We hebben 217 gasten online

Lucia de Berk deel 15c

Gepost in Lucia de Berk

Persberichten 23 maart 2006 t/m 30 oktober 2007

Zwakke rechters

Commentaar dinsdag 30 oktober 2007 door NRC Handelsblad

Het advies om de strafzaak tegen de Haagse verpleegkundige Lucia de B. te heropenen is goed onderbouwd, scherp beargumenteerd en daarom schokkend in zijn conclusie. In deze zaak zijn ernstige gebreken in de rechtspleging aan het licht gekomen, die de zaak Lucia de B. overstijgen.
Het valt te prijzen dat het Openbaar Ministerie heeft gekozen voor een openlijke analyse van het eigen handelen. Daardoor kunnen fouten worden herkend en vervolgens hersteld. Daarmee is sinds het debacle in het onderzoek naar de Schiedammer parkmoord (2000) ook al een begin gemaakt.
De formele reactie van de leiding van het Openbaar Ministerie gisteren gaf van dit besef overigens nog geen blijk. Het rapport werd gediskwalificeerd als ‘tussenstand’. Dat is alleen de procedurele werkelijkheid. De Hoge Raad moet nog over het advies beslissen. Maar het is niet de maatschappelijke werkelijkheid. Het rapport zaait ernstige twijfel over de competentie van justitie. De opsporing en vervolging waren zo eenzijdig en onkritisch dat rechters in alle echelons zich erdoor lieten meeslepen. Ook de interne correctiemechanismen van beroep en cassatie hebben dus gefaald. Het is moeilijk vast te stellen welk deel van de rechterlijke macht zich dat het meest zou moeten aantrekken. Het OM, dat de zaak verkeerd onderzocht en presenteerde. Of de rechter die er niet doorheen prikte. Het lijkt er nu op dat Lucia de B. zes jaar onschuldig heeft vastgezeten. Het minste wat justitie nu kan betrachten, is spoed bij de herziening.

Het ware beter geweest als het parket zich bepaalde conclusies al meteen openlijk had aangetrokken. Daarvoor gaf de litanie aan tekortkomingen ‘voor een deel van fundamentele aard’ meer dan voldoende aanleiding. Het advies is, juist door de zorgvuldige werkwijze en de deskundige begeleiding, zó gezaghebbend dat het nauwelijks voorstelbaar is dat de Hoge Raad het zou negeren.

Achteraf kan worden geconstateerd dat het Openbaar Ministerie een pragmatische oplossing heeft gevonden om dwalingen te corrigeren. Dat kan niet gezegd worden van de rechterlijke macht. De commissie mocht zich om ‘staatsrechtelijke redenen’ niet uitspreken over de werkwijze van de rechter. Daar zit wel het ernstigste probleem. De rechter blijkt inhoudelijk zwak te staan tegenover getuige-deskundigen bij technische materie, en hij blijkt structurele fouten in complexe opsporingsonderzoek niet te overzien. Ook was men onvoldoende kritisch op bewijsmiddelen.
Rechters zijn niet gewend extern aan zelfreflectie te doen. Naar verluidt trouwens ook niet intern. Toch is het voor het vertrouwen van het publiek in de voor het leven benoemde rechter van cruciaal belang dat diens competentie is gegarandeerd. Daarbij hoort erkenning en correctie van gemaakte fouten. Hoe gaat de zittende magistratuur orde op zaken stellen? Welke stappen worden gezet om specialisatie te bevorderen, de afhankelijkheid van getuige-deskundigen te verminderen en meer niet-juridische kennis de raadkamer in te halen? Is de Hoge Raad bereid herzieningen vaker toe te laten? Er ligt een aantal dringende en zeer pertinente vragen op tafel, die rechtstreeks raken aan het vertrouwen in de rechter. Een antwoord is dringend gewenst.

 

Lucia de B. wist uitslag al

Door JULIA BROOS SANDER VAN DER WERFF in Algemeen Dagblad 30 oktober 2007

DEN HAAG - ’Een paar dagen geleden zaten we tegenover elkaar in de spreekkamer van de gevangenis. Lucia had het nieuws net gehoord. Ze was ontroerd van blijdschap’.

De Haagse advocaat van Lucia de B., Ton Visser, denkt met plezier terug aan dat bijzondere bezoekje in de Nieuwegeinse bajes. ,,Ze was blij, maar het positieve advies van de commissie-Posthumus II maakt haar ook ongeduldig. Ze wil nu zo snel mogelijk die gevangenis uit.’’

De B. (46) moest het nieuws van de commissie nog een paar dagen voor zich houden. Datzelfde gold voor haar andere advocaat Stijn Franken en de ‘klokkenluiders’ Metta de Noo en Ton Derksen. Ook zij waren van te voren ingelicht, maar moesten in opdracht van het Openbaar Ministerie zwijgen over de zaak.

Gisteren, ruim een jaar nadat de ‘twijfelcommissie’ de zaak in onderzoek nam, kwam eindelijk het verlossende woord. ,,Ik was tot het laatste moment bang,’’ zegt Ton Derksen, die de commissie aan het werk zette met zijn boek Lucia de B., reconstructie van een gerechtelijke dwaling.

Hoewel de Nijmeegse wetenschapsfilosoof al enkele dagen wist wat de commissie zou adviseren, was hij er tóch niet gerust op. ,,Ik heb er een slapeloze nacht van gehad. Tot het laatste moment vreesde ik dat het verkeerd zou aflopen. Maar dit advies is ongelooflijk mooi. Beter kan het niet.’’ Advocaat Franken bedankte Ton Derksen en zijn zus Metta de Noo gisteren uitvoerig. ,,Zij zijn onvermoeibaar en vastberaden te werk gegaan. Dat verdient diepe bewondering.’’

De commissie adviseerde het OM gisteren een herzieningsverzoek in te dienen bij de Hoge Raad. Aanleiding zijn de ernstige vraagtekens rond de moord op baby A., de belangrijkste zaak tegen De B. De commissie stelt zelfs dat De B. in deze zaak vermoedelijk was vrijgesproken als tijdens het proces bekend was geweest dat van een digoxinevergiftiging vermoedelijk geen sprake was.

