe. `Een antisociale persoonlijkheid met narcistische trekken', vindt de psycholoog. `Maar geen moordenaar', zegt de raadsman.

Ze heeft gejat. Vijf boeken uit de bibliotheek van het ziekenhuis. Het is een van de meer buitenissige vergrijpen waar de vermeende seriemoordenaar, de 40-jarige Haagse verpleegkundige Lucy de B., volgende week voor de rechtbank ook voor terechtstaat. Tijdens haar werk in het penitentiair ziekenhuis in Scheveningen ontvreemdde ze tussen 1997 en 2001 de boeken: Bad blood, the Thanatos syndrome seriemoordenaar, Corpus Delicti, De 30 meest geruchtmakende misdaden van de Lage Landen en In de huid van de seriemoordenaar. De lectuur werd eind vorig jaar bij een huiszoeking in haar woning in Den Haag gevonden.

De vermelding van de nogal monomane bibliofiele belangstelling in de uitvoerige, 23 pagina's tellende dagvaarding dient meer dan alleen de onderbouwing van het ten laste gelegde delict diefstal. Met de opsomming van de boekenroof wil het openbaar ministerie vooral het misdaadprofiel kleuren van de op 22 september 1961 in Den Haag geboren verpleegkundige Lucy de B. Ze wordt door justitie verdacht van het plegen van dertien moorden en vijf pogingen daartoe op patiënten van het Juliana Kinderziekenhuis, het Rode Kruisziekenhuis, het Ziekenhuis Leyenburg in Den Haag en het ziekenhuis van de Scheveningse gevangenis. Het gaat om zeven kinderen tot en met 6 jaar en ouderen in de leeftijd van 64 tot en met 91 jaar die tussen februari 1997 en september 2001 volgens het OM het slachtoffer zouden zijn geworden van de moordlust van Lucy de B.

Uniek voor Nederland. ,,Het is een strafzaak die qua omvang hier zijn gelijke niet kent'', zegt de woordvoerder van het Haagse openbaar ministerie. Voor de behandeling van de zaak worden vier dagen uitgetrokken. De verdachte is volgens het OM een ernstig psychiatrisch geval. Een levensgevaarlijke vrouw die volgens de behandelend officier van justitie I. Degeling ,,geobsedeerd wordt door de dood''.

De advocaat van Lucy, de Haagse strafpleiter A.P. Visser, ziet het een slag anders. Volgens de raadsman maakt het Haagse openbaar ministerie een van de grootste uitglijders uit de geschiedenis van de strafrechtspleging. De verpleegkundige wordt alleen maar vervolgd omdat er op haar werk relatief veel mensen stierven. Meer is er niet. ,,Ik wacht nog steeds op het eerste spoor van hard bewijs tegen mijn cliënt. Maar justitie is maar met één ding bezig: bewijzen dat mijn cliënt een massamoordenares is'', vindt Visser.

En ook Lucy zelf zegt het slachtoffer te zijn van een kolossale justitiële dwaling. Al heeft ze enig begrip voor het ontstaan van het misverstand. In november vorig jaar - een maand voor haar aanhouding - heeft ze tegenover een verslaggever van het weekblad Panorama gezegd het zelf ook wel eigenaardig te vinden dat nogal veel van haar patiënten overlijden. De bedrijfsmaatschappelijk werkster had het verschijnsel tegenover haar afgedaan als domme pech, vertelde ze. ,,Maar ik heb ook vaak gedacht: straal ik een soort rust uit dat kinderen juist bij mij dood willen gaan?'', aldus verpleegkundige Lucy.

Raar gevoel

Bijna vijf maanden oud is Amber als ze in de nacht van 3 op 4 september vorig jaar bezwijkt in het Juliana Kinderziekenhuis. Het meisje is eigenlijk al ziek vanaf haar geboorte. Ze heeft een longaandoening, er zijn problemen met de hersenen en ze moet als ze vier maanden oud is al aan haar hart worden geopereerd. De avond voor haar overlijden heeft Amber last van haar darmen. Ze ligt aan het infuus. Op een gegeven moment ziet Jolanda, de verpleegkundige die samen met Lucy die nacht dienst heeft, dat Amber blauwpaars wordt. Reanimatie helpt niet meer. Amber sterft.

Het overlijden van de baby is ook het moment waarop voor Lucy de problemen beginnen. De dood van Amber is voor sommige verpleegkundigen reden om bij het afdelingshoofd aan de bel te trekken. Ze koesterden al langere tijd argwaan over het optreden van Lucy. ,,Ik heb een collega gevraagd of ze Lucy extra in de gaten wilde houden omdat ik een raar gevoel over haar had'', vertelde verpleegkundige Marianne bij de politie. Ook die collega, Esther, heeft verteld dat er ,,verhalen over Lucy de ronde doen binnen het ziekenhuis''. verteld dat er ,,verhalen over Lucy de ronde doen binnen het ziekenhuis''.

Lucy was namelijk niet bij veel collega's populair. Ze vonden haar een eigenheimer. ,,Lucy lag niet lekker in de groep. Ze is erg slank en men vond haar een junkie. Het vermoeden was dat ze drugs en drank gebruikte, maar daar is ze nooit op betrapt'', zegt haar advocaat. Een collega vertelde de politie: ,,Ik vond haar een asociaal type. Ze praatte op een manier tegen patiënten die wij niet gewend zijn. Ze rookte, ze droeg een belletje om haar enkel en had rode slippers''. En een andere collega zei: ,,Haar kleding was opvallend. Ze had wel eens een rokje boven de knieën aan terwijl het geen zomer was en ze had make-up op en geblondeerd haar.''

Het ziekenhuis besluit op 10 september vorig jaar, na een voorlopig onderzoek dat na de dood van Amber wordt ingesteld, om verpleegkundige Lucy - die na het overlijden van de baby toch ziek thuis zat - op non-actief te stellen. Een week later wordt ze geschorst. Omdat haar werkgever - de Stichting samenwerkende ziekenhuizen (Juliana en Rode Kruis) - ,,een totaal verlies van vertrouwen'' heeft in het handhaven van Lucy als kinderverpleegkundige en ,,verdenkingen heeft over haar rol bij het vroegtijdig en onverklaarbaar overlijden van één of meer patiëntjes'' wordt haar ontslag aangevraagd.

De Haagse kantonrechter J.A. Westermann concludeert op 8 november dat de arbeidsovereenkomst inderdaad als ,,reddeloos moet worden beschouwd''. Ze wordt ontslagen, maar de werkgever moet haar mede als gevolg van de door het uitbrengen van een persbericht toegebrachte onherstelbare reputatieschade een schadevergoeding van 100.000 gulden bruto uitkeren. ,,Uitzonderlijk veel. Volgens de normale formule zou ze recht hebben gehad op twee bruto maandsalarissen maar zij heeft welhaast twintig keer zo veel gekregen omdat ze onbillijk is behandeld'', zegt haar civiele advocaat P.H. Mahieu.

Er schuilt overigens nog wel een addertje onder het gras. Het ziekenhuis hoeft niets te betalen aan Lucy als de voormalige werkneemster wordt veroordeeld voor de verdenkingen die haar ontslag hebben veroorzaakt. Een maand na die uitspraak wordt Lucy gearresteerd. Sindsdien heeft ze in de penitentiaire inrichting voor vrouwen in Breda het proces afgewacht. Op advies van haar advocaat beroept ze zich op haar zwijgrecht.

Kruitsporen

Alles heeft justitie in het onderzoek naar Lucy uit de kast gehaald. Toen uit de eerste meldingen van het ziekenhuis het vermoeden rees dat Lucy wellicht meer patiënten om zeep heeft geholpen, zijn alle mogelijk dossiers gelicht. Elk sterfgeval waar Lucy professioneel bij betrokken was is uitvoerig bekeken. Dat resulteerde in de historisch lange lijst van verdenkingen.

Lucy wordt er door justitie van verdacht vooral via het verkeerd of te ruimhartig toedienen van stoffen als kalium, chloralhydraat of morfine patiënten te hebben gedood. Op last van het openbaar ministerie zijn begin dit jaar op een Haagse begraafplaats zelfs drie kinderlijkjes opgegraven om ze door de patholoog-anatoom van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in Rijswijk te laten onderzoeken. Maar sporen dat evident sprake is van het toedienen van een overdosis medicijnen zijn slechts in enkele gevallen gevonden.

Zo is bij het op ruim vijfjarige leeftijd overleden kindje Ahmad vastgesteld dat de patiënt veel te veel chloralhydraat kreeg toegediend. Op 25 januari 2001 wordt geconstateerd dat Ahmad een overdosis van het kalmeringsmiddel chloralhydraat kreeg. Op dat moment was Lucy de verpleegkundige die hem verzorgde. ,,Voordat verdachte in dienst kwam, was er niets met Ahmad aan de hand'', vertelde officier van justitie Degeling tijdens een eerdere pro forma-behandeling van de zaak. ,,Tot op heden heeft verdachte op geen enkele wijze verklaard hoe het mogelijk was dat dit kind een dergelijke overdosis kreeg'', aldus de aanklager.

Na dit incident heeft Lucy volgens justitie met de bedrijfsmaatschappelijk werker gesproken. Ze had gezegd dat ze het zo belastend vond om Ahmad te verzorgen omdat het kind zo schreeuwde. Het was een ziek kindje. ,,Verdachte gaf aan dat als ze het jongetje nog langer zou moeten verzorgen, ze dat niet aan zou kunnen. Ze wordt geadviseerd om aan haar collega's te vragen de zorg voor dit jongetje op zich te nemen. De bedrijfsmaatschappelijk werker ging ervan uit dat Lucy dit advies zou opvolgen'', aldus Degeling. Toch is Lucy op 23 februari 2001 weer de verzorgster van Ahmad. ,,Verdachte gaat bij de wisseling van de dienst naar Ahmad toe. Kort na haar vertrek vinden andere verpleegkundigen Ahmad: hij is dan al 10 à 15 minuten dood'', aldus de officier van justitie.

Maar in verreweg de meeste ten laste gelegde zaken is het causale verband tussen Lucy en de overleden patiënt moeilijker of niet te leggen. Er zijn geen `kruitsporen' op haar uniform aangetroffen. Het bewijs is in hoge mate circumstantial.

Statistisch heeft de Haagse verpleegkundige in ieder geval de schijn tegen, vindt justitie. Er vielen wel erg veel doden in haar omgeving. Ze werkte in 1997 van 24 september tot en met 27 november als uitzendkracht in het Rode Kruisziekenhuis (RKZ). Er zijn toen acht patiënten gestorven waar zij als verpleegkundige mee te maken had. Zo stierf er mevrouw Starrenburg op een afdeling waar Lucy inviel op de laatste dag dat zij in het RKZ werkte. Lucy was ,,een onbekende op de afdeling. Onverwacht overlijdt mevrouw Starrenburg'', zegt Degeling.

En er is ook bewijsmateriaal uit die periode. Justitie heeft de drie maanden dat Lucy thuis zat - vanaf het moment dat ze op non-actief werd gesteld tot haar arrestatie - benut om haar te observeren en haar telefoons te tappen. In een gesprek met haar broer wordt duidelijk dat Lucy de dagboeken waarin ze zeer gedetailleerd haar belevenissen beschrijft gaat verstoppen bij een nichtje. De politie zal ze later in beslag nemen. Een deel van de dagboeken is volgens justitie vernietigd.

Over die fatale periode in het Rode Kruisziekenhuis staat in het dagboek op 26 november 1997: ,,Ik werk momenteel in het RKZ op afdeling 41 als uitzendkracht. Ik ben blij dat het morgen mijn laatste dag is daar. Ik heb vandaag de totale zorg gedaan van vier hoog complexe patiënten... natuurlijk vrouwen. Bah wat een stel zeikwijven zeg.''

Op 27 november 1997 had Lucy dienst tot 16.00 uur. In haar dienst overlijdt mevrouw Starrenburg. Verdachte schrijft in haar dagboek om 17.30 uur: ,,Vandaag weer toegegeven aan mijn compulsie. Toch maak ik er veel mensen gelukkig mee! Vreemd hoor! Ik hoop dat ik in de PEN (penitentiar ziekenhuis, red.) daar toch geen kans voor krijg''.

Overlijdensadvertentie

Een verklaring voor het moorden ziet officier van justitie Degeling ook in het suspecte gedragspatroon van Lucy. De verpleegkundige is volgens het OM een hele rare, om niet te zeggen totaal gestoorde vrouw. Op een eerdere zitting die diende om verlenging van het voorarrest van Lucy te bespreken is Degeling ongebruikelijk openhartig geweest over de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Geen detail bleef achterwege omdat justitie wilde dat Lucy zich psychiatrisch liet observeren in het Pieter Baancentrum in Utrecht.

,,Verdachte is al vanaf dat zij geboren werd een problematisch kind. Zij accepteerde eigenlijk niet dat zij nog een zus en twee broertjes had. Zij probeerde zich tussen de andere kinderen en haar moeder te wringen. Haar zus en broers hebben daar soms lijfelijk onder moeten lijden. Reeds als kind moest verdachte behandeld worden door een psychiater. Haar familie omschrijft haar als iemand die alle aandacht op zich gericht wil zien, iemand die liegt en die anderen weet te manipuleren. Dit is overigens een beeld dat verdachte zelf in haar dagboeken onderschrijft'', zegt Degeling.

Lucy heeft volgens de aanklaagster in de loop der jaren een zevental zelfmoordpogingen gedaan. Als het gezin in haar tienertijd naar Canada verhuist, gaat ze haast niet meer naar school. Om verpleegkundige te worden en toegelaten te worden tot de noodzakelijke opleidingen zal ze later dan ook samen met haar neef een vals schooldiploma maken. Ook dat is trouwens een strafbaar feit - valsheid in geschrifte - waarvoor ze is gedagvaard.

In Canada gaat nog het een en ander mis. ,,De ouders dronken en hadden seksuele relaties met anderen. Hun huis brandde af. De zus van verdachte omschrijft dat dit komt door toedoen van Lucy. Zij zou ook de scheiding hebben veroorzaakt'', aldus Degeling. Uiteindelijk verhuist Lucy met haar moeder naar Vancouver waar Lucy op jonge leeftijd de prostitutie ingaat. Ook in Nederland zal ze zich later prostitueren.

Uit haar dagboeken blijkt volgens de officier van justitie dat Lucy zich aangetrokken voelt tot de dood. Ze zou tegenover haar familie hebben verzonnen dat ze leukemie had. Lucy vertelt volgens het OM ook dat een priester een kruis in haar borst heeft gekerfd. Als zij in 1993 een conflict heeft met haar familie plaatst zij haar eigen overlijdensadvertentie in de Haagsche Courant.

Ook in de ziekenhuizen waar ze werkt valt ze volgens Degeling vooral op door eigenaardig gedrag. ,,Waar zij verschijnt op afdelingen verdwijnen opiaten en geld. Verdachte moet zich in deze periode ook onder behandeling stellen. In de lunchpauze zonderde ze zich af. Lucy wilde juist de ernstig zieke of zielige patiënten verplegen. Als er iets gebeurde met zo'n patiënt, valt op dat verdachte voor iemand die in de verpleging werkt niet professioneel is in haar gedrag. Ze is over-emotioneel en doet vaak niets om het leven te redden. Er moet meer aandacht naar haar om haar te troosten en valium te geven.''

Bij alle vier de ziekenhuizen waar ze werkte, moest Lucy volgens justitie uiteindelijk vertrekken vanwege moeilijkheden. Degeling: ,,In het Leijenburgziekenhuis waren er zodanige problemen dat er een psychiater moest worden ingeschakeld. Die constateert een zeer matig ontwikkelde gewetensfunctie. Hij heeft tijdens het onderzoek de indruk dat verdachte geniet van het onderzoek. Hij vindt haar theatraal en onecht. Er is een discrepantie tussen haar verhaal en haar getoonde emoties daar bij. Verdachte heeft naar zijn oordeel een antisociale persoonlijkheid met narcistische trekken''. Die conclusie verhindert overigens niet dat Lucy steeds eenvoudig bij een nieuwe argeloze werkgever aan de slag kan.

Nader psychiatrisch onderzoek van de verdachte is er niet gekomen. Lucy weigert mee te werken.

Moeder Theresa

Waar het schort aan conventioneel bewijs zoekt justitie steun bij de bevindingen van gedragswetenschappers, forensische statistici en misdaadanalisten om de schuld van Lucy aan te tonen. Voor de strafzitting wordt nu onder anderen de special agent en crimineel gedragsdeskundige van de Amerikaanse federale politie FBI, Alan C. Brantley, ingevlogen. Hij heeft stukken van de strafzaak in Nederland bestudeerd - Lucy wilde hem niet ontvangen - en zal een profiel schetsen van een seriemoordenaar in de gezondheidszorg.

De FBI-agent heeft al een rapport overhandigd dat hij voor deze zaak heeft opgemaakt, maar volgens advocaat Visser staan daar louter gemeenplaatsen in van het soort: als mannen iemand doden, wurgen ze en vrouwen doen het iets subtieler. ,,De naam van mijn cliënt wordt niet één keer genoemd.''

Degeling denkt dat Lucy lijdt aan het Moeder Theresasyndroom: ze zou een ziekelijke dwang hebben om te verplegen, om te helpen met als achterliggend doel afhankelijkheid en respect af te dwingen. De aanklager zoekt voor deze opvatting steun bij de door het OM geraadpleegde forensisch psycholoog L. Ligthart. Hij vindt Lucy een ,,klassieke psychopaat''. Hij wijst erop dat in de klinische praktijk en uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat er ,,een innige band is tussen suïcide pogingen en geweldplegingen, in het bijzonder bij anti-sociale persoonlijkheidsstoornissen zoals verdachte die ook heeft''.

Ligthart was ook de door justitie ingeschakelde deskundige in een vergelijkbare strafzaak die vorig jaar door de rechtbank van Haarlem werd behandeld. Daar stond een 26-jarige kinderleidster terecht die op dagverblijf Duimelot in twee jaar tijd twaalf pogingen zou hebben ondernomen om een baby te laten stikken. Ook in deze zaak stoelde justitie haar aanklacht voor een belangrijk deel op het adagium: toeval bestaat niet en de verdachte heeft een verdacht onstuimige levensloop gehad. Evidente sporen van geweld bij de slachtoffers ontbraken in deze zaak eveneens. Justitie eiste tegen de verdachte vijf jaar cel en tbs. De rechtbank oordeelde evenwel dat ,,een statistische samenhang'' alleen niet voldoende bewijs is. De kinderleidster werd vrijgesproken.

En zo zal het ook gaan in de zaak van Lucy de B., verwacht haar advocaat Visser. Voor alles is namelijk met een beetje goede wil een normale verklaring. Neem nou die in de dagboeken omschreven compulsie die Lucy niet kan onderdrukken. ,,Dat gaat over het lezen van tarotkaarten'', zegt Visser. En waarom, zegt de advocaat, heeft justitie niet beter de medische apparatuur onderzocht om vast te stellen of dat niet verklaart waarom sommige patiënten te veel medicijnen kregen? En vooruit, Lucy is inderdaad geen alledaagse persoonlijkheid maar is ze daarom een moordenaar? Visser rekent op een snelle vrijspraak

Artikel uit Haagsche Courant van 16-09-2002

'Lucy de B. geeft openheid van zaken'

door Robbert Salome

DEN HAAG | Lucy de B. gaat 'openheid van zaken geven'. Tijdens het proces tegen de Haagse verpleegkundige, dat morgen begint en tot volgende week maandag duurt, zal ze inhoudelijk op een aantal zaken ingaan. Dat zegt de advocaat van de Haagse verpleegkundige, mr. A.P.Visser.

Hoewel Lucy de B. blijft ontkennen dat ze schuldig is aan de moord op dertien patiënten en vijf pogingen daartoe in vier Haagse ziekenhuizen, zal ze tegenover de rechter verklaringen afleggen. Tegenover de rechercheurs van het 'busteam', dat de zaak onderzocht, en de rechter-commissaris heeft Lucy de B. er altijd het zwijgen toegedaan.
"Tot nu toe heeft mijn cliënt helemaal niets verteld", aldus Visser. "Dat zal tijdens de rechtszaak veranderen. Ze zal dan op sommige zaken ingaan. Niet op alle, want een aantal patiënten kan ze zich simpelweg niet meer herinneren".
Lucy de B. zal volgens Visser tijdens het proces volhouden onschuldig te zijn, maar wil wel opheldering geven over een aantal zaken. "De kogel moet nu maar eens door de kerk", zegt de strafpleiter. De rechtszaak tegen Lucy de B., die in december vorig jaar werd gearresteerd en die sindsdien vastzit, begint morgenochtend. Tijdens het vijf dagen durende proces zullen onder meer drie getuigen worden gehoord. Het gaat om een toxicoloog, een statisticus en een medewerker van de Amerikaanse federale recherchedienst, de FBI. Dit bureau stelde in opdracht van Justitie onlangs een rapport op over de zaak. Volgens advocaat Visser is het rapport echter 'volstrekt nutteloos'.
Pas aan het einde van deze week zal de officier van justitie zijn eis tegen de Haagse verpleegkundige bekendmaken.
Lucy de B. wordt verdacht van dertien moorden en vijf pogingen daartoe op patiënten in het Ziekenhuis Leyenburg, het Rode Kruis Ziekenhuis, het Juliana Kinderziekenhuis en het ziekenhuis van de Scheven-
ingse gevangenis.
De Haagse zou haar slachtoffers hebben omgebracht met medicijnen als kalium, morfine en chloralhydraat. Het zou bij de slachtoffers gaan om kinderen tot zes jaar en ouderen in de leeftijd van 64 tot 91 jaar. De misdrijven zouden zijn gepleegd tussen februari 1997 en september 2001.

 

Artikel uit Haagsche Courant van 17-09-2002

Internationale pers stroomt toe voor Lucy

door Robbert Salome

DENHAAG| Onder grote belangstelling van onder meer de nationale en de internationale pers is vanmorgen in het Haagse paleis van justitie het proces begonnen tegen Lucy de B. De rechtszaak tegen de 41-jarige Haagse verpleegkundige, die wordt verdacht van de moord op dertien patiënten en vijf pogingen daartoe, duurt tot volgende week maandag.

Vanwege de enorme belangstelling voor de zaak tegen Lucy de B. is een tweede rechtszaal ingericht waar de zaak op een groot videoscherm is te volgen. In de Haagse rechtbank verzamelden zich vanochtend een kleine veertig vertegenwoordigers van de media. Onder hen zijn journalisten uit Canada, waar de verpleegkundige een aantal jaren woonde, Ierland, Engeland, de Verenigde Staten en Frankrijk.
Nadat de officier van justitie de dagvaarding had voorgedragen, moesten de cameramensen de zaal verlaten en kon het proces daadwerkelijk beginnen.
Als eerste kwamen de zaken van Ahmed Noory (6 jaar) en de baby Amber Zuiderwijk aan de orde. Het overlijden van Amber was voor het Juliana Kinderziekenhuis en het Openbaar Ministerie de aanleiding voor het onderzoek tegen de Haagse verpleegkundige

Lucy de B.: ik heb niemand vermoord

17 sep 2002 Telegraaf

DEN HAAG - Verpleegkundige Lucy de B. heeft tegen de voorzitter van de rechtbank A. Kalk ontkend dat ze patiënten heeft vermoord of heeft proberen de doden. Ze deed dit dinsdagmorgen tijdens het begin van haar proces voor de rechtbank in Den Haag.

De vrouw wordt verdacht van de moord op dertien personen en vijf pogingen tot moord. Het gaan om een van de omvangrijkste moordzaken die ooit in Nederland is behandeld

De strafzaak tegen de verpleegkundige duurt tot en met maandag. Vrijdag komt het Openbaar Ministerie (OM) waarschijnlijk met de strafeis.

De 40-jarige De B. heeft de moorden volgens het OM gepleegd tijdens haar werk in het Juliana Kinderziekenhuis/Rode Kruisziekenhuis (JKZ/RKZ), het Leyenburgziekenhuis en het Penitentiair Ziekenhuis in Den Haag. Het JKZ/RKZ stelde haar ruim een jaar geleden op non-actief.

Onder de slachtoffers zijn negen ouderen en zeven kleine kinderen, onder wie vier baby's. Dertien van hen zijn volgens justitie door toedoen van de verpleegkundige overleden

Het OM verdenkt De B. ook ervan een einde aan het leven te hebben gemaakt van rechter Haopei Li van het Joegoslavië-Tribunaal. Hij is een van de dertien dodelijke slachtoffers. Deze rechter was een Chinees. Hij overleed op 6 november 1997 in het Rode Kruis Ziekenhuis in Den Haag. Volgens het OM heeft de vrouw hem echter "al dan niet met voorbedachten rade van het leven beroofd door hem stoffen toe te dienen."

Tot nu toe heeft de verdachte verpleegkundige zich beroepen op haar zwijgplicht. Ze gaf de rechtbank aan tijdens haar proces wel te zullen verklaren. Dat doet ze nu ook.

Als haar wordt voorgehouden dat een arts over haar had verklaard, dat zij al bedenkingen had over De B. dat zij bij te veel bij onverwachte overlijdens aanwezig is geweest, reageert de beschuldigde verpleegdkundige geïrriteerd. "Ze heeft nooit iets tegen me gezegd. Ze is hierover nooit naar me toe gekomen. Dat kan toch niet. Dat had toch moeten gebeuren."

Over de dood van een Afgaans jongetjes constateert De B. samen met de rechtbank dat de jongen tijdens haar dienst te veel chloralhydraat is toegediend. "Ik snap ook niet hoe dat is gebeurd. Ik weet daar niets van", benadrukt ze. "Ik heb later met collega's gesproken, over wat er is gebeurd. Ik weet niet meer precies wat we toen hebben gezegd."

In de eerste drie dagen van het proces tegen Lucy de B. worden alle feiten rond de zaak doorgenomen. Dinsdagmiddag komt er een toxicoloog van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) als getuige-deskundige naar de rechtbank. Woensdag zal statisticus Mulder van de Erasmus-universiteit in Rotterdam een uiteenzetting geven over de zaak tegen Lucy de B. Donderdag komt vervolgensdeskundige Brantley namens de Amerikaanse federale recherche FBI een verklaring afleggen.

Het proces in Den Haag heeft veel belangstelling van de media, zowel uit binnen- en buitenland.

Verpleegkundige blijft vijftien moorden ontkennen

Uitgegeven: 17-9-2002 19:56 nu.nl

DEN HAAG - Ze heeft de schijn tegen, maar de Haagse verpleegkundige Lucy de B. blijft erbij dat haar geen blaam treft rond de dood van een aantal van haar patiënten. Dat bleek dinsdag voor de rechtbank in Den Haag tijdens de eerste dag van het proces tegen de van dertien moorden en vijf moordpogingen verdachte 40-jarige vrouw. Het proces duurt nog tot en met volgende week maandag.

De overleden personen waren bijna allemaal baby's en hoogbejaarden, die met ernstige gezondheidsproblemen waren opgenomen in vier ziekenhuizen in Den Haag. De overlijdensgevallen hadden plaats in de periode februari 1997 tot en met september 2001. De eerste drie dagen van het proces staan in het teken van de feiten en het horen van drie getuigendeskundigen.

Tijdens de eerste procesdag behandelde de rechtbank drie sterfgevallen die volgens het Openbaar Ministerie zijn veroorzaakt door De B. Het ging om twee kinderen, de 6-jarige Ahmad Noory en de zes maanden oude baby Amber Zuiderwijk en een hoogbejaarde vrouw. Tijdens de behandeling van de zaak-Zuiderwijk maakte een getuige-deskundige korte metten met een deel van de bewijslast van het OM. De verhoogde concentratie digoxine die is aangetroffen in het bloed van de baby heeft volgens de Groningse hoogleraar toxicologie Uges niet per definitie geleid tot de dood van het meisje.