Als dit bewijs wegvalt, blijft er weinig over voor het OM. De overige bewezen moordzaken zijn namelijk slechts gebaseerd op het feit dat de slachtoffers allen vielen tijdens de diensten van De B. Concreet bewijs is er niet.

De commissie concludeert verder dat er tijdens het strafrechtelijk onderzoek te weinig is gekeken naar alternatieve scenario’s en te snel is gefocust op één verdachte. De B.’s advocaten hebben daar een woord voor: tunnelvisie.

De ouders van baby A., woonachtig in Leidschendam, gaan zes jaar na de dood van hun zes maanden oude dochtertje nog zwaar gebukt onder alle ontwikkelingen. Zij geloven niet in De B.’s onschuld. Elke gedachte aan de zaak lijdt tot grote stress. Om die reden willen ze liever niet meer met de pers praten.

Desondanks lieten zij weten zich ‘zeer ellendig’ te voelen en te vrezen voor wat nog komen gaat. „Wij zijn veroordeeld tot levenslang verdriet. En dan drukken we ons nog heel voorzichtig uit.’’

'Informatie rechter vaak onvolledig'

door Floor Ligtvoet en Jan Salden in Eindhovens Dagblad

Dinsdag 30 oktober 2007 - Rechters zijn niet alwetend en varen soms op de deskundigheid van experts. Maar wat als die fouten maken, zoals mogelijk in de zaak van Lucia de B.? 'Rechters willen zo min mogelijk mitsen en maren.

Er zit een dunne lijn tussen idioot en held, heeft Metta de Noo ervaren. De psychiatrische ziekenhuisarts, die samen met haar broer Ton Derksen nooit in de schuld van Lucia de B. heeft geloofd, voerde de afgelopen jaren een felle strijd om de onschuld van de vermeende seriemoordenares aan te tonen. "Ik ben steeds voor idioot uitgemaakt", vertelt ze. "Dat heeft er diep ingehakt. Met dit rapport komt er eindelijk een beetje eerherstel.".

En dus is het voor haar en haar broer, net als voor Lucia de B., feest. De commissie-Posthumus II, die de rol van de politie en het Openbaar Ministerie in de zaak tegen de levenslang bestrafte Haagse verpleegster onderzocht, heeft hun kritiek alleen maar bevestigd.

Eén van De B.'s vermeende slachtoffers in de ziekenhuizen was de zes maanden oude baby Amber. Vooral de stelling dat het meisje zou zijn gestorven aan de zogeheten digoxinevergiftiging komt door de rapportage van de commissie op losse schroeven te staan.

Dat bewijs, destijds ondersteund door twee Nederlandse toxicologen, werd door de rechters als doorslaggevend ervaren.

De wereldbefaamde Canadese toxicoloog Gideon Koren verklaart nu echter tegenover de commissie dat 'elke postmortale waarde als bewijs van vergiftiging te interpreteren onjuist en, in alle eerlijkheid, vrij schokkend is'. Het idee dat een verpleegster gevangen wordt gezet vanwege zo'n onjuiste interpretatie is volgens hem 'volstrekt onacceptabel'.

De rechters die Lucia levenslang achter de tralies stopten, wisten niets van de wetenschappelijke controverse rondom de interpretaties van de waarden van digoxine, een medicijn op basis van vingerhoedskruid dat in hoge dosering dodelijk is. Hadden ze dat wel geweten, dan had de zaak anders kunnen aflopen, aldus de commissie-Posthumus II. Dan was ze misschien vrijgesproken.

Deskundigen gebruiken in een rechtszaak blijft een heikele onderneming, concludeert rechtspsycholoog Peter van Koppen. Hij promoveerde op het onderwerp. "Rechters schakelen een deskundige in omdat ze ergens de ballen verstand van hebben. Ze moeten vervolgens wel beoordelen of de deskundige het bij het rechte eind heeft. Dat kán natuurlijk niet." Eén van de twee toxicologen die stelden dat Amber stierf aan digoxinevergiftiging, is Freek de Wolff. Hem is inmiddels een spreekverbod opgelegd door zijn werkgever, het Leids Universitair Medisch Centrum.

Vorig jaar, toen De Wolff nog wel openlijk kon ingaan op de zaak, zei hij dat de rechter te veel gewicht heeft toegekend aan zijn verklaringen in de rechtszaal. Hij ontkende te hebben gesteld dat Lucia de B. de digoxine aan Amber had toegediend.

Hans Crombag, emeritus hoogleraar rechtspsychologie aan de Universiteit van Maastricht, vindt dat De Wolff "zijn straatje probeert schoon te vegen".

Hij had zijn verhaal in de rechtbank moeten nuanceren. Niet achteraf in de krant, aldus Crombag, ook al is dat lastig. "Rechters hebben nogal de neiging een deskundige af te kappen. Dan wil je een nuance aanbrengen en zegt men: 'Ho, stopt u maar, de rechtbank is voldoende geïnformeerd'. Rechters willen zo min mogelijk mitsen en maren. Daar raken ze alleen maar meer van in de war. Maar als deskundige moet je daar niet aan toegeven." Ook rechtspsycholoog Willem Albert Wagenaar, die regelmatig optreedt als deskundige, weet dat rechters liever 'ja' of 'nee' horen dan 'mogelijk' of 'grote kans dat'. De wetenschap botst nu eenmaal met de regels van het strafrecht, zegt hij. "Wij wetenschappers trekken conclusies op basis van empirisch onderzoek. Daarbij gaan we niet verder dan wat we kunnen bewijzen." Maar voor juridisch bewijs gelden andere principes, zegt Wagenaar. "Een rechter moet altijd een 

oordeel vellen op basis van onvolledige informatie. Hij heeft te maken met liegende getuigen en met rapportages waarin over mogelijkheden en kansen wordt gesproken. Dan wordt het schipperen."

Nog lastiger wordt het voor de rechter als deskundigen elkaar tegenspreken. "Dan moet een rechter kiezen wie hij het meest gelooft", zegt Crombag. "Of een verdachte vrijspreken." Volgens Crombag en Wagenaar is er geen manier om de kloof tussen wetenschap en strafrecht te dichten. Wel pleiten ze er allebei voor dat rechters meer kennis opdoen over zaken als dna, statistiek en psychologie.

 Zaak Lucia de B.: ‘Professoren moeten zwijgen als ze niet alles weten’

Menno van Dongen in Volkskrant 30 oktober 2007

DEN HAAG - ‘Een tsunami aan deskundigen, waarin de rechters zijn verdronken’. Zo oordeelt rechtspsycholoog Hans Crombag over de rol die ruim 70 artsen, toxicologen en statistici speelden in het strafproces tegen de Haagse verpleegkundige Lucia de B. De veronderstelde seriemoordenaar zit al zes jaar vast, maar volgens hem is zij ten onrechte veroordeeld.

Maandag uitte een commissie kritiek op de rol van experts in deze zaak. In het onderzoeksrapport staat dat OM, rechters en advocaten ‘betrekkelijk willekeurig’ kozen voor bepaalde deskundigen en dat ‘geen structureel onderzoek’ is gedaan ‘naar de specifieke kwaliteiten van deze personen’. Dat gaat vaker mis, mede omdat er (nog) geen landelijk deskundigenregister is.

Getuige-deskundigen in de zaak-De B. gaven een oordeel over sterfgevallen op basis van onvolledige informatie. Ook dat gebeurde eerder, onder meer in de Puttense moordzaak, waarvoor onschuldigen jaren vast zaten.

Crombag: ‘Professoren moeten zwijgen als ze niet alles weten. Het OM en de rechters kunnen met hun verhaal aan de haal gaan.’

In de zaak-De B. kreeg een statisticus onjuiste gegevens van het OM. Daardoor ontstond het beeld dat het geen toeval kon zijn dat de verpleegkundige bij veel sterfgevallen was betrokken. ‘Die gedachte kan de prullenbak in’, constateerde haar advocaat tevreden.

De politie beschouwde De B. ten onrechte als enige verdachte, vindt de commissie. Er zou alsnog moeten worden onderzocht of het klopt dat in de periode voordat De B. op een bepaalde afdeling werkte, meer patiënten overleden. Dat zou sterk in haar voordeel pleiten.

Hier zit de kern van het probleem, vindt Crombag. ‘Dit is niet onderzocht omdat het OM bepaalt wat gebeurt en hoe het strafdossier wordt samengesteld. Advocaten moeten meer invloed krijgen.’

De commissie oordeelt niet over eventuele fouten van rechters. Die zijn wel gemaakt, vindt rechtspsycholoog Peter van Koppen. ‘Ze hebben selectief gewinkeld in meningen van deskundigen. Rechters gebruikten alleen het deel van verklaringen dat hun goed uitkwam. Zo kun je elke zaak rond krijgen.’

Harm Brouwer, voorzitter van het College van procureurs-generaal (OM) wijst erop dat de zaak-De B. al jaren oud is. Twee jaar geleden heeft het OM maatregelen genomen om dwalingen te voorkomen, na een rapport over de Schiedammer Parkmoordzaak, waarvoor een onschuldige in de cel zat.

Het OM vindt het te vroeg om te beoordelen of er fouten zijn gemaakt in de zaak De B. Dat oordeel is aan de procureur-generaal bij de Hoge Raad. De onafhankelijke adviseur van het hoogste rechtscollege beslist over enkele weken of hij vindt dat er sprake is van een novum, een nieuw feit dat heropening mogelijk maakt.

De sympathisanten en advocaten van De B. zien dit met vertrouwen tegemoet. Maar hoogleraar strafrecht Peter Tak betwijfelt of de Hoge Raad een novum kan vinden in het rapport. ‘Ik vrees het ergste’, zegt ook Van Koppen. ‘De Hoge Raad is heel formalistisch.’

Grote mancos zaak-Lucia de B.

Jannetje Koelewijn in NRC Handelsblad 29 oktober 2007

Het belangrijkste bewijs bij de veroordeling van de Haagse verpleegkundige Lucia de B. lijkt verdwenen. Het wachten is nu op een herzieningsaanvraag.

Ze zaten vanmorgen vroeg al met bleke gezichten te wachten in de hal van het parket-generaal in Den Haag: Ton Derksen en Metta de Noo, aanjagers achter een mogelijke herzieningsaanvraag in de zaak Lucia de B. Ze hadden het rapport van de Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken al gelezen, maar ze mochten nog niets zeggen. Het advies in dat rapport zou pas om half elf tijdens een persconferentie van het College van Procureurs-Generaal openbaar worden gemaakt. Ton Derksen en Metta de Noo dáchten er niet over het embargo te breken, zo kort voor hun nu wel heel waarschijnlijke overwinning.

Een uur tijd kregen journalisten om te lezen en zich op de zeer laat aangekondigde persconferentie voor te bereiden. Een woordvoerder van het college verontschuldigde zich daarvoor. De families van alle overledenen - slachtoffers van moord, volgens uitspraak van 13 juli 2006 van het gerechtshof in Amsterdam - moesten eerst nog worden geïnformeerd over de strekking van het advies.

Of de overledenen wel of geen slachtoffers van moord zijn, gepleegd door de verpleegkundige Lucia de B. - daarover spreekt de Commissie Evaluatie Afgesloten Rechtszaken zich niet uit. De commissie, onder leiding van de Arnhemse advocaat-generaal Jan-Willem Grimbergen, heeft zich alleen gebogen over de vraag of in de strafzaak tegen Lucia de B. ernstige mancos hebben voorgedaan in de opsporing, de vervolging of in de presentatie van het bewijs aan de rechters. Dat is zo door de politiek besloten bij de instelling van de commissie. De rol van de zittende magistratuur, de rechters, zou buiten beschouwing blijven.

De commissie heeft dus onderzoek gedaan naar de werkwijze van de politie en het openbaar ministerie in de zaak Lucia de B. En daar zitten zulke fundamentele tekortkomingen in dat de commissie het College adviseert om bij de Hoge Raad een herzieningsaanvraag te doen. Politie en openbaar ministerie hebben Lucia de B. - nadat de directie van Juliana Kinderziekenhuis in Den Haag in 2001 aangifte van verdachte sterfgevallen had gedaan - te snel als verdachte, en als énige verdachte, is aangemerkt. Er is onvoldoende oog geweest voor alternatieve scenarios, vindt de commissie ook. En vanaf het begin hebben onderbuikgevoelens bij de directie van het ziekenhuis en bij de politie het onderzoek in een bepaalde richting gestuurd.