Vergiftiging

De rechtbank ging er op basis van rapporten van het NFI vanuit dat de baby was vergiftigd met onder meer digoxine. Uit bloedproeven was gebleken dat er een zeer hoge concentratie van de stof aanwezig was in het lichaam van het meisje. Volgens Uges hoeft dat echter niet te duiden op vergiftiging.

De concentratie van de stof is afhankelijk van een reeks factoren. Na de dood kan de stof zich hierdoor concentreren in bloed op plaatsen zoals de hartstreek en de buikholte. Het NFI baseerde haar conclusies op bloedproeven die waren genomen op materiaal afkomstig uit de buikholte.

Ziekenhuizen dienen digoxine toe aan patiënten met hartklachten. Amber Zuiderwijk had in haar korte leven al een hartoperatie ondergaan. Het kindje had ernstige aangeboren afwijkingen aan hart, hersenen en longen. De B. had dienst toen de baby overleed. De zaak werd aangemerkt als verdacht en leidde uiteindelijk tot de vervolging van de verpleegkundige.

Stortvloed belastende verklaringen

De verklaring van Uges stemde A. Visser, de advocaat van de verpleegkundige, tevreden. Zijn cliënt kreeg verder weinig opbeurends te horen op de eerste zittingsdag. Ze kreeg een stortvloed van belastende verklaringen over haar heen. Nogal eens kwam uit verklaringen van artsen, specialisten en andere deskundigen de suggestie naar voren dat er verdachte dingen gebeurden als de vrouw dienst had. Niemand heeft De B. evenwel strafbare feiten zien plegen. De verpleegkundige beantwoordde wel voor het eerst sinds haar aanhouding een reeks vragen, waarbij de zinsnede "dat herinner ik me niet", overigens vaak te berde werd gebracht.

"Ik maak er veel mensen gelukkig mee"

Tijdens de eerste procesdag kwamen ook de dagboeken van De B. ter sprake. Het OM en de rechtbank confronteerden de verpleegkundige met een reeks fragmenten uit deze boeken. De officieren van justitie, I. Degeling en J. Remmerswaal, menen dat De B. met teksten als "Ik heb een heel groot geheim", "Wat te doen met mijn dwangmatige neigingen", "Het is een vreemde compulsie, ik maak er veel mensen gelukkig mee" en "Dit geheim gaat mee in mijn graf" refereert aan haar rol bij de dood van een lange reeks patiënten.

De verdachte beweert dat ze doelde op haar bezigheden met Tarot-kaarten. Ze onkent dat ze heeft gedoeld op sterfgevallen van haar patiënten die, toevallig of niet, op dezelfde datum plaats hadden als de aantekening van enkele verdachte opmerkingen in de dagboeken.

De B. zegt dat ze zich er terdege van bewust was dat haar Tarot-praktijken niet waren toegestaan. Ze beweert dat ze alles stiekem deed en dat ze met patiënten geheimhouding afsprak. Daarom zouden familie, vrienden, kennissen en collega's van de verpleegkundige geen weet hebben gehad van de kaartenlezerij, waar ze zich mee bezig hield in het Rode Kruisziekenhuis.

De rechter wees Lucy erop dat er vooralsnog geen nog levende voormalige patiënten zijn die kunnen bevestigen dat de verpleegkundige actief was als kaartenlezeres. Ook vond ze het vreemd dat Lucy hierover niet eerder had gesproken tijdens de politieverhoren. Lucy stelt dat ze het advies van haar advocaat om te zwijgen opvolgde.

Artikel uit Haagsche Courant van 18-09-2002

Lucy de B. wilde geen 'Jomanda' zijn

door René van Leusden

De Groningse toxicoloog Uges veegde op de eerste dag van de strafzaak tegen de Haagse verpleegkundige Lucy de B. de vloer aan met een deel van het bewijs van het Openbaar Ministerie. Het was veel te voorbarig te stellen dat de zes maanden oude baby Amber door vergiftiging was overleden, laat staan door Lucy vermoord.

DENHAAG | Lucy de B. leek gisteren aan het slot van de eerste dag van haar strafproces tamelijk opgelucht. Op het gezicht van de bijna 41-jarige, van meervoudige moord verdachte Haagse verpleegkundige brak zelfs een voorzichtig lachje door. Het spits was eraf en aan het eind van de zittingsdag was er zowaar een getuige-deskundige gehoord die een belangrijke ontlastende verklaring had afgelegd. De deskundige, de Groningse hoogleraar toxicologie prof. dr. D. Uges, veegde in de zaak van de overleden baby Amber Zuiderwijk de vloer aan met een deel van de bewijslast van het Openbaar Ministerie (OM). Volgens Uges staat allerminst vast dat de extreem hoge concentratie digoxine die in het lichaam van het zes maanden oude meisje werd aangetroffen, haar dood heeft veroorzaakt. Het OM was daar op basis van een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) wél van uitgegaan. Lucy had het patiëntje van het Juliana Kinderziekenhuis (JKZ) vergiftigd, stelde het OM. Amber overleed vorig jaar nogal plotseling in de nacht van 3 op 4 september in het JKZ, waar Lucy op dat moment met een collega nachtdienst had. Het meisje was met een hartafwijking geboren en daaraan pas geopereerd. Het ging weer wat beter met haar en de volgende dag zou ze naar huis mogen.
Prof. Uges legde uit dat digoxine, een medicijn tegen hartfalen, zich na het overlijden van een patiënt kan concentreren in de hartstreek en in de buikholte. Het NFI had bloed van Amber uit de buikholte onderzocht. Om een enigszins betrouwbaar beeld te krijgen, merkte Uges op, had er bloed uit het dijbeen onderzocht moeten worden.
"Ik heb niets gedaan wat ik niet moest doen", had Lucy kort daarvoor al opgemerkt, terwijl ze haar schouders ophaalde en met haar handen een machteloos gebaar maakte. Het raadselachtige overlijden van Amber Zuiderwijk bracht de zaak tegen Lucy de B. vorig jaar aan het rollen. Een collega-verpleegkundige vond dat Lucy wel erg vaak bij sterfgevallen en reanimaties was betrokken en had alarm geslagen. Onderzoek bracht het OM maanden later tot de overtuiging dat Lucy de vier voorgaande jaren dertien heel jonge en oudere mensen om het leven moest hebben gebracht. Bij nog eens vijf patiënten zou ze dat hebben geprobeerd.
Lucy de B., die de misdrijven zou hebben gepleegd in vier Haagse ziekenhuizen, heeft steeds ontkend. Bij de politie legde ze er op zeker moment geen verklaringen meer over af. De verdachte tot de rechtbank: "Dat deed ik op advies van mijn advocaat". Die vond het een gepaste reactie op de druk van de politieverhoren. Tijdens de strafzaak, die tot en met maandag duurt, zal ze wél antwoord geven op vragen, zo beloofde ze gistermorgen.
Op de eerste zittingsdag werd ook uitgebreid stilgestaan bij de dagboeken die Lucy bijhield. De verdachte kreeg een aantal passages voorgehouden, die volgens de officieren van justitie J. Remmerswaal en I. Degeling alleen betrekking konden hebben op de serie vermeende levensdelicten. Lucy werd geconfronteerd met cryptische teksten als 'ik heb een heel groot geheim', 'ik weet niet eens waarom ik het doe', 'dit geheim gaat mee het graf in' en 'ben ik wel geschikt voor dit beroep?'. Op de laatste dag dat ze werkzaam was in het Rode Kruis Ziekenhuis schreef ze: 'Vandaag heb ik weer toegegeven aan mijn compulsie (dwangmatige neiging, red.)'. Die dag, 27 november 1997, overleed een 73-jarige patiënte. Lucy beklemtoonde dat ze met dagboekpassages 'écht' niets anders had bedoeld dan het leggen van Tarotkaarten. Ze was destijds, zoals ze het zelf zei, erg geïnteresseerd in Tarotkaarten, waarmee onder meer toekomstvoorspellingen kunnen worden gedaan. "Ik legde Tarotkaarten voor patiënten die erg in de put zaten. Dan vroeg ik: 'Hoe denkt u over het paranormale? Ik kon er geen weerstand aan bieden, al zei ik steeds tegen mezelf: 'Dit moet je niet doen. Je kunt hier niet als een soort Jomanda rondlopen''. Lucy de B. zei met grote stelligheid dat als een collega haar met Tarotkaarten bij
een patiënt zou hebben betrapt, er zonder meer ontslag was gevolgd.
De rechtbank hoorde het met zichtbare verbazing aan en wilde namen horen van patiënten voor wie de verdachte Tarotkaarten had gelegd. Lucy de B. kon die namen niet noemen, maar kon wel zeggen op welke dag en op welke afdeling ze de kaarten eens voor een vrouw had gelegd. Aan de hand van de patiëntenlijst van die dag zou haar geheugen wellicht opgefrist kunnen worden, beaamde ze. Iets om uit te zoeken, sprak een van rechters met een hoopvolle blik naar de officieren van justitie.

ANP 18-09-2002

Lucy de B. ontkent moorden

DEN HAAG-Verpleegkundige Lucy de B. ontkent dat ze patiënten heeft vermoord of heeft proberen te doden. De B. had tot nu toe gezwegen.

De verpleegkundige legde haar verklaring dinsdag af voor de rechtbank in Den Haag. Het is de eerste zitting in de strafzaak tegen De B., die wordt verdacht van de moord op dertien personen en vijf pogingen tot moord.

Het gaat om een van de omvangrijkste moordzaken die ooit in Nederland is behandeld. De strafzaak tegen de verpleegkundige duurt tot en met maandag. Vrijdag komt het Openbaar Ministerie (OM) waarschijnlijk met de strafeis.

De 40-jarige De B. heeft de moorden volgens het OM gepleegd tijdens haar werk in het Juliana Kinderziekenhuis/Rode Kruisziekenhuis (JKZ/RKZ), het Leyenburgziekenhuis en het Penitentiair Ziekenhuis in Den Haag. Het JKZ/RKZ stelde haar ruim een jaar geleden op non-actief.

Onder de slachtoffers zijn negen ouderen en zeven kleine kinderen, onder wie vier baby's. Dertien van hen zijn volgens justitie door toedoen van de verpleegkundige overleden.

Het OM verdenkt De B. ook ervan een einde aan het leven te hebben gemaakt van de Chinese rechter Haopei Li van het Joegoslavië-Tribunaal. Hij is een van de dertien dodelijke slachtoffers.

Li overleed op 6 november 1997 in het Rode Kruis Ziekenhuis in Den Haag. Volgens het OM heeft de vrouw hem echter 'al dan niet met voorbedachten rade van het leven beroofd door hem stoffen toe te dienen.'

De B. beriep zich tot nu toe op haar zwijgplicht. Ze gaf de rechtbank aan tijdens haar proces wel te zullen verklaren.

Als haar wordt voorgehouden dat een arts over haar had verklaard, dat zij al bedenkingen had over De B. dat zij bij te veel bij onverwachte overlijdens aanwezig is geweest, reageert de beschuldigde verpleegkundige geïrriteerd. 'Ze heeft nooit iets tegen me gezegd. Ze is hierover nooit naar me toe gekomen. Dat kan toch niet. Dat had toch moeten gebeuren.'

Over de dood van een Afgaans jongetjes constateert De B. samen met de rechtbank dat de jongen tijdens haar dienst te veel chloralhydraat is toegediend. 'Ik snap ook niet hoe dat is gebeurd. Ik weet daar niets van', benadrukt ze. 'Ik heb later met collega's gesproken, over wat er is gebeurd. Ik weet niet meer precies wat we toen hebben gezegd.'

In de eerste drie dagen van het proces tegen Lucy de B. worden alle feiten rond de zaak doorgenomen. Dinsdagmiddag komt er een toxicoloog van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) als getuige-deskundige naar de rechtbank.

Woensdag zal statisticus Mulder van de Erasmus-universiteit in Rotterdam een uiteenzetting geven over de zaak tegen Lucy de B. Donderdag komt vervolgens deskundige Brantley namens de Amerikaanse federale recherche FBI een verklaring afleggen

Artikel uit Haagsche Courant van 18-09-2002

Lucy de B. vindt dat ze haar werk goed doet

door Robbert Salome

DEN HAAG | Lucy de B. vindt zichzelf een goede verpleegkundige. Dat antwoordde de 41-jarige Haagse verpleegkundige vanmorgen tijdens de tweede dag van het proces tegen haar op een vraag van rechtbankvoorzitter mr. A. Kalk.

"Misschien had ik bij Amber beter moeten reageren en niet zo overstuur moeten zijn", zei Lucy, die wordt verdacht van dertien moorden op patienten en vijf pogingen daartoe in vier Haagse ziekenhuizen. "Als u mij vraagt of ik een goede verpleegster ben, is mijn antwoord ja. Zover ik weet heb ik nooit ernstige fouten gemaakt, maar behalve verpleegkundige ben ik ook mens. Ik ben niet onfeilbaar".
De rechtbank ging vanmorgen vooral in de op de kansberekeningen die tijdens het onderzoek door statistici zijn gemaakt. Het Openbaar Ministerie is hier voor het bewijs tegen Lucy de B. voor een groot deel afhankelijk van. Lucy was opvallend vaak betrokken bij reanimaties en overlijdens van patiënten. Zo overleden er in de vier maanden dat Lucy in het Rode Kruis Ziekenhuis werkte, van augustus 1997 tot november 1997, maar liefst zes personen. Hoewel de rechtbank nog geen cijfers noemde, werd duidelijk dat er volgens deskundigen 'een samenhang is tussen de aanwezigheid van Lucy de B. en het voorkomen van incidenten'.

Statistici


De kans dat een willekeurig ander persoon zoveel sterfgevallen en reanimaties meemaakt, is volgens de geraadpleegde statistici 'erg klein'.
"En daarom kun je je afvragen of u een goede verpleegkundige bent", aldus rechtbankvoorzitter Kalk. "Bent u daar nooit over na gaan denken?" Dat had Lucy volgens eigen zeggen wel gedaan. "Ik heb me vaak afgevraagd of ik het wel aankon. Ik heb daar met collega's over gesproken en met de maatschappelijk werkster", aldus de Haagse.
Lucy de B. gaf aan geen verklaring te hebben voor de statistieken. "Er zijn ook verpleegkundigen die in twintig jaar nooit een reanimatie meemaken of mensen die twee keer in een jaar een miljoenenloterij winnen. Volgens de statistieken is dat ook onmogelijk, maar het gebeurt wel. Niemand kan daar antwoord op geven".
Vanmiddag wordt door de rechtbank een getuige-deskundige gehoord, die gespecialiseerd is in kansberekening. Ook zullen de patiënten worden behandeld, die gisteren niet aan de orde zijn gekomen.
Het proces tegen Lucy de B. duurt nog tot maandag. De Haagse wordt verdacht van dertien moorden en vijf pogingen daartoe in het Juliana Kinder Ziekenhuis, het Rode Kruis Ziekenhuis, Ziekenhuis Leyenburg en het ziekenhuis van de Scheveningse gevangenis. Het gaat om kinderen tot zes jaar en hoogbejaarde mensen.

 

Artikel uit Haagsche Courant van 19-09-2002

Statistieken keren zich tegen Lucy de B.

door René van Leusden

Op de tweede zittingsdag van het strafproces tegen de Haagse verpleegkundige Lucy de B. werd gisteren met duizelingwekkende getallen gesmeten. De kans dat Lucy toevallig betrokken zou zijn bij alle levensdelicten waarvan ze wordt verdacht, werd becijferd op minder dan één op de zes miljard. 'Maar daarmee ben je er nog niet' .

DENHAAG | Nee, Lucy de B. moet het in haar strafzaak niet hebben van de statistieken. Die spraken gisteren duidelijk niet in haar voordeel. De cijfers vertelden kortweg dat er een samenhang móest zijn tussen een reeks sterfgevallen en bijna-sterfgevallen in twee Haagse ziekenhuizen de aanwezigheid daarbij van de bijna 41-jarige verpleegkundige.
Of Lucy de B. ook de veroorzaker van die gevallen was, sprak overigens niet uit de cijfers. De getallen kwamen het Openbaar Ministerie, dat het toch al niet zo makkelijk heeft met de bewijslast voor dertien moorden en vijf pogingen daartoe, goed van pas.
Gedurende de periode in 2000 en 2001 die Lucy bij het Juliana Kinderziekenhuis werkte, waren er acht overlijdens- en reanimatiegevallen waarbij ze was betrokken. De kans dat de Haagse er door toeval bij betrokken zou zijn, werd kleiner geacht dan één op 300.000. Samen met de nog eens zes soortgelijke gevallen die zich voordeden in de vier maanden die ze in 1997 als uitzendkracht in het Rode Kruisziekenhuis werkte, zou die verhouding één op 342 miljoen zijn. En als daarbij ook nog eens alle incidenten bij inbegrepen zouden worden waarbij ze wel was betrokken maar die haar niet ten laste zijn gelegd, zou de kans op toeval zelfs één op zes miljard zijn.
Het onderzoek was op verzoek van het OM verricht door de politiestatisticus dr. H. Elfers van het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving in Leiden. Om de cijfers goed te kunnen interpreteren schakelde de rechtbank ook zelf een getuige-dekundige in. De keuze viel op professor R.V. de Mulder, verbonden aan de juridische faculteit van de Erasmus Universiteit. De hoogleraar kon zich vinden in de toegepaste onderzoeksmethode. Ook hij kon Lucy's betrokkenheid bij de lange reeks incidenten niet aan het toeval toeschrijven: "We moeten aannemen dat er sprake is van samenhang".

'Nul'

Zelfs als Lucy zich vaker dan haar collega's ontfermde over de allerziekste patiënten, zou de kans op toeval, volgens De Mulder, 'nul' zijn. De hoogleraar erkende dat de verdachte niet louter op basis van deze cijfers veroordeeld zou kunnen worden. Maar opgeteld bij eventueel ander bewijs, zouden ze naar zijn mening wel van doorslaggevende betekenis kunnen zijn.
Mr. A.P. Visser, de raadsman van Lucy de B., liet zich er niet door uit het veld slaan. "Stel", legde hij De Mulder voor, "dat je in een loterij de hoofdprijs wint met een kans van één op drie miljoen? En kort daarop win je hem nog eens". "De kans dat je dat lukt is één op negen biljard", hielp De Mulder hem. Visser: "U vindt dat onwaarschijnlijk en toch gebeurt het wel eens". De advocaat kondigde na afloop van de zitting aan maandag in zijn pleidooi korte metten te zullen maken met de statistieken. Zijn kruit wilde hij tot dan drooghouden.
Lucy de B. zou ook misdrijven hebben gepleegd in het Ziekenhuis Leyenburg en het ziekenhuis van de Scheveningse gevangenis. Maar omdat de verpleegkundige in die ziekenhuizen elk 'slechts' één levensdelict zou hebben gepleegd, waren ze niet interessant voor de statisticus en dus buiten beschouwing gelaten.
Natuurlijk vroeg de rechtbank ook aan Lucy zelf of zij er een verklaring voor had dat ze zo vaak bij sterfgevallen en reanimaties betrokken was. De aangesprokene reageerde, zoals ze dit proces al zo vaak heeft gedaan: "Ik weet het niet. Ik weet het gewoon niet. Ik weet het écht niet". Woorden die steeds weer gepaard gaan met nee-schudden, schokschouderen en een machteloos gebaar met haar handen.
Prof. De Mulder had ook gekeken naar het opvallend grote aantal kinderen van buitenlandse afkomst dat door toedoen van Lucy zou zijn gestorven. Van de negen overleden kinderen waren er acht met een buitenlandse naam. Om daarover een oordeel te kunnen geven, nuanceerde hij, zou je ook naar de populatie van de ziekenhuizen moeten kijken. Eerder op de dag trachtte ook de rechtbank hierover meer duidelijkheid te krijgen. De verdachte wist, zoals ze zelf ook toegaf, dat onder anderen moslims uit geloofsovertuiging niet gauw toestemming geven voor obductie of sectie. De doodsoorzaak, bijvoorbeeld door een te hoge dosis van een bepaald medicijn, zou daardoor niet of veel moeilijker zijn vast te stellen. "Als je kwaad wilt", sprak rechter H. van Kempen met een indringende blik richting Lucy, "zou je zeggen: ik kies díe mensen eruit".
De Haagse verpleegkundige zei, dat ze liever wel had gezien dat de lichamen van de overledenen waren onderzocht: "Zéker nu".

Artikel uit Haagsche Courant van 20-09-2002

Lucy bande verdriet snel uit haar geheugen

door René van Leusden

De van meervoudige moord verdachte verpleegkundige Lucy de B. leerde al in haar tijd als prostituée akelige gebeurtenissen snel te vergeten. Dat verklaarde volgens haar waarom ze zich nog zo weinig herinnerde van de raadselachtige sterfgevallen in de ziekenhuizen waar ze werkte. 'Anders kon je niet functioneren'.

DENHAAG| Het Rode Kruisziekenhuis was medio 1997 wel zo ongeveer het gevaarlijkste ziekenhuis van Nederland. Wie er als ernstig zieke oudere man of vrouw werd binnengedragen, liep een relatief groot risico er niet levend uit te komen. Dat gold ook voor ernstig zieke kinderen die in de periode oktober 2000–september 2001 werden opgenomen in het naburige Juliana Kinderziekenhuis.
Tussen een aantal sterfgevallen en bijna-sterfgevallen bestond een opmerkelijke overeenkomst. Het tijdstip van overlijden viel nogal eens samen met momenten dat er weinig verpleegkundig toezicht was. De patiënten waren erg ziek, maar over het algemeen stabiel. Sommigen was zelfs een spoedige terugkeer naar huis in het vooruitzicht gesteld. Van het ene op het andere moment verslechterde hun toestand ingrijpend. Bij baby's en kinderen werd de gelaatskleur grauw, nam het hartritme sterk af en stokte de ademhaling.
De bejaarde patiënten waren eerst nog goed aanspreekbaar en lagen het volgende moment dood in hun bed. Er was nóg een opvallende overeenkomst: het gebeurde steeds tijdens of net na de dienst van de verpleegkundige Lucy de B..
Rechtbankvoorzitter mr. A. Kalk en haar bijzitters J. van Kempen en A. Kuijer confronteerden Lucy ook gisteren weer meermalen met het patroon, dat zij in de reeks incidenten meenden te zien. Ze deden dat tijdens de voortzetting van de behandeling van de dertien moordzaken en de vijf pogingen tot moord die aan Lucy de B. ten laste zijn gelegd.
Van de incidenten uit de tijd die ze bij het RKZ werkte, herinnerde de verdachte zich weinig tot niets. Dat gold ook voor een sterfgeval waarbij ze betrokken zou zijn geweest in de voorafgaande periode die ze bij het Ziekenhuis Leyenburg werkte. "Mijn geheugen is gewoon niet zo goed", luidde meermalen haar excuus. Ook voor de recentere incidenten, een sterfgeval van een gedetineerde in het ziekenhuis van de Scheveningse gevangenis en de gevallen in het JKZ, had Lucy geen verklaring.
Wat Lucy zich nog wel, zij het vaag, uit haar tijd in het RKZ herinnerde, was de opname van de 91-jarige Haopei Li, een Chinese rechter van het Joegoslavië-tribunaal. Artsen hielden rekening met een spoedig herstel, totdat de man zeer onverwacht overleed. Lucy kon zich, tot verbazing van de rechters, echter niet herinneren of Haopei Li haar patiënt was. Ze vertelde dat ze, al toen ze in Canada als tiener in de prostitutie was beland, had geleerd akelige gebeurtenissen uit haar geheugen te bannen: "Dat móest wel, anders kon je niet doorfunctioneren".

FBI

Het OM denkt dat Lucy een seriemoordenares is die haar patiënten met injecties om het leven heeft gebracht. De vraag of ze in het beeld van een seriemoordenaar past, kon in de visie van het OM het best worden beantwoord door Alan C. Brantley, 'special agent' van de Amerikaanse federale recherche (FBI). Brantley, die veel studie heeft gedaan naar het gedrag van seriemoordenaars, was er speciaal voor naar de rechtszaal gehaald. Op basis van delen uit het dossier en in beslag genomen dagboeken van Lucy, beantwoordde Brantley de vraag van het OM bevestigend.
Over seriemoordenaars in de gezondheidszorg merkte de Amerikaan op, dat ze vaak erg geordend werken en hun misdrijven zorgvuldig plannen. "Ze kennen de risicofactoren goed. Ze rouwen na een sterfgeval ook intensief mee, om de aandacht van zich af te leiden". Brantley schetste verder dat ze hun slachtoffers het liefst vergiftigen via injecties. "Deze mensen weten dat ze anders zijn dan anderen en proberen erachter te komen waarom dat is", doceerde de FBI-man. "Het zijn Einzelgängers die mentaal zo gestoord zijn, dat ze een gevaar vormen voor de mensen die ze tegenkomen". De drang om tot moorden over te gaan wordt niet zelden aangewakkerd door boosheid of depressies, beaamde hij. De informatie leek van toepassing op Lucy, maar was vermoedelijk toch te algemeen om als bewijs te kunnen dienen.
Tijdens de behandeling van haar persoonlijke omstandigheden ontkende Lucy de zeven zelfmoordpogingen te hebben gedaan, waarvan ze in haar dagboek melding maakt. Ze gaf toe 'geen makkelijk persoon' te zijn. Van jongs af aan botste ze met familieleden en later met collega's. De rechtbank stond ook stil bij een overlijdensadvertentie van Lucy de B., die in 1993 in de Haagsche Courant stond. Volgens familieleden had Lucy die zelf laten plaatsen, na een hevige familieruzie. Lucy ontkende dit. Ze vertelde dat ze er destijds de krant nog over opbelde en haar geld terug kreeg.

Artikel uit Haagsche Courant van 20-09-2002

Nader onderzoek in zaak tegen Lucy de B.

door René van Leusden

DEN HAAG | Het Openbaar Ministerie formuleert pas maandag een strafeis in de rechtszaak tegen de Haagse verpleegkundige Lucy de B.. De rechtbank besloot gisteren de zaak een dag op te schorten om aanvullend onderzoek te kunnen doen.

De aanklagers willen ex-patiënten van het Rode Kruisziekenhuis vinden die zich door Lucy de B. via Tarotkaarten de toekomst hebben laten voorspellen. Het Openbaar Ministerie (OM) beschouwt dat ‘van groot belang’ om de geloofwaardigheid van de van meervoudige moord verdachte verpleegkundige te testen. In haar dagboeken spreekt Lucy meermalen over ‘compulsies’ (dwangmatige neigingen) waaraan ze geen weerstand kon bieden. Het OM denkt dat ze daarmee het vermoorden van patiënten bedoelde. Lucy zei dinsdag dat ze het leggen van Tarotkaarten voor patiënten bedoelde. Dat deed ze wel vaker, maar steeds in het geheim, uit vrees ontslagen te worden als het zou worden ontdekt. Ze kon echter geen namen van patiënten noemen.
Als het aan het OM had gelegen was de rechtszaak gisteren zelfs voor maanden opgeschort. De officieren drongen er bij de rechtbank op aan Lucy te laten onderzoeken in het Pieter Baancentrum. De verdachte verzet zich tegen zo’n opname, omdat ze onschuldig zegt te zijn. De rechtbank vond het ‘op dit moment’ nog niet nodig haar tot zo’n opname te dwingen.

Artikel uit Haagsche Courant van 21-09-2002

'Lucy de B. is gesloopt na drie dagen proces'

door Robbert Salome

DEN HAAG | De Haagse verpleegkundige Lucy de B. is gesloopt na drie lange procesdagen bij de Haagse rechtbank. Dat zegt haar advocaat, mr. A.P. Visser. "Ze was gisteren erg blij dat ze een dag rust had", aldus Visser.