De statistische berekeningen - kon dit wel toeval zijn? - werden gebaseerd op verkeerde informatie en verkeerde definities, volgens de commissie. Over het belangrijkste bewijs in de zaak, de veronderstelde digoxinevergiftiging, is zoveel tegenstrijdige informatie gekomen dat rechters het volgens de commissie nu niet meer als bewijs zouden accepteren. Dit laatste is de grond onder het advies voor de herzieningsaanvraag.

Uitstekend, zegt Ton Derksen. Hij schreef een boek over de gerechtelijke dwalingen in de zaak Lucia de B. en diende, als hoogleraar, het verzoek tot evaluatie in. Als het digoxinebewijs vervalt, vervallen alle andere bewijzen ook. Het rapport ligt nu bij de procureur-generaal. Die besluit naar verwachting binnen enkele weken of hij de raad zal vragen om Lucia de B.s zaak te herzien.

 

‘Na zes jaar eindelijk iets positiefs’

Door JULIA BROOS SANDER VAN DER WERFF algemeen Dagblad 29 oktober 2007

DEN HAAG - Tijd om te toosten op de goede afloop heeft ze nog niet gehad.

De telefoon van de Haagse Fabiënne (26) staat roodgloeiend nadat gisteren bekend werd dat de zaak van haar tot levenslang veroordeelde moeder, Lucia de B. (46), zo goed als zeker wordt heropend.

Bijna liep ze het telefoongesprek met haar moeder mis door alle tv- optredens en kranteninterviews. De B. zocht vanuit vrouwengevangenis Nieuwersluis herhaaldelijk contact met haar dochter, maar die was voortdurend in gesprek. Uren later kregen ze elkaar alsnog aan de lijn. „Mijn moeder vond het heel grappig dat ik vanwege haar de hele dag aan het rennen en vliegen was.’’

Na zes jaar gevangenschap heeft de voormalig Haagse verpleegkundige (46) eindelijk iets om te lachen. In 2001 werd ze aangehouden op verdenking van een reeks moorden op Haagse ziekenhuispatiënten. De B. ontkende in alle toonaarden, maar werd in 2004 tot levenslang veroordeeld voor de moord op zeven jonge kinderen en bejaarden en drie pogingen daartoe.

Alle patiënten waren ernstig ziek. Artsen gaven in alle gevallen aanvankelijk een verklaring van natuurlijke dood af. Later, toen De B. als verdachte in beeld kwam, kregen diezelfde sterfgevallen opeens het predikaat verdacht.

Toen de Hoge Raad het arrest van het hof vorig jaar bekrachtigde, verdween ook het laatste beetje moed. Een paar dagen na die uitspraak werd De B. getroffen door een herseninfarct. Als gevolg daarvan is ze halfzijdig verlamd. Ze slikt pijnstillers en pillen tegen de spanning.

Het onderzoek van de ‘twijfelcommissie’ vormde een lichtpuntje, maar het eindeloze wachten op de uitkomst, langer dan een jaar, deed haar ook geen goed. Gisteren kwam dan toch het verlossende woord. Fabiënne: „Ik heb mijn moeder voor het eerst in jaren uitbundig horen lachen. Ze vond het echt geweldig. Wat wil je: na zes jaar eindelijk iets positiefs.’’

Fabiënne kon het nieuws zelf ook moeilijk bevatten. „Ik had zoiets van: eerst zien, dan geloven. Nu het echt waar blijkt te zijn, valt er echt twintig kilo van me af. Het is gewoon geweldig.’’ 

Ondanks het grote nieuws ging ze gisteren gewoon naar haar werk. Na een halve dag hield ze het alsnog voor gezien. ,,Ik dacht dat ik door hoogstens twee, drie mensen zou worden gebeld.’’ Dat bleek een misvatting. Fabiënne kreeg gistermiddag naar eigen zeggen negentig telefoontjes. De ene journalist na de andere wilde ‘de dochter van’ even spreken. „Het was geen doen. Zelfs toen ik bij de kapper zat - ik kon natuurlijk niet met uitgroei op televisie verschijnen - werd ik gebeld.’’

Fabiënne hoopt dat haar moeder nu snel wordt vrijgelaten, in afwachting van haar nieuwe rechtszaak. ,,Het advies van de commissie is natuurlijk prachtig, maar mijn moeder is er nog ongeduldiger van geworden. Ze wil nu zo snel mogelijk uit die gevangenis.’’

De B.’s advocaten hebben inmiddels een verzoek tot vrijlating ingediend. Fabiënne hoopt nu dat haar moeder bij het kerstdiner kan aanschuiven, voor het eerst in zes jaar.

Nieuwe hoop voor veroordeelden Post en Knobbe

De commissie-Posthumus heeft nog twee andere zaken in onderzoek: die van Hennie Knobbe en Ina Post.

Knobbe is veroordeeld tot acht jaar cel en tbs wegens misbruik van zeven kinderen. Volgens deskundigen zijn de kinderen aangezet tot onjuiste verklaringen Post werd in 1987 veroordeeld voor de moord op een bejaarde vrouw. Ze legde bekentenissen af, maar verklaarde later onder druk te zijn gezet. Post heeft haar straf uitgezeten, Knobbe zit tot de dag van vandaag in een tbs-kliniek. Beide veroordeelden ontkennen.

,,Gelet op de argumenten waarmee de zaak-Lucia de B. nu wordt herzien, móeten de zaken van Knobbe en Post ook overnieuw,’’ zegt hun beider advocaat Geert-Jan Knoops. ,,Die argumenten gelden in deze twee zaken nog sterker dan in de zaak Lucia de B.’’ De commissie doet in november uitspraak over Knobbe, in december over Post.

Posthumus II is een voortzetting van de commissie in 2005 de Schiedammer parkmoord onderzocht. In die zaak bleek een man onterecht te zijn veroordeeld. De commissie staat onder leiding van de Nijmeegse strafrechtdeskundige Ybo Buruma.