De advocaat is tot nu toe niet ontevreden over het verloop van het proces. "Het is allemaal goed gegaan", zegt Visser. "Ze is door de rechtbank hard aangepakt, maar de behandeling van een zaak is nu eenmaal een onderzoeksmethode. Het was erg confronterend".
Lucy is volgens haar advocaat 'behoorlijk onder de indruk van de rechtszaak'. "Het is voor haar de eerste keer. Zoiets sloopt je. Ze is erg moe".
De verpleegkundige viert zondag haar 41ste verjaardag in het huis van bewaring. Visser zal haar niet bezoeken. "Advocaten mogen op zondag niet langskomen, maar haar familie zal haar zeker bezoeken. Ze zullen wel een taart meebrengen", zegt Visser.
De advocaat zelf heeft gisteren van zíjn vrije dag gebruikgemaakt om delen van het dossier nog eens goed te bestuderen en de laatste hand aan zijn ruim honderd pagina's tellende pleidooi te leggen. Visser zal dinsdag tijdens zijn pleidooi vrijspraak voor zijn cliënt bepleiten. "Ik heb een goed verhaal. Justitie is de afgelopen dagen niet met verrassingen gekomen. Lucy komt wel vrij".
Ook de straf die maandag door justitie tegen de Haagse wordt geëist kan Visser wel raden: "Dat wordt levenslang".
Het proces tegen Lucy de B. werd gisteren voor één dag opgeschort, omdat justitie voormalige patiënten van het Rode Kruis Ziekenhuis wilde vinden die zich door Lucy met tarotkaarten de toekomst hebben laten voorspellen. De verdachte spreekt in haar dagboeken over 'compulsies' (dwangmatige neigingen) . Volgens Lucy de B. doelt ze daarmee op het leggen van tarotkaarten.
Justitie vermoedt echter dat het om het vermoorden van patiënten gaat. Door de mensen op te sporen voor wie Lucy tarotkaarten zou hebben gelegd en hen te laten getuigen dat de verpleegkundige hun toekomst niet heeft voorspeld, wil justitie bewijzen dat de Haagse liegt.
Lucy de B. wordt verdacht van de moord op dertien patiënten en vijf pogingen daartoe in het Juliana Kinderziekenhuis, het Rode Kruis Ziekenhuis, Ziekenhuis Leyenburg en het ziekenhuis van de gevangenis in Scheveningen.

Artikel uit Haagsche Courant van 23-09-2002

Tarotpatiënt van Lucy de B. blijkt onvindbaar

Door Robbert Salome

DEN HAAG | Het Openbaar Ministerie (OM) is er niet in geslaagd de vrouw te vinden met wie Lucy de B. op 27 november 1997 in het Rode Kruis Ziekenhuis tarotkaarten zou hebben gelegd.

De verpleegkundige Lucy zou deze patiënt volgens eigen zeggen tegen alle ziekenhuisregels in met tarotkaarten de toekomst hebben voorspeld. Dat was juist op een dag dat een andere vrouw om het leven kwam. Dagboekfragmenten waarin de Haagse spreekt over ‘het toegeven aan compulsies’ (onbedwingbare neigingen) en ‘een groot geheim dat ik mee mijn graf in neem’ gaan volgens haar over het leggen van tarotkaarten aan patiënten. Justitie is er echter van overtuigd dat Lucy de B. doelt op het doden van ziekenhuispatiënten. De verpleegkundige wordt verdacht van de moord op dertien mensen en vijf pogingen daartoe in vier Haagse ziekenhuizen.
De officier van justitie vroeg donderdag om een dag schorsing van het proces tegen de 41-jarige Haagse om de bewering van Lucy te kunnen natrekken. Het OM heeft zes van de zeven nog in leven zijnde mensen, die op de bewuste dag op de betreffende afdeling lagen, kunnen horen. Aan geen van hen had Lucy met tarotkaarten de toekomst voorspeld, zo stelde het OM. "Ik vind het erg jammer dat er niemand is gevonden met wie ik tarotkaarten heb gelegd", zei Lucy.
De officieren van justitie mr. I. Degeling en mr. J. Remmerswaal begonnen omstreeks tien uur met het voordragen van het ruim honderd pagina’s tellende requisitor. Daaruit bleek onder meer dat justitie Lucy de B. in december 2001 eigenlijk nog niet wilde aanhouden, zodat zij langer kon worden geobserveerd en haar telefoon kon worden afgetapt. Maar omdat werd gevreesd dat de Haagse haar ernstig zieke opa wilde ombrengen, is ze gearresteerd. Ook werd gesuggereerd dat Lucy tijdens een verhoor een rechercheur probeerde te verleiden.

Artikel uit Haagsche Courant van 24-09-2002

Levenslang geëist tegen Lucy de B.

DENHAAG| Officier van justitie mr. J. Remmerswaal heeft maandagavond voor de rechtbank in Den Haag levenslange celstraf geëist tegen de Haagse verpleegkundige Lucy de B.

Volgens de aanklager heeft Lucy de B. zich tussen begin 1997 en september 2001 schuldig gemaakt aan dertien moorden en vijf pogingen daartoe op zeer jonge, oudere en hoogbejaarde patiënten van vier Haagse ziekenhuizen. Lucy (41) hoorde de strafeis enigszins bedrukt maar niet echt verrast aan. Haar raadsman, mr. A.P. Visser, had haar er al op voorbereid dat het Openbaar Ministerie (OM) waarschijnlijk de allerhoogste straf zou vragen.
Officier Remmerswaal die afwisselend met zijn collega I.Degeling, het zeven uur durende requisitoir voorlas, deed opnieuw een dringend beroep op de rechtbank om Lucy psychiatrisch en psychologisch te laten onderzoeken in het Pieter Baancentrum in Utrecht. Het OM meent dat de rechtbank zonder een rapportage van deze psychiatrische observatiekliniek van justitie niet tot een afgewogen oordeel kan komen.
Er zijn, stelde Remmerswaal, te veel aanwijzingen dat er met Lucy iets helemaal mis is. Behalve op haar rol bij de raadselachtige sterfgevallen en bijna-sterfgevallen, wees hij op onder meer haar vermeende zelfmoordpogingen en haar vroegere contacten met (kinder)psychiaters. "Als we niet méér inzicht krijgen in haar psychische gesteldheid, moeten we er dus vanuit gaan dat ze volledig toerekeningsvatbaar is. En dan moeten we dus ook rekening houden met een grote kans op herhaling, waartegen we de samenleving dienen te beschermen", onderbouwde Remmerswaal zijn eis tot levenslang.
In maart en vorige week tijdens het strafproces vroeg het OM ook al de verdachte op te nemen in het Pieter Baancentrum. De rechtbank wees die verzoeken steeds af, mede omdat de verdachte er niet aan wilde meewerken. Lucy weigerde omdat ze onschuldig zegt te zijn.
De rechtbank die haar kan dwingen tot een opname, zou vandaag een standpunt innemen over het derde verzoek van het OM. Als het nu wel wordt gehonoreerd, zou de rechtbank pas over maanden uitspraak kunnen doen. Remmerswaal en Degeling kwamen met een schier eindeloze reeks aanwijzingen op de proppen, die Lucy's schuld zouden moeten aantonen.
Met het leveren van keihard direct bewijs hadden ze het wat moeilijker. Niemand heeft haar dodelijke injecties zien geven.
Wat het OM haar vooral aanrekende is dat Lucy de B. in het vooronderzoek telkens zou hebben geweigerd medewerking te verlenen om de incidenten op te helderen. Ze beriep zich veelvuldig op haar zwijgrecht, onder meer omdat rechercheurs beledigende opmerkingen over haar uiterlijk zouden hebben gemaakt en omdat de druk van de verhoren zo hoog zou zijn.
Tijdens de strafzaak wilde ze wel openheid van zaken geven, maar liet haar geheugen het op cruciale momenten veelvuldig afweten.

Artikel uit Haagsche Courant van 25-09-2002

Verdediging van Lucy de B. voelt zich benadeeld

door René van Leusden

Op de vijfde en laatste zittingsdag van het strafproces tegen de van seriemoord verdachte Haagse verpleegkundige Lucy de B. was het gisteren de beurt aan advocaat A.P. Visser. In zijn bijna 120 pagina's tellende pleidooi concludeerde hij 'voor het overgrote deel' tot vrijspraak. "Er is geen bewijs voor moorden of pogingen daartoe".

DENHAAG| "Het is net of je een spelletje kaart gaat spelen en alvast de azen aan jezelf geeft". Mr. A.P. Visser, raadsman van verpleegkundige Lucy de B., wilde er gisteren voor de Haagse rechtbank maar mee zeggen dat het Openbaar Ministerie (OM) naar zijn mening oneerlijk was geweest. Het OM zou de verdediging essentiële stukken uit onder meer medische dossiers hebben onthouden. Eigenlijk was het vals spelen al begonnen bij de politieverhoren van zijn cliënte. Visser: "Daarbij kwam een groot aantal onverkwikkelijke zaken aan de orde, waarbij denigrerende opmerkingen werden gemaakt over het uiterlijk van Lucy en over het optreden van haar raadsman". Alleen al om die reden zou het OM, zijns inziens, niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in de vervolging van Lucy. Maar er was meer. Het vereiste van een goede procesorde zou ernstig zijn geschonden. Bovendien zou het OM slordig zijn geweest en het in de Nederlandse rechtspraak heilige beginsel van 'equality of arms' hebben geschonden. De rechtbank en de advocaat zouden hetzelfde dossier moeten hebben als het OM, maar volgens Visser was dat niet zo. Hij was ook niet in de gelegenheid gesteld tijdig de volledige originele dossiers in te zien. "Door monnikenwerk heb ik nog een beetje verdediging kunnen voeren", hekelde de raadsman.
Het OM had maandag al op de kritiek geanticipeerd met de opmerking dat Visser 'altijd inzage heeft mogen hebben, maar dat hij dat steeds alleen met zijn cliënte wilde doen'. Volgens het OM had Visser onvoldoende kunnen waarborgen dat er dan geen stukken zouden verdwijnen.
Mocht de rechtbank van mening zijn dat het OM wél ontvankelijk is, dan zou Lucy, in de visie van haar raadsman, alleen veroordeeld kunnen worden voor enkele kleinere feiten. Het OM eiste maandag levenslange gevangenisstraf tegen Lucy voor dertien moorden en vijf pogingen daartoe op erg zieke baby's, kinderen en bejaarden. De misdrijven zouden tussen 1997 en 2001 met medicijnen zijn gepleegd in vier Haagse ziekenhuizen.

Vrijspraak


Visser voerde aan dat er voor geen van deze vermeende levensdelicten voldoende bewijs was en dat zijn cliënte hiervan zou moeten worden vrijgesproken. Bleven, naar zijn oordeel, slechts enkele diefstallen en het vervalsen van een schooldiploma over. Bij de diefstallen ging het om boeken, onder andere over seriemoordenaars, die Lucy had meegenomen uit de bibliotheek van de Scheveningse gevangenis en om medicijnen. Het schooldiploma was van een High School in Canada, waar ze in haar tienerjaren woonde. Ze had het diploma later in Nederland nodig om toegelaten te worden tot de opleiding voor verpleegkundige.
Zoals het OM de nadruk had gelegd op de voor Lucy nadelige verklaringen van artsen en verpleegkundigen in het dossier, zo legde Visser het accent op de voor zijn cliënte positieve passages in datzelfde dossier. Een van die verklaringen, van een verpleegkundige: "Ik heb nooit gemerkt dat Lucy dingen niet uitvoerde of dat ze het niet goed deed. Ze kwam begripvol en betrokken op mij over". Visser vond dat zijn cliënte alleen schuldig verklaard kon worden aan de kleine 'feitjes'.
De rechtbank doet op 8 oktober uitspraak.

Artikel uit Haagsche Courant van 25-09-2002

Lucy de B.: Ik ben geen slecht mens

door René van Leusden

DENHAAG| "De officier van justitie heeft me afgeschilderd als een slecht mens. Maar dat ben ik niet", sprak de 41-jarige verpleegkundige Lucy de B. gistermiddag op rustige toon met een onvervalste Haagse tongval voor de rechtbank in Den Haag.

Als verdachte van dertien moorden en vijf pogingen daartoe op zeer jonge en oude patiënten in vier Haagse ziekenhuizen, maakte Lucy dankbaar gebruik van het recht op het laatste woord. Maandag eiste de officier van justitie levenslange gevangenisstraf tegen haar. Lucy de B.: "In het verleden was ik een somber mens en depressief. En ik weet dat ik niet makkelijk ben. Maar om dan maar te zeggen: 'Dus vermoordt ze mensen', gaat me te ver".
De Haagse vertelde verder onder meer dat haar depressieve kijk op het leven een jaar of vijf geleden verdween nadat ze het slachtoffer was geworden van een beroving en, kort daarop, een auto-ongeluk had veroorzaakt. "Daarna ging ik het leven anders zien. Ik besefte dat ik nooit echt had geleefd en begrijp nu waarom mensen niet dood willen. Ik hou van het leven en ik zou het niemand ontnemen. Zo simpel is het".
De rechtbank doet op 8 oktober uitspraak. Voorzitter mr. A. Kalk voegde er nadrukkelijk aan toe dat het vonnis ook een tussenvonnis kan worden, als de rechtbank mocht beslissen Lucy de B. alsnog psychiatrisch te laten onderzoeken in het Pieter Baancentrum (PBC). In dat geval zou het eindvonnis nog maanden op zich kunnen laten wachten, omdat er lange wachttijden zijn voor deze psychiatrische observatiekliniek van justitie. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft enkele malen bij de rechtbank aangedrongen op zo'n onderzoek in het PBC. Lucy de B. wil er niet aan meewerken, omdat ze onschuldig zegt te zijn. Als de rechtbank haar dwingt naar het PBC te gaan en uit dat onderzoek zou blijken dat Lucy niet volledig toerekeningsvatbaar is, dan kan het OM de eis tot 'levenslang' nog veranderen in bijvoorbeeld enkele jaren gevangenisstraf en terbeschikkingstelling (tbs). Het laatste woord blijft echter aan de rechtbank.

Artikel uit Haagsche Courant van 10-10-2002

Lucy de B. op lange wachtlijst

door Robbert Salome

DEN HAAG | De 41-jarige Haagse verpleegkundige Lucy de B. moet waarschijnlijk maanden wachten voor zij kan worden opgenomen in het Pieter Baan Centrum (PBC). Dat zegt J.Oudejans, hoofd psychologie van de justitiele observatiekliniek in Utrecht.

Oudejans kan niet zeggen hoe lang de wachtlijst precies is. "Maar de wachttijd bedraagt zeker enige maanden." In juli was de wachttijd voor het PBC nog drie tot vier maanden. Dat zou betekenen dat het proces tegen de Haagse pas tegen het voorjaar kan worden hervat.
De kans dat Lucy de B. met voorrang in het PBC wordt geplaatst, is volgens Oudejans nihil. "Het is mogelijk dat mensen met voorrang naar het Pieter Baan komen, maar dat geldt eigenlijk alleen voor minderjarigen", aldus de psycholoog. "In principe krijgt niemand voorrang."
Door de wachtlijst voor het PBC wordt de behandeling van de zaak tegen Lucy de B. met maanden uitgesteld. De advocaat van de Haagse, mr. A.P. Visser, hoopt 'dat we eind januari of begin februari verder kunnen gaan'. Volgens Visser heeft Lucy nog niet besloten of zij aan het onderzoek in het PBC zal meewerken. Eerder weigerde de verpleegkundige, die wordt verdacht van dertien moorden op patiënten en vijf pogingen daartoe in vier Haagse ziekenhuizen, tot driemaal toe zich te laten observeren. "Ik heb mijn cliënte gisteren kort gesproken", aldus Visser. "Maar we hebben het er niet echt inhoudelijk over gehad. Je weet maar nooit wie er allemaal meeluisteren. Ik hoor vaak allemaal rare bijgeluiden als ik met Lucy aan de telefoon zit."
Als het proces tegen Lucy de B. alleen wordt uitgesteld wegens de lange wachtlijst voor het PBC, zal de Haagse volgens Visser mogelijk niet aan het onderzoek meewerken. "Dat is een overweging", zegt Visser. "Onnodig oponthoud is telkens één van de redenen geweest om onderzoek in het PBC te weigeren. Elke maand die ze eerder buiten is, is meegenomen."
De rechtbank besloot gisteren in een tussenvonnis dat Lucy de B. verplicht moet worden onderzocht in het PBC. De rechtbank wil ook dat in drie zaken van al dan niet vermoorde patiënten aanvullend onderzoek wordt gedaan. Anders acht de rechtbank zich niet voldoende geïnformeerd om uitspraak te kunnen doen. In het PBC zal gedurende zeven weken worden onderzocht of de Haagse al dan niet toerekeningsvatbaar is. Ook zal de justitiële kliniek een advies geven over de op te leggen straf als Lucy de B. schuldig wordt bevonden.

Artikel uit Haagsche Courant van 11-10-2002

Lucy de B. werkt toch mee aan onderzoek

door Robbert Salome

DEN HAAG | De Haagse verpleegkundige Lucy de B. zal meewerken aan een psychisch onderzoek in het Pieter Baan Centrum (PBC) in Utrecht. Haar advocaat, mr. A.P. Visser, heeft dat vanmorgen (vrijdag) desgevraagd laten weten.

Lucy de B., die wordt verdacht van dertien moorden en vijf pogingen daartoe op patiënten van vier haagse ziekenhuizen, verzette zich tot nu toe altijd tegen de wens van het Openbaar Ministerie om zich in het PBC te laten onderzoeken. Maar nu de rechtbank haar heeft verplicht tot een verblijf in de observatiekliniek, stemt de Haagse toch in.
"Het is een mooie gelegenheid om aan de rechtbank te laten zien dat zij een andere persoon is dan door justitie is geschetst", aldus Visser. "Ik verwacht dat er een beeld ontstaat van een hardwerkende vrouw die in haar leven heel wat problemen heeft gehad, maar hulp zocht wanneer ze dat nodig had en die er niets aan heeft overgehouden."
Visser verwacht niet dat er hele verrassende dingen uit de zeven weken durende observatie in het PBC komen. "Maar ze vinden altijd wel wat. Bij iedereen zit wel een steekje los. Bij mij zouden ze ook vast wat vinden", zegt hij. De strafpleiter is er ook van overtuigd dat het beeld dat van Lucy de B. zal ontstaan niet in het door de FBI opgestelde profiel van een seriemoordenaar past.
Lucy weigerde volgens haar advocaat naar het PBC te gaan omdat dat extra oponthoud zou betekenen. Visser: "Maar omdat er aanvullend onderzoek in de zaak nodig is, zit ze nu toch nog wel enkele maanden in voorlopige hechtenis. Dan kan ze net zo goed meewerken."

Artikel uit Haagsche Courant van 25-10-2002

Lucy volgende week in Pieter Baan Centrum

door Robbert Salome

DEN HAAG | Lucy de B. kan begin volgende maand terecht in het Utrechtse Pieter Baan Centrum (PBC). De 41-jarige Haagse verpleegkundige zal in de justitiële observatiekliniek gedurende zeven weken worden onderzocht door psychiaters en psychologen.

Dat bevestigt zowel haar advocaat, mr. A. Visser, als een woordvoerder van het Openbaar Ministerie (OM) in Den Haag. In het PBC zal worden bekeken of Lucy de B. al dan niet toerekeningsvatbaar is en welke straf de rechtbank haar het beste kan opleggen, als de verpleegkundige schuldig wordt bevonden.
Lucy de B., die wordt verdacht van dertien moorden en vijf pogingen daartoe op patiënten van vier Haagse ziekenhuizen, heeft haar medewerking aan de onderzoeken toegezegd. Eerder weigerde ze zich tot driemaal in het PBC te laten opnemen. Justitie had de rechtbank daar steeds om gevraagd.
De rechtbank besloot begin deze maand de verpleegkundige alsnog naar het PBC te sturen. Zonder een rapportage van de obeservatiekliniek acht de rechtbank zich niet voldoende geïnformeerd om uitspraak te kunnen doen. De rechtbank wil bovendien dat in drie zaken van al dan niet vermoorde patiënten aanvullend onderzoek wordt gedaan. Justitie eiste eind september levenslang tegen de Haagse.
De zaak tegen Lucy de B. wordt op 6 januari voortgezet. Het gaat dan om een zogenoemde pro-formazitting. Pas eind januari zal de rechtbank zich opnieuw inhoudelijk over de zaak buigen. In februari volgt dan een uitspraak.
Advocaat Visser liet eerder in deze krant weten dat hij het onderzoek in het PBC met vertrouwen tegemoet ziet. "Het is een mooie gelegenheid om aan de rechtbank te laten zien dat zij een andere persoon is dan door justitie is geschetst", zei hij begin deze maand. "Ik verwacht dat er een beeld ontstaat van een hardwerkende vrouw die in haar leven heel wat problemen heeft gehad, maar hulp zocht wanneer ze dat nodig had en die er niets aan heeft overgehouden."

Artikel uit Haagsche Courant van 06-01-2003

Nader getuigenverhoor in onderzoek Lucy

door Robbert Salome

DEN HAAG | In het onderzoek naar de 41-jarige Haagse verpleegkundige Lucy de B. moet de komende weken nog één getuige worden gehoord. Het gaat om een deskundige van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in Rijswijk. De man moet nadere uitleg geven over een toxicologisch rapport, dat door het instituut is opgesteld.

Dat is de uitkomst van een pro-formazitting bij de Haagse rechtbank vanmorgen. Advocaat mr. A.P. Visser, die de van dertien moorden en vijf pogingen daartoe verdachte verpleegkundige bijstaat, had de rechtbank om het nadere getuigenverhoor verzocht. Het verzoek om ook nog een arts te mogen horen, werd door de rechtbank afgewezen.
Visser vroeg de rechtbank vanmorgen eveneens de voorlopige hechtenis van zijn cliënte op te heffen. Volgens de advocaat heeft justitie geen bewijs tegen Lucy de B. en is er daarom geen enkele reden haar nog langer vast te houden. De rechtbank besloot dat de Haagse, die al vanaf december 2001 vastzit, het vervolg van de rechtszaak in gevangenschap moet afwachten.
Dat vervolg is op maandag tien maart. De zaak tegen Lucy de B. zal dan hoogstwaarschijnlijk worden afgerond. Als dat zo is, doet de rechtbank twee weken later, op maandag 24 maart, uitspraak in de zaak tegen de verpleegkundige. De vrouw hangt een levenslange gevangenisstraf boven het hoofd. Als de Haagse schuldig wordt bevonden, gaat ze als één van de grootste seriemoordenaars in Nederland de geschiedenis in.

Psychiaters


Bij de beslissing van de rechtbank speelt het rapport van het Utrechtse Pieter Baan Centrum (PBC) een grote rol. Lucy de B. is de afgelopen anderhalve maand in de justitiële observatiekliniek onderzocht door psychiaters en psychologen. Uit dit onderzoek moet blijken of Lucy al dan niet toerekeningsvatbaar is. De deskundigen van het PBC zullen de rechtbank ook adviseren over een eventueel op te leggen straf.
Vandaag vindt in het PBC het eindgesprek met Lucy de B. plaats. De komende weken zullen de onderzoekers hun conclusie vaststellen. Volgens advocaat Visser lijkt het erop dat er met zijn cliënte niets mis is. "Ze heeft in haar leven het nodige meegemaakt, dus er zal best wel iets zijn. Maar de eerste aanwijzingen zijn dat Lucy een gewone vrouw van vlees en bloed is", aldus Visser vanmorgen.
Lucy de B. zou tussen 1997 en 2001 dertien patiënten van het Rode Kruis Ziekenhuis, het Juliana Kinderziekenhuis, het Ziekenhuis Leyenburg en het ziekenhhuis van de Scheveningse gevangenis hebben omgebracht met medicijnen als morfine, kalium en chloralhydraat. Bij vijf mensen zou een moordpoging zijn mislukt.

Artikel uit Haagsche Courant van 08-01-2003

Lucy de B. is volledig toerekeningsvatbaar

door Robbert Salome

DEN HAAG | Lucy de B., de 41-jarige Haagse verpleegkundige die wordt verdacht van dertien moorden en vijf pogingen daartoe op ziekenhuispatiënten, is volledig toerekeningsvatbaar. Dat is volgens haar advocaat mr. A.P. Visser de uitkomst van onderzoek naar de psyche van zijn cliënt door het Pieter Baan Centrum (PBC) in Utrecht.

De Haagse verpleegkundige werd de afgelopen weken in de justitiële observatiekliniek onderzocht door psychiaters en psychologen. Zij hebben volgens Visser geen persoonlijkheidsstoornissen bij zijn cliënt kunnen vinden. "Er is sprake van enige verwaarlozing in de jeugd. Daar heeft Lucy wat schade opgelopen, maar ze heeft zeker geen afwijkingen."
Lucy de B. is gisteravond laat door de onderzoekers ingelicht over hun conclusies. Visser: "Lucy is volgens hen een warme, hartelijke persoonlijkheid met een goed ontwikkelde gewetensfunctie en geen psychopaat, zoals justitie beweert. Een motief voor de moorden is er niet gevonden."
De Haagse rechtbank besloot begin oktober dat Lucy verplicht moest worden onderzocht in het Ppeter Baan Centrum. De Haagse verpleegkundige had een onderzoek tot dan toe steeds geweigerd, maar besloot uiteindelijk toch mee te werken.
Begin deze week besloot de rechtbank dat in het onderzoek naar de Haagse nog één getuige moet worden gehoord. Het gaat om een deskundige van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in Rijswijk. De man moet nadere uitleg geven over een toxicologisch rapport, dat door het instituut is opgesteld.
De zaak tegen de verpleegkundige, die alle aantijgingen ontkent, zal hoogstwaarschijnlijk op 10 maart worden afgerond. Als dat zo is, doet de rechtbank twee weken later, op maandag 24 maart, uitspraak in de zaak tegen de verpleegkundige. De vrouw hangt een levenslange gevangenisstraf boven het hoofd.
Lucy de B. zou tussen 1997 en 2001 dertien patiënten van het Rode Kruis Ziekenhuis, het Juliana Kinderziekenhuis, het Ziekenhuis Leyenburg en het ziekenhhuis van de Scheveningse gevangenis hebben omgebracht met medicijnen als morfine, kalium en chloralhydraat. Bij vijf mensen zou een moordpoging zijn mislukt. Voor het proces is zelfs internationale belangstelling.

Artikel uit Haagsche Courant van 13-01-2003

Nootdorpse speelt rol in rechtszaak Lucy de B.

DELFT | Het Nootdorpse nichtje van verpleegkundige Lucy de B. heeft vorige week voor moeten komen om te getuigen tegen de 57-jarige partner van de verpleegkundige die wordt verdacht van moord en poging tot moord op achttien patiënten.

De man zou een tas vol boeken, dagboeken en brieven naar de Nootdorpse hebben gebracht met het verzoek alle belastende passages eruit te verwijderen. De man werd veroordeeld voor meineed, maar gaat in hoger beroep.
Het nichtje van Lucy de B. kon zich in de rechtszaal niet meer precies herinneren wat Lucy's vriend aan haar had gevraagd. Maar het had volgens haar best zo kunnen zijn dat hij haar had verzocht de 'rare' dingen uit de boeken en brieven te halen. De 39-jarige zus van de verpleegster verklaarde 'heel zeker' te weten dat de Nootdorpse haar had verteld dat de gevangenisbewaarder dit verzoek had gedaan. Voor de rechter beweerde de man dat hij destijds had gezinspeeld op de passages over Lucy de B's verleden als prostituee.
In maart vorig jaar liet de verpleegster haar broer de dagboeken eerst bij haar thuis ophalen. Hij bracht deze later naar de grootouders van De B. Maar omdat zij bang was dat andere familieleden erin zouden gaan snuffelen, speelde haar partner de boeken door naar haar Nootdorpse nichtje.
Politierechter Schaffels achtte bewezen dat de man eerder onder ede had gelogen over het verzoek dat hij aan het nichtje zou hebben gedaan. Hij legde de man een straf op van honderd uur onbetaalde arbeid. De eis van officier van justitie Rijsdorp was een taakstraf van 180 uur.