Vorig jaar oktober kondigde de commissie aan de zaak Lucia de B. opnieuw te onderzoeken. Het OM verwacht dat de Posthumus II uiteindelijk tien tot twaalf zaken opnieuw tegen het licht zal houden.

SP bepleit oprichting Raad voor Rechtszekerheid

Telegraaf 29 oktober 2007

DEN HAAG - Het advies tot herziening in de zaak-Lucia de B. vormt voor de SP aanleiding om te pleiten voor oprichting van een onafhankelijke Raad voor Rechtszekerheid. Zo'n raad zou de rechterlijke macht moeten kunnen dwingen een zaak opnieuw te bekijken.

„De zaak Lucia de B. bewijst wederom dat er dringende behoefte is aan een onafhankelijke raad die buiten de rechterlijke macht om naar de gang van zaken in een strafzaak kan kijken. Het strafrechtsysteem kan zich geen wantrouwen permitteren”, aldus SP-Kamerlid Jan de Wit maandag.

Zijn initiatief zou de permanente opvolger moeten worden van de Commissie evaluatie afgesloten strafzaken (CEAS). De commissie heeft het Openbaar Ministerie (OM) geadviseerd om in de zaak-Lucia de B. herziening te vragen.

De nieuw in te stellen raad moet op verzoek van een veroordeelde kunnen onderzoeken of politie en justitie fouten hebben gemaakt, vindt de SP. Daarnaast moet de Hoge Raad beter toegankelijk worden voor herzieningsverzoeken bij gerede twijfel over de juistheid van een vonnis.

„Ook in het strafrecht kunnen fouten gemaakt worden, maar in het Nederlandse rechtssysteem is het veel te moeilijk om deze aan te vechten. Dat moet niet kunnen”, stelt De Wit.

Rapport kritisch over politie en justitie

Telegraaf 29 oktober 2007

DEN HAAG - De Commissie evaluatie afgesloten strafzaken (CEAS) is op diverse punten kritisch over het onderzoek van politie en justitie naar de Haagse verpleegkundige Lucia de B.(Berk). Zij werd tot levenslang veroordeeld voor de moord op zeven ziekenhuispatiënten en drie moordpogingen. Hieronder enkele punten uit het CEAS-rapport.

Lucia de B. is in de eerste fase van het onderzoek te snel als enige verdachte aangemerkt. In de tweede fase was de focus op De B. terecht, maar toen onderzoek geen direct bewijs opleverde - niemand heeft haar bijvoorbeeld iets levensbedreigends zien doen - had de politie meer oog moeten hebben voor alternatieve scenario's. Politie en justitie hadden wel de bedoeling de zaak open en onbevooroordeeld te benaderen.

Er is geen structureel onderzoek gedaan naar de specifieke kwaliteiten van personen die als (medisch) deskundige zijn aangewezen. De argumenten om hen aan te stellen waren betrekkelijk willekeurig, zoals toevallige bekendheid met een naam.

De vraag of het nog wel toeval kon zijn dat een en dezelfde verpleegkundige bij zoveel incidenten betrokken was, heeft vanaf het prille begin van de zaak een rol gespeeld, terwijl het OM dat tegenover de CEAS aanduidde als onderbuikgevoel. Desondanks gebruikte het OM het in de bewijsvoering.

Er is niet kritisch genoeg omgegaan met de uitkomsten van statistische berekeningen. Bovendien hebben die een andere functie gekregen dan waarvoor ze bedoeld waren. Ze verwerden van sturingsinformatie voor de politie tot potentieel bewijsmiddel. Het gerechtshof heeft de statistische rapporten overigens buiten beschouwing gelaten.

 Lucia de B. vraagt minister om vrijlating

NRC Gepubliceerd: 29 oktober 2007 14:12 | Gewijzigd: 29 oktober 2007 15:23

Den Haag, 29 okt. De Haagse verpleegkundige Lucia de B. heeft de minister van Justitie gevraagd om haar levenslange straf te onderbreken. Ze deed dat verzoek naar aanleiding van het advies van de Commissie evaluatie afgesloten strafzaken (CEAS) aan het Openbaar Ministerie bij de Hoge Raad te vragen om herziening van haar zaak.

De B.'s advocaat Stijn Franken zei maandag dat hij het verzoek namens haar naar het ministerie heeft gestuurd. ,,Het rapport toont overtuigend aan dat fouten van fundamentele aard zijn gemaakt'', aldus Franken. ,,Ze zit vast door prutswerk en ze moet vrijkomen.''

Hij wees er ook op dat De B.'s medische toestand zorgelijk is en dat dat ook reden moet zijn om haar, tijdelijk, vrij te laten. In maart vorig jaar werd ze getroffen door een hersenbloeding waardoor ze aan de rechterzijde van haar lichaam verlamd raakte.

Het is nog onduidelijk of De B. en haar advocaten zelf een herzieningsverzoek doen aan de Hoge Raad, of afwachten wat de procureur-generaal bij de Hoge Raad van het rapport vindt. Deze PG staat los van het college van procureurs-generaal, de top van het OM, en adviseert de Hoge Raad.

Raadsman Franken vindt het rapport van de CEAS ,,buitengewoon kritisch'' over politie en justitie. De statistiek, die de stelling voedde dat het toch geen toeval kon zijn dat Lucia bij zoveel sterfgevallen betrokken was, had volgens hem helemaal buiten het dossier moeten blijven. Statistici hadden onvoldoende informatie om juiste berekeningen te maken, zei de advocaat.

Verder richtten de opsporingsinstanties zich te snel exclusief op zijn cliënt. ,,Het tart elke vorm van logica dat Lucia als moordenaar wordt aangewezen terwijl het aantal sterfgevallen op die afdeling van het Juliana Kinderziekenhuis daalde toen zij daar ging werken.'' (ANP)

Herziening bepleit van zaak-Lucia de B.

NRC Gepubliceerd: 29 oktober 2007 10:38 | Gewijzigd: 29 oktober 2007 15:17

Door een onzer redacteuren

Den Haag, 29 okt. De Hoge Raad moet zich opnieuw buigen over de strafzaak tegen de Haagse verpleegkundige Lucia de B., die in 2004 tot levenslang is veroordeeld voor de moord op zeven ziekenhuispatiënten.