Artikel uit Haagsche Courant van 07-03-2003

Lucy de B. heeft wel een stoornis

door Robbert Salome

DEN HAAG | Deskundigen van het Pieter Baan Centrum (PBC) in Utrecht hebben bij de Haagse verpleegkundige Lucy de B. toch een persoonlijkheidsstoornis ontdekt. Dat blijkt uit het rapport van het PBC over Lucy de B., die wordt verdacht van dertien moorden en vijf pogingen daartoe op ziekenhuispatiënten.

De advocaat van De B., mr. A.P. Visser, is niet uit het veld geslagen door de conclusie van de justitiële observatiekliniek. "De stoornis staat niet in relatie tot de verdenkingen", zegt Visser. "Lucy heeft last van verlatingsangst en daaruit voortvloeiende woede. Deze gevoelens heeft ze volgens de deskundigen kunnen kanaliseren."
Visser heeft de rapportage van het PBC ontvangen, evenals een aanvullend rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Volgens hem is er nog altijd geen bewijs tegen de Haagse.
Visser is dan ook klaar voor het vervolg van de rechtszaak tegen de 41-jarige verpleegkundige, komende maandag. "We gaan er vol goede moed heen."
Dat geldt ook voor het Openbaar Ministerie (OM). "Wij gaan uit van een inhoudelijke behandeling van de zaak", zegt een woordvoerder van het OM. "De rapporten van het Pieter Baan Centrum en het Nederlands Forensisch Instituut zijn binnen."
Zowel het OM als Visser denkt dat de zaak maandag kan worden afgerond.

Nadere vragen

Het rapport van het PBC zal tijdens de rechtszaak niet alleen worden besproken; de officier van justitie zal een psychiater en een psycholoog van de Utrechtse observatiekliniek nadere vragen stellen. Advocaat Visser heeft geen behoefte om de deskundigen van het PBC vragen te stellen.
"Ik heb ze niet uitgenodigd om maandag te komen", aldus de strafpleiter.
De rechtbank zal twee weken na de zitting uitspraak doen. Lucy de B. hangt, als zij schuldig wordt bevonden, een levenslange gevangenisstraf boven het hoofd.
Verpleegkundige De B. wordt verdacht van dertien moorden en vijf pogingen daartoe op patiënten van het Juliana Kinderziekenhuis, het Rode Kruis Ziekenhuis en Ziekenhuis Leyenburg. Ze zou haar slachtoffers hebben omgebracht met medicijnen als morfine, chloralhydraat en kalium.

Artikel uit Haagsche Courant van 10-03-2003

Legio strafzaken tegen moordende hulpverleners

De zaak tegen de Haagse verpleegkundige Lucy de B. is niet uniek. Met enige regelmaat worden we opgeschrikt door zaken waarbij hulpverleners worden beschuldigd van het (proberen te) doden van patiënten. Hieronder, uitgebreid beschreven, drie opzienbarende strafzaken en hun voorgeschiedenis.

Frans HIn het Limburgse Kerkrade wordt in augustus 1975 de dan veertigjarige hoofdverpleger Frans H. gearresteerd nadat eerder die maand een patiënt in een coma geraakt en komt te overlijden. De dienstdoende arts weigert een overlijdensattest af te geven. Hij vraagt om een onderzoek.
Een computeruitdraai levert 259 verdachte overlijdensgevallen op in de afgelopen zeven jaar. De cijfers zijn verdacht omdat ze ver boeven het gewone jaargemiddelde liggen. Omdat bijna alle ‘bovengemiddelde’ sterfgevallen plaatshebben tijdens de diensten van Frans H. valt de verdenking op hem. Bij hem thuis worden sieraden en lege portefeuilles aangetroffen die van een aantal van de slachtoffers waren.
Collega’s geven aan dat Frans nette zalen belangrijker vindt dan de gezondheid van bejaarden, maar de leiding is erg tevreden over hem omdat hij hard werkt.
De hoofdverpleger bekent vijftien moorden, maar trekt dit korte tijd later weer in. Hij wordt schuldig bevonden aan negen moorden door het toedienen van insuline. In hoger beroep worden dat er minder en krijgt hij in 1977 een gevangenisstraf van achttien jaar opgelegd.

Beverly A.. De in 1968 in een klein Engels dorpje geboren Beverly wil van jongs af aan niets liever dan verpleegster worden.
Tijdens haar opleiding meldt ze zich echter vaak ziek. De vrouw weet zelfs een blindedarmoperatie af te dwingen terwijl daarbij blijkt dat er niets aan de hand is met haar appendix. Ook verwondt ze zichzelf een aantal keren.
In 1991 krijgt ze een baan bij het Grantham and Kesleeven General Hospital op de kinderafdeling. Al in dezelfde maand dat ze in dienst kwam overlijdt een zeven week oud jongetje aan een zwaar hartinfarct. Zijn behandelend arts noemt zijn dood ‘volstrekt onverklaarbaar’. Twee weken later loopt het helemaal verkeerd met een 11-jarige ernstig gehandicapte jongen. Hij komt het ziekenhuis binnen na een epilepsie-aanval. Vier uur na zijn opname rent zijn zuster, Beverly A., in paniek de gang op. ‘Hartstilstand, hartstilstand!’, schreeuwt ze. Een uur later wordt de jongen dood verklaard.
In dezelfde maand worden nog zes kinderen wiens toestand plotseling en zonder voortekenen dramatisch verslechterde gered van de dood. Een ander jongetje (5) wordt weliswaar in leven gehouden door de inspanningen van de artsen, maar hij is blijvend verstandelijk gehandicapt geworden.
Allitt vergrijpt zich ook nog aan een te vroeg geboren tweeling. Een van meisjes gaat dood, de ander raakt ernstig gehandicapt. In het ziekenhuis beginnen ze zich zorgen te maken; zoveel ernstige incidenten in zo’n korte tijd. Omdat er wordt gedacht aan een besmetting wordt de kinderafdeling stevig ontsmet. Helpen doet het niet. Binnen de twee weken na de opname van het meisje dat gehandicapt werd, krijgen nog vier kinderen een hartstilstand. Allen blijven leven, maar één van hen houdt er blijvend hersenletsel aan over.
Na de dood, zo’n zeven weken na het in dienst treden van Beverly, overlijdt een meisje van vijftien maanden oud. In haar bloed wordt een medicijn aangetroffen dat zo zwaar is dat het nooit aan een jong kind gegeven mag worden. Een politieonderzoek volgt.
Een studie van de dienstrooster levert op dat telkens maar één naam consequent terugkomt bij de behandeling van de noodgevallen. Die van Beverly A.. Begin 1993 volgt de strafzaak tegen de verpleegster. Dertien keer levenslang is haar deel nadat de jury haar schuldig bevond aan vier moorden, drie pogingen daartoe en zes keer het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.

Harold S.. Dr. Death wordt hij genoemd. Niet voor niks overigens, hij staat bekend als de grootste massamoordenaar die het Verenigd Koninkrijk ooit heeft gekend. In de praktijk van de Engelse huisarts Harold S. sterven in 23 jaar tijd 521 patiënten, dat zijn er 297 meer dan het gemiddelde van zes andere vergelijkbare huisartsenpraktijken.
S. is een bij zijn patiënten erg populaire huisarts, ondanks dat hij in 1975 al eens is gepakt wegens fraude met recepten voor morfine. Hij komt er met een boete vanaf.
In 2000 wordt hij tot vijftien keer levenslang veroordeeld voor het doden van vijftien vrouwelijke patiënten. Harold S. ontkent de moorden overingens. Zijn motief is onduidelijk. Psychiaters gaan er vanuit dat S. er van genoot om ‘de ultieme macht over leven en dood uit te oefenen’. De vrouwen die hij volgens de jury heeft vermoord, kwamen allemaal om het leven door een overdosis morfine of heroïne. Heroïne mag in Engeland als pijnstiller worden gebruikt.
Als de jury hem unaniem schuldig verklaart, bestaat al het vermoeden dat hij nog veel meer slachtoffers heeft gemaakt. De zaak komt aan het licht nadat een nabestaande aan de bel trekt over een kort voor het overlijden van haar moeder gewijzigd testament waarbij alles naar de huisarts gaat in plaats van naar de kinderen van de overleden vrouw. Daarnaast geeft de plaatselijke begrafenisondernemer op een gegeven moment aan dat hij wel erg vaak patiënten van S. moet ophalen.
Na de veroordeling begint, om de nabestaanden ‘geestelijke rust’ te kunnen geven, een diepgaand onderzoek naar de doodsoorzaak van 466 patiënten van S.. Midden vorig jaar maakte onderzoekleider en rechter Janet Smith de resultaten bekend. Zeker 215 van zijn cliënten zijn om het leven gebracht. In nog eens 45 sterfgevallen onder zijn patiënten bestaat een ‘reële verdenking’ dat S. daarin de hand heeft gehad, maar daarvoor is geen bewijs gevonden. S. weigert te helpen bij het onderzoek van Smith. "De manier waarop S. zijn moorden pleegde, omging metde nabestaanden en vervolgens wegliep zonder verdacht te worden, zou in een roman als te fantastisch worden afgedaan", laat de rechter weten bij de presentatie van het onderzoek.
Bronnen:
Frans H.: ‘Handlangers van de dood’, Guy van Gestel, 2002.
Beverly A.: ‘Fatale vrouwen’ van Dick de Vree, 1998.
Harold S.: GPD

Artikel uit Haagsche Courant van 11-03-2003

OM handhaaft eis voor levenslang tegen Lucy

door René van Leusden

DEN HAAG | Het Openbaar Ministerie (OM) is gisteren voor de Haagse rechtbank bij zijn eis gebleven, dat de 41-jarige Haagse verpleegkundige Lucy de B. tot levenslang moet krijgen. Een onderzoek in het Pieter Baan Centrum, waaruit onder meer is gebleken dat de ontkennende verdachte geen psychopaat is, heeft hieraan niets veranderd.

Volgens het OM heeft Lucy de B. tussen 1997 en 2001 met medicijnen dertien moorden, en vijf pogingen daartoe, gepleegd op patiënten in vier Haagse ziekenhuizen. In oktober vorig jaar, nadat het OM twintig jaar had geëist, besliste de rechtbank in een tussenvonnis dat Lucy de B. alsnog ter observatie naar het Pieter Baan Centrum (PBC) zou moeten. Pas daarna zou er uitspraak kunnen worden gedaan.
Negen weken in deze psychiatrische observatiekliniek hebben de onderzoekers tot de conclusie gebracht, dat de vrouw geen psychopaat is, maar wel emotionele stoornissen heeft. Zo zou ze een diepgewortelde zelfhaat hebben. Aanwijzingen dat die innerlijke woede zich ooit als agressie zou hebben geuit tegen andere mensen, hebben de onderzoekers niet kunnen vinden. Dit oordeel lijkt haaks te staan op dat van het OM. Officier van justitie I. Degeling constateerde een jaar geleden nog, op basis van een door het OM geraadpleegde deskundige, dat Lucy de B. de kenmerken had van een 'klassieke psychopaat'. De deskundige wees daarbij onder meer op wat hij noemde Lucy's onbetrouwbaarheid, haar neiging tot liegen, haar gebrek aan schuld- en schaamtegevoelens, haar zelfmoordpogingen en prostitutieverleden.
Officier Degeling toonde zich weinig ingenomen met het PBC-rapport, waarin ze een aantal fouten en tegenstrijdigheden meende te hebben ontdekt. PBC-psychiater T. Wouters, die als getuige-deskundige werd gehoord, verduidelijkte dat er tegenstellingen in het gedrag van Lucy zitten. Zo zou de verpleegkundige graag mensen helpen, maar even graag ook zelf die aandacht krijgen. Op een vraag van officier Degeling of Lucy, die zeer intelligent blijkt te zijn (iq van 132), het onderzoek zou kunnen hebben gemanipuleerd, antwoordde de psychiater: "Onderzoek is niet goed te manipuleren. Het valt nooit helemaal uit te sluiten, maar ik denk dat we een redelijk beeld van haar hebben gekregen." PBC-psycholoog A. de Groot, die eveneens als getuige-deskundige werd gehoord, deelde die opvatting.

Artikel uit Haagsche Courant van 11-03-2003

'Lucy deed geen bekentenis in PBC'

Den Haag | Een vraag van de officier van justitie of uit het rapport nu ook valt op te maken dat Lucy de B. de moorden niet heeft gepleegd, beantwoordde de psycholoog van de observatiekliniek van justitie ontkennend: "Nee, je kunt er niet uit lezen dat ze het niet heeft gedaan." De psycholoog erkende dat er fouten in het onderzoek kunnen zijn geslopen, waardoor de eindscore niet helemaal klopt met de werkelijkheid: "Maar dat doet niets af aan het feit dat ze ook dan nog vrij ver onder de 'psychopathiegrens' zit."