Dat adviseert de ‘Commissie evaluatie afgesloten strafzaken’, ingesteld door toenmalig minister van justitie Donner, in een rapport dat vanochtend is gepresenteerd aan het college van procureurs-generaal. In het onderzoek is er volgens de commissie vanaf het begin te veel van uitgegaan dat Lucia de B. de enige dader moet zijn geweest. Bovendien is niet gezocht naar alternatieve scenario’s die haar mogelijk zouden vrijpleiten.

De Haagse verpleegkundige werd in juni 2004 door het hof in Den Haag veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf voor de moord op zeven patiënten en drie pogingen daartoe. Voor de veroordeling was geen direct bewijs voorhanden, zoals verklaringen van getuigen die hebben gezien dat zij ‘dodenhandelingen’ heeft verricht. Bij haar veroordeling speelden verklaringen van getuigen-deskundigen, over het grote aantal dodelijke incidenten onder patiënten onder haar hoede, een grote rol. Maar aan die verklaringen had volgens de commissie niet zo’n groot gewicht mogen worden toegekend. Een verzoek tot vernietiging van deze uitspraak bij de Hoge Raad werd in maart 2006 verworpen. De B. was beschuldigd van dertien moorden en vijf moordpogingen tussen 1997 en 2001, toen zij werkte in vier ziekenhuizen in en rond Den Haag.

Ook andere deskundigenverklaringen zijn volgens de commissie onvoldoende evenwichtig beoordeeld, bijvoorbeeld die over de manier waarop patiënten onder haar hoede vergiftigd zouden zijn met digoxine. Een rapport, opgemaakt door een laboratorium in Straatsburg, werd pas twee jaar na binnenkomst bij het Nationaal Forensisch Instituut doorgestuurd naar het OM. Dat was enkele dagen na haar veroordeling in hoger beroep. Volgens de commissie zijn ‘de relevante verschillen van wetenschappelijk inzicht ten aanzien van de digoxineproblematiek onvoldoende aan de orde gekomen’.

De Commissie evaluatie afgesloten strafzaken heeft tot doel na te gaan of zich ernstige fouten hebben voorgedaan in de opsporing van strafbare feiten of in de behandeling van de strafzaak. De commissie werd ingesteld na de zogenoemde Schiedammer Parkmoord, waarbij een man ten onrechte werd veroordeeld voor de moord op een 10-jarig meisje.

Behalve de instelling van de commissie, leidde die affaire tot een ingrijpend verbeterprogramma ‘versterking opsporing en vervolging’. Ook in deze zaak was volgens de commissie sprake van fundamentele tekortkomingen, maar hebben de inmiddels getroffen maatregelen de kans op dergelijke blunders aanzienlijk verkleind.

Volgens voorzitter Harm Brouwers van het college van procureurs-generaal ligt het rapport inmiddels bij de procureur-generaal bij de Hoge Raad en zal binnen enkele weken worden besloten worden of hij zal adviseren om de zaak-Lucia de B. te herzien.

Op 29 september kwamen in het actualiteitenprogramma Nova deskundigen aan het woord die bepleitten dat de B. niet veroordeeld had mogen worden. Op internet hebben nationale en internationale wetenschappers inmiddels een petitie getekend, waarin ze oproepen de zaak-Lucia de B. te heropenen.

Lucia vraagt minister om vrijlating

Telegraaf 29 oktober 2007

DEN HAAG - De Haagse verpleegkundige Lucia de B.heeft de minister van Justitie gevraagd om haar levenslange straf te onderbreken. Ze deed dat verzoek maandag naar aanleiding van het advies van de Commissie evaluatie afgesloten strafzaken (CEAS) aan het Openbaar Ministerie (OM) bij de Hoge Raad te vragen om herziening van haar zaak.

De B.'s advocaat Stijn Franken zei maandag dat hij het verzoek namens haar naar het ministerie heeft gestuurd. „Het rapport toont overtuigend aan dat fouten van fundamentele aard zijn gemaakt”, aldus Franken. „Ze zit vast door prutswerk en ze moet vrijkomen.”

Hij wees er ook op dat De B.'s medische toestand zorgelijk is en dat dat ook reden moet zijn om haar (tijdelijk) vrij te laten. Vorig jaar maart werd ze getroffen door een hersenbloeding waardoor ze aan de rechterzijde van haar lichaam verlamd raakte.

Het ministerie van Justitie zal het verzoek om tijdelijke vrijlating zorgvuldig bestuderen, zei een woordvoerder. Staatssecretaris Nebahat Albayrak (Justitie) komt volgens hem zo snel mogelijk met een reactie.

Het is nog onduidelijk of De B. en haar advocaten zelf een herzieningsverzoek doen aan de Hoge Raad of afwachten wat de procureur-generaal bij de Hoge Raad van het rapport vindt. Deze PG staat los van het college van procureurs-generaal, de top van het OM, en adviseert de Hoge Raad.

Raadsman Franken vindt het rapport van de CEAS „buitengewoon kritisch” over politie en justitie. De statistiek die de stelling voedde dat het toch geen toeval kon zijn dat Lucia bij zoveel sterfgevallen betrokken was, had volgens hem helemaal buiten het dossier moeten blijven. Statistici hadden onvoldoende informatie om juiste berekeningen te maken, zei de advocaat.

Verder richtten de opsporingsinstanties zich te snel exclusief op zijn cliënt. „Het tart elke vorm van logica dat Lucia als moordenaar wordt aangewezen terwijl het aantal sterfgevallen op die afdeling van het Juliana Kinderziekenhuis daalde toen zij daar ging werken.”

Herzieningsaanvraag in zaak Lucia de B.

Trouw 29 november 2007

DEN HAAG (ANP) - De Commissie evaluatie afgesloten strafzaken (CEAS) adviseert het Openbaar Ministerie (OM) de Hoge Raad te vragen om herziening van de zaak Lucia de B., zo heeft het OM maandag bekendgemaakt. De Haagse verpleegkundige werd in juli 2006 veroordeeld tot levenslange celstraf wegens zeven moorden en drie moordpogingen op ziekenhuispatiënten. De B. heeft haar onschuld steeds volgehouden.

De commissie vindt dat in het proces te weinig aandacht is besteed aan verschillende opvattingen van deskundigen over de vergiftiging van een zeven maanden oude baby. De deskundigen verschilden van mening over de vraag of kon worden vastgesteld dat het kind is overleden aan digoxinevergiftiging. Met het overlijden van deze baby kwam de zaak van De B. aan het rollen. Digoxine is een hartmedicijn, dat dodelijk kan zijn bij te hoge dosering.

Deskundigen die tijdens het proces aan het woord kwamen, waren nogal willekeurig gekozen, vindt de commissie. Niemand heeft voldoende onderzocht of deze medici echt wel experts waren op het gebied van digoxine. Ook niet de advocaten van de verpleegkundige, die een van hen aan als deskundige aandroegen. Om meer duidelijkheid te krijgen, voerde de CEAS gesprekken met onder anderen een vooraanstaande Canadese arts die is gespecialiseerd in de werking van het hartmedicijn, ook bij jonge kinderen.

Het meningsverschil tussen de deskundigen is het enige punt waarop volgens de CEAS herziening gevraagd kan worden. Maar het driemanschap dat de zaak bestudeerde vraagt aan de top van het OM, het college van procureurs-generaal (PG's), wel om te kijken of nader onderzoek kan worden gedaan. Dat zou gedaan moeten worden naar sterfgevallen en reanimaties op Lucia's afdeling van het ziekenhuis, vóórdat zij er werkte.

De B. werkte vanaf september 1999 op de betreffende afdeling van het Juliana Kinderziekenhuis (JKZ) in Den Haag. In de twee jaar daarvoor overleden echter minstens zoveel patiëntjes als toen zij er werkte. De CEAS vindt het onjuist dat de politie niet heeft gekeken of daar ook verdachte gevallen bij zaten.

Als dat wel was gebeurd, waren er misschien andere redenen gevonden voor de verdachte sterfgevallen. Haar advocaat Stijn Franken typeerde de werkwijze van politie en justitie als tunnelvisie.

Voorzitter Harm Brouwer van de PG's gaf maandag aan dat het rapport inmiddels bij de procureur-generaal bij de Hoge Raad ligt. Deze staat los van het OM en de PG's en adviseert de Hoge Raad. Het is uiteindelijk de raad zelf die beslist over een eventuele herziening.

De PG bij de Hoge Raad besluit naar verwachting binnen enkele weken of hij de raad vraagt Lucia's zaak te herzien. Lucia kan daar zelf ook om vragen, maar het is nog niet bekend of en wanneer ze dat gaat doen, zei advocaat Franken

Advies tot herziening zaak-Lucia de B.

Telegraaf 29 oktober 2007

DEN HAAG - De zaak tegen Lucia de B., die tot een levenslange celstraf wegens zeven moorden en drie moordpogingen op ziekenhuispatiënten is veroordeeld, moet opnieuw worden bekeken. Het Openbaar Ministerie zou een herzieningsverzoek bij de Hoge Raad moeten indienen, adviseert de Commissie evaluatie afgesloten strafzaken (CEAS).

De commissie vindt dat in het proces te weinig aandacht is besteed aan verschillende opvattingen van deskundigen over de vergiftiging van een zeven maanden oude baby. De deskundigen verschilden van mening over de vraag of kon worden vastgesteld dat het kind is overleden aan digoxinevergiftiging. Met het overlijden van deze baby kwam de zaak van De B. aan het rollen. Digoxine is een hartmedicijn, dat dodelijk kan zijn bij te hoge dosering.

Deskundigen die tijdens het proces aan het woord kwamen, waren nogal willekeurig gekozen, vindt de commissie. Niemand heeft voldoende onderzocht of deze medici echt wel experts waren op het gebied van digoxine. Ook niet de advocaten van de verpleegkundige, die een van hen aan als deskundige aandroegen. Om meer duidelijkheid te krijgen, voerde de CEAS gesprekken met onder anderen een vooraanstaande Canadese arts die is gespecialiseerd in de werking van het hartmedicijn, ook bij jonge kinderen.

Het meningsverschil tussen de deskundigen is het enige punt waarop volgens de CEAS herziening gevraagd kan worden. Maar het driemanschap dat de zaak bestudeerde vraagt aan de top van het OM, het college van procureurs-generaal (PG's), wel om te kijken of nader onderzoek kan worden gedaan. Dat zou gedaan moeten worden naar sterfgevallen en reanimaties op Lucia's afdeling van het ziekenhuis, vóórdat zij er werkte.

De B. werkte vanaf september 1999 op de betreffende afdeling van het Juliana Kinderziekenhuis (JKZ) in Den Haag. In de twee jaar daarvoor overleden echter minstens zoveel patiëntjes als toen zij er werkte. De CEAS vindt het onjuist dat de politie niet heeft gekeken of daar ook verdachte gevallen bij zaten. Als dat wel was gebeurd, waren er misschien andere redenen gevonden voor de verdachte sterfgevallen. Haar advocaat Stijn Franken typeerde de werkwijze van politie en justitie als tunnelvisie.

Voorzitter Harm Brouwer van de PG's gaf maandag aan dat het rapport inmiddels bij de procureur-generaal bij de Hoge Raad ligt. Deze staat los van het OM en de PG's en adviseert de Hoge Raad. Het is uiteindelijk de raad zelf die beslist over een eventuele herziening.

De PG bij de Hoge Raad besluit naar verwachting binnen enkele weken of hij de raad vraagt Lucia's zaak te herzien. Lucia kan daar zelf ook om vragen, maar het is nog niet bekend of en wanneer ze dat gaat doen, zei advocaat Franken.

Hof: straf Lucia de B. na uitvoerig onderzoek.

Telegraaf 29 oktober 2007

DEN HAAG - Het gerechtshof in Den Haag heeft Lucia de B. in 2004 tot levenslang en tbs veroordeeld op basis van „uitvoerig en behoorlijk onderzoek” op de terechtzitting. Dat stelt het hof maandag in een reactie op het rapport van de evaluatiecommissie voor gesloten strafzaken. Het arrest is bovendien voorzien van een grondige motivering, aldus het hof.

De commissie heeft het werk van de rechters niet onder de loep genomen. Dit in verband met de onafhankelijke positie van rechters in het rechtssysteem. Het hof is niet betrokken bij het onderzoek.

Het hof laat ook weten dat nader onderzoek naar de zaak-Lucia de B. belangrijk is voor het vertrouwen in de rechtsstaat. Mogelijk is sprake van een novum, een feit dat eerder onbekend was, aldus het gerechtshof. Verder benadrukt het hogere rechtscollege dat de „behandeling en beoordeling van de zaak steeds in het licht hebben. gestaan van optimale waarheidsvinding”. Het hoger beroep telde 23 zittingsdagen en er zijn circa zestig getuigen gehoord.

Na de uitspraak van het hof stapte De B. naar de Hoge Raad. Die verwierp de meeste van haar klachten, maar verwees de zaak wel terug naar het hof in Amsterdam. De combinatie van levenslang en tbs kon niet, aldus de Hoge Raad. In Amsterdam bepaalden de rechters dat De B. levenslang de gevangenis in moest. 

Advies tot herziening zaak-Lucia de B.

Maandag 29 oktober 2007 Telegraaf

DEN HAAG - De zaak tegen Lucia de B., die tot een levenslange celstraf wegens zeven moorden en drie moordpogingen op ziekenhuispatiënten is veroordeeld, moet opnieuw worden bekeken. Het Openbaar Ministerie zou een herzieningsverzoek bij de Hoge Raad moeten indienen, adviseert de Commissie evaluatie afgesloten strafzaken (CEAS).

Dat heeft het OM maandag bekendgemaakt. De commissie vindt dat in het proces te weinig aandacht is besteed aan verschillende opvattingen van deskundigen over de vergifting van baby Amber. De deskundigen verschilden van mening over de vraag of kon worden vastgesteld dat het kind is overleden aan dioxinevergiftiging.

Met het overlijden van deze baby kwam de zaak van De B. aan het rollen.

De Haagse verpleegkundige werd in juli 2006 veroordeeld.

Advies tot herziening zaak-Lucia de B.

DEN HAAG - De Commissie evaluatie afgesloten strafzaken (CEAS) adviseert het Openbaar Ministerie (OM) de Hoge Raad te vragen om herziening van de zaak Lucia de B., zo heeft het OM maandag bekendgemaakt.

Lucia de B. tijdens de rechtszaak in 2006.

De Haagse verpleegkundige werd in juli 2006 veroordeeld tot levenslange celstraf wegens zeven moorden en drie moordpogingen op ziekenhuispatiënten.
De commissie vindt dat in het proces te weinig aandacht is besteed aan verschillende opvattingen van deskundigen over de vergiftiging van baby Amber. De deskundigen verschilden van mening over de vraag of kon worden vastgesteld dat het kind is overleden aan dioxinevergiftiging. Met het overlijden van deze baby kwam de zaak van De B. aan het rollen.
ANP 29 oktober 2007

AD donderdag 11 oktober 2007

'Lucia de B. uit de cel met kerst'

Door JULIA BROOS EN SANDER VAN DER WERFF

DEN HAAG - Ze tuiniert, borduurt en luistert graag naar Radio 1. Een parkietje houdt haar gezelschap in de cel. De tv staat vaak aan, maar bij ziekenhuisseries zapt ze snel weg.

De Haagse verpleegkundige Lucia de B., veroordeeld tot levenslang voor de moord op zeven baby’s en bejaarden, heeft haar portie ziekenhuisleed wel gehad.
De B., die de moorden altijd heeft ontkend, zit al bijna zes jaar vast. Het leven in vrouwengevangenis Nieuwersluis valt haar zwaar, stellen haar dochter Fabiënne en de advocaten Ton Visser en Stijn Franken, die haar regelmatig bezoeken.

De Haagse slikt pijnstillers en pillen tegen de spanning. Vijf dagen na de uitspraak van de Hoge Raad werd ze getroffen door een herseninfarct en raakte ze halfzijdig verlamd. Sinds kort kan ze haar rechterarm weer een beetje bewegen. Dankzij een speciaal kastje aan haar pols dat elektrische schokjes afgeeft.

Fabiënne is doodsbang dat haar moeder opnieuw iets overkomt. De B. wacht al bijna een jaar op het advies van de commissie-Posthumus II, die onderzoekt of haar zaak voor heropening in aanmerking komt. Bij elk nieuwtje schiet De B.’s hartslag omhoog.

Als tegenwicht voor de zwaarmoedigheid neemt Fabiënne soms cadeautjes mee. Zo schonk ze haar moeder een parkietje en een speciale borduurring, waardoor ze met één arm kan handwerken. Fabiënne kreeg als dank een kleurige, handgemaakte poncho.

De dochter krijgt meer cadeautjes uit de gevangenis. In haar huiskamer hangen schilderijen, met elfjes als thema. De B. maakt de doeken op de ezel die in haar cel staat.

Fabiënne wordt ook op minder prettige manieren aan De B. herinnerd. Omdat haar moeder nog steeds als praktiserend verpleegkundige staat ingeschreven, ploft het vakblad voor kindergeneeskunde nog regelmatig op de mat. Het tijdschrift verdwijnt linea recta in de papierbak. Met witte jassen wil De B. niets meer te maken hebben. Ook niet als ze vrijkomt. Een carrière als schrijver lijkt ook onwaarschijnlijk. Ooit overwoog ze een boek te maken, maar toen haar dagboeken in de rechtszaal tegen haar werden gebruikt, verdween de lust.

Wat ze dan wél wil? De B. houdt haar toekomstdromen voor zichzelf. Eén ding staat vast: mocht ze ooit vrijkomen, dan trakteert haar advocaat Ton Visser haar op een kopje koffie in Kijkduin. Voorlopig leeft De B. noodgedwongen bij de dag. Via Radio 1 volgt ze het nieuws. Politieke debatten hebben haar speciale aandacht. Lezen doet ze ook graag, van alles en nog wat, het liefst in het Engels. De bibliothecaresse haalt speciaal voor haar Engelstalige