Op de laatste zittingsdag van het strafproces tegen de Haagse verpleegkundige werd gisteren ook stilgestaan bij de belastende verklaring van een medegedetineerde van het Pieter Baan Centrum (PBC). De man beweerde dat Lucy tegenover hem had toegegeven de moorden te hebben gepleegd. Lucy gedroeg zich volgens deze man teruggetrokken en voorzichtig. Maar buiten, op de luchtplaats, zou ze zich makkelijker hebben geuit. Toen ze met de man en nog een medegedetineerde over de luchtplaats liep, zou ze hem plotseling hebben verteld dat ze de moorden inderdaad had gepleegd, uit medelijden. De meesten van de overleden patiënten waren ernstig zieke baby's, jonge kinderen en oude mensen.
Lucy de B. ontkende gisteren ooit zo'n bekentenis te hebben gedaan. Ze kreeg bijval van de andere medegedetineerde die met haar over de luchtplaats had gelopen. De man schreef haar begin vorige week vanuit een huis van bewaring een brief van vijf kantjes, waarin hij afrekent met de verklaring van de medegedetineerde. Lucy's advocaat A.P. Visser las de rechtbank er enkele passages uit voor. De briefschrijver gaat ervan uit dat de andere man liegt of de woorden van Lucy verkeerd heeft begrepen, omdat hij van buitenlandse afkomst is. Zelf gaat hij toch meer van het eerste uit, aangezien hij hem betitelt als 'liegende rat'. De gedetineerde veronderstelt dat de ander op strafvermindering uit is. 'Hij dacht', schrijft hij, 'dat ik zijn spelletje mee zou spelen om ook strafvermindering te krijgen. Volgens mij is het strafbaar wat hij doet'.
Advocaat Visser haalde in een aanvullend pleidooi fel uit naar het OM dat er volgens hem niet in is geslaagd overtuigend bewijs te leveren voor de beschuldigingen. Hij vroeg daarom vrijspraak. De rechtbank doet op 24 maart uitspraak.

Artikel uit Haagsche Courant van 25-03-2003

Dubbel gevoel over vonnis in ziekenhuizen

door Maaike Oppier

DEN HAAG | Paul Smits, voorzitter van de raad van bestuur van het Juliana Kinderziekenhuis/Rode Kruis Ziekenhuis (JKZ/RKZ), heeft vooral een dubbel gevoel over de levenslange gevangenisstraf voor zijn oud-werkneemster Lucy de B.

In zijn ziekenhuizen werden vier ernstig zieke kinderen en een volwassen vrouw omgebracht. "Aan de ene kant is er nu de bevestiging van het vermoeden dat wij tegen haar hadden en dat vermoeden was niet gering. Maar daar staat tegenover dat het dus ook echt is gebeurd", zegt Smits. Het personeel van de twee ziekenhuizen aan de Sportlaan in Den Haag is na het uitspreken van het vonnis door de rechtbank – levenslange gevangenisstraf voor de 41-jarige verpleegkundige voor vier moorden en drie pogingen daartoe op patiënten – door Smits zelf op de hoogte gebracht van de uitspraak. Zij reageerden hetzelfde als hij, zegt hij. "Zij voelen hetzelfde dubbele als ik."Smits zegt dat met het vonnis wat hem betreft 'een hoofdstuk is afgesloten'. Ondanks het hoger beroep dat Lucy en haar advocaat hebben aangekondigd en het feit dat de zaak daarmee over ruim een halfjaar opnieuw zal worden behandeld. "We sluiten nu anderhalf jaar af waarin politie, het Openbaar Ministerie en de rechtbank met de zaak zijn bezig geweest. Wij hebben dat steeds heel intensief gevolgd. Ik heb diep respect voor de rechercheurs die met de zaak bezig zijn geweest en voor de rechtbank. Als je zo'n vermoeden hebt, te groot voor het ziekenhuis, dan moet je dat uit handen geven. Degenen aan wie wij dat in handen hebben gegeven, hebben het uitstekend gedaan. Ik wens ook niet gefeliciteerd te worden met het vonnis. Er is steeds die andere kant van de zaak: er zijn patiënten overleden door toedoen
van een verpleegkundige. We zijn continu bezig met het opsporen en voorkomen van zulke gevallen. De eerste vermoedens van het ziekenhuis waren in september 2001 aanleiding voor het aanscherpen van de afspraken voor het aannemen en begeleiden van personeel. Onze vermoedens tegen mevrouw De B. waren toen aanleiding voor een intern onderzoek." Op basis van de uitkomsten van dat onderzoek is destijds aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie, dat vervolgens, op grond van eigen onderzoek, is overgegaan tot vervolging.

Selectie

"Wij hebben al na het tussenvonnis van de rechtbank in oktober vorig jaar bekendgemaakt dat wij ons bij de selectie van nieuwe medewerkers goed verdiepen in de loopbaan van de toekomstige medewerker en desgewenst doen wij nader onderzoek. Wanneer werknemers zijn aangenomen, vindt regelmatig overleg plaats, waarbij concrete afspraken worden gemaakt over te behalen resultaten en eerdere afspraken worden getoetst. De emotionele aspecten van het werken in de zorg nemen in deze gesprekken een belangrijke plaats in. Bij overlijden van een patiënt wordt nog explicieter stilgestaan bij de vraag of iemand, in het licht van het ziektebeeld, een natuurlijke dood is gestorven. De afspraken zijn er steeds op gericht een blijvende krititsche houding te waarborgen van medewerkers. De aangescherpte afspraken passen ook in de landelijke tendens om de resultaten van de zorg meetbaar te maken aan de hand van algemeen aanvaarde indicatoren." De ouders van in het JKZ door toedoen van Lucy de B. overleden kinderen en de nabestaanden van het andere slachtoffer krijgen vandaag allemaal een brief van Smits met de uitspraak. "Het is daarna aan hen wat zij van ons willen. Een luisterend oor, begeleiding. Dat is heel individueel. Het grootste deel van de nabestaanden wordt al van het begin af aan door medewerkers van het ziekenhuis begeleid."

Artikel uit Haagsche Courant van 25-03-2003

Ouders blij met vonnis

DEN HAAG | Later verklaarde een collega van De B., dat Lucy tussen het moment van de eerste meting van de bloeddruk en de vraag om reanimatie de enige persoon is geweest die op de kamer van het jongetje, dat alleen lag, is geweest.

Het moment waarop om reanimatie werd geroepen was om half vier 's nachts. Lucy meldde dat het niet goed ging met het kind en dat er gereanimeerd moest worden.
Het jongetje was volgens haar collega's toen al in shock, had geen voelbare pols, was koud, werd bleek, had een trage hartactie en ademde niet. Reanimatie hielp niet meer.
Het jongetje overleed een kwartier later. Totaal onverwacht en snel.
Een betrokken kinderarts had het jongetje nog jaren te leven gegeven. Ook voor een collega-arts kwam zijn overlijden totaal onverwacht.
Voor de rechtbank staat het vast dat Lucy het jongetje 'stoffen' heeft toegediend, waardoor het overleed en er sprake is van een niet-natuurlijke doodsoorzaak. Het is volgens de rechters uitgesloten dat een ander dan Lucy die stoffen kan hebben toegediend. "Ze kan niet anders dan opzettelijk en met voorbedachten rade hebben gehandeld, aangezien zij vooraf heeft moeten bedenken op welke wijze zij te werk zou gaan en zij vooraf door het melden van een lage bloeddruk een vals signaal heeft afgegeven teneinde het latere door haar veroorzaakte incident te maskeren", aldus de rechters.

Confrontatie

De ouders van het jongetje zijn gisteren bewust niet naar de uitspraak van de rechtbank in het Haagse Paleis van Justitie gegaan. "We waren op de hoogte gesteld dat de uitspraak er was, maar we wilden die confrontatie niet aan." Net zomin als andere nabestaanden. "Ik had de confrontatie met haar niet aangekund," zegt de moeder van het betrokken jongetje. "Ik had van andere mensen gehoord dat ze er in de rechtszaal zonder enige emotie bij zat."
De vader zegt opgelucht te zijn dat 'de uitspraak van de rechtbank ook om ons zoontje blijkt te gaan'. "Voor ons is het ook een enorme strijd geweest. Toen hij was overleden, deed dat heel veel pijn, maar we dachten: 'We moeten verder'. Toen dit later allemaal boven water kwam, was het alsof hij opnieuw doodging. Dat zal straks bij het hoger beroep misschien weer zo zijn, maar ik ben al blij dat de rechter dit vonnis heeft gewezen."

Artikel uit Haagsche Courant van 25-03-2003

'Ons kindje is twee keer gestorven'

door Maaike Oppier

DEN HAAG | Aan een lange periode van pijn en niet slapen is nog niet meteen een einde gekomen, maar nu verpleegkundige Lucy de B. tot levenslang is veroordeeld, overheerst bij de ouders van een van de omgebrachte kindertjes een gevoel van opluchting.

"Toen ons kind overleed in het Juliana Kinderziekenhuis (JKZ) hadden we het idee dat er iets niet klopte, maar we hebben verder niets gedaan. Waar moet je naartoe? Pas later kwam de politie naar ons toe, nadat een ander meisje in het ziekenhuis onverwacht was overleden. Toen is alles uitgekomen", vertellen de Haagse ouders, die vanwege privacy en uit piëteit met hun kindje niet met hun naam in de krant willen.
Hun kindje van één jaar en vier maanden – een van de vier kinderen van wie bewezen wordt geacht dat ze door verpleegkundige Lucy de B. in het JKZ zijn vermoord – werd op 10 oktober 2000 opgenomen in het JKZ in verband met een slokdarmontsteking. Het jongetje onderging 's avonds een kijkoperatie in het gebied van de slokdarm en de maag. De deskundigen constateerden op dat moment geen heftige bloeding. Het kind kreeg een bloedtransfusie, waardoor zijn situatie stabiel werd. Het jongetje kwam daarna op de afdeling waar patiëntjes intensief worden begeleid. Verpleegkundigen controleerden hem om het halfuur. Er werd onder meer gekeken naar zijn bloeddruk om eventuele bloedingen snel te kunnen opsporen.

Stabiel

Het slachtoffertje werd gedurende die hele avonddienst steeds in orde en stabiel gevonden. Zowel op de avond van de 10de oktober als in de nacht van 11 oktober 2000 is een aantal keren het bloed gecontroleerd van het jongetje en steeds in orde bevonden. Vaststaat dat Lucy de B. in haar nachtdienst van 11 oktober de verpleegkundige was die belast was met de zorg voor het jongetje. Omstreeks twee uur 's nachts bleek een bloeddrukmeting bij het kind nog goed. Maar toen De B. een klein uur later een meting deed, was de bloeddruk van het jongetje plotseling lager. Een collega is bij het jongetje gaan kijken en constateerde dat aan hemzelf, maar ook aan de waarden op de monitor waaraan hij lag, niets verontrustends te zien was. Om die reden en omdat de eerdere bloeddrukmeting goed was, werd in overleg met De B. besloten na vijftien minuten een tweede meting te doen.

Artikel uit Haagsche Courant van 25-03-2003

Lucy de B. in beroep tegen levenslang

door René van Leusden

DEN HAAG | De 41-jarige Haagse verpleegkundige Lucy de B. verliet maandagmiddag enigszins radeloos en met geheven armen de rechtszaal.

Als ontkennende verdachte had ze zojuist 'levenslang' tegen zich horen uitspreken. Haar raadsman, mr. A.P. Visser, zag het optimistischer in: "We gaan in hoger beroep en dan zal er een andere uitspraak volgen."
De Haagse rechtbank achtte Lucy de B. schuldig aan de moord in Den Haag op vier patiënten en pogingen tot moord op drie patiënten. Van de vermoorde patiënten waren er drie in de leeftijd van nul tot zes jaar. De vierde was een 73-jarige vrouw. Bij de pogingen tot moord ging het om twee jonge kinderen en een 77-jarige vrouw, die niet veel later alsnog overleed. De rechtbank oordeelde dat de verpleegkundige 'zeer geraffineerd en planmatig' te werk is gegaan, 'waardoor de kans op ontdekking van haar misdaden gering was.' "Verdachte meende klaarblijkelijk naar eigen goeddunken te mogen beschikken over het leven van deze personen", las rechtbankvoorzitter mr. A. Kalk voor uit het vonnis.

Artikel uit Haagsche Courant van 20-09-2003

Hoger beroep Lucy duurt nog maanden

DEN HAAG | In het hoger beroep van de voor verschillende moorden veroordeelde Haagse verpleegkundige Lucy de B. hebben zowel het Openbaar Ministerie (OM) als de verdediging van Lucy meer tijd nodig voor verder onderzoek. Dat bleek gisteren op een pro forma (niet-inhoudelijke) behandeling van het hoger beroep voor het Haagse gerechtshof.

Lucy en haar raadsmannen Visser en Franken waren daarbij niet aanwezig.
De partijen komen 4 november weer bij elkaar voor een zogeheten regiezitting. Dit is opnieuw geen inhoudelijke behandeling van de zaak. Wel wordt besproken welke onderzoekshandelingen er nog moeten volgen. Hierdoor is onbekend wanneer het hoger beroep zal dienen voor het Haagse gerechtshof.
De verpleegkundige Lucy werd in maart dit jaar veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf voor vier moorden en drie pogingen tot moord op patiënten. Ze werkte destijds als verpleegkundige in onder andere het Juliana Kinderziekenhuis/Rode Kruis Ziekenhuis | HC

Artikel uit Haagsche Courant van 28-10-2003

Advocaten Lucy de B. horen weer getuigen

DEN HAAG | De raadslieden van de voor moord veroordeelde Haagse verpleegkundige Lucy de B. willen in hoger beroep diverse getuigen laten horen. Advocaat A. Visser heeft dat maandag wereldkundig gemaakt. Visser verwacht dat de extra informatie gunstig zal uitpakken voor zijn cliënt.

De rechtbank in Den Haag veroordeelde Lucy in maart tot levenslange gevangenisstraf voor de moord op drie kleine kinderen en een bejaarde vrouw, patiënten van Haagse ziekenhuizen. Zij zou de moorden hebben gepleegd tussen april 1997 en september 2001.
De B. werkte in het Leyenburg Ziekenhuis, het ziekenhuis van de Scheveningse gevangenis en het Juliana Kinderziekenhuis/Rode Kruisziekenhuis.
De advocaten van Lucy de B. – mr. Visser en mr. Franken – hebben, net als het Openbaar Ministerie (OM), hoger beroep aangetekend tegen de uitspraak van de rechtbank. Waar Visser en Franken tijdens de rechtszaak hebben afgezien van het horen van getuigen, willen ze daar in hoger beroep wel gebruik van gaan maken.

"In eerste instantie zijn we terughoudend geweest met getuigenverhoren, omdat we dat niet nodig achtten", aldus Visser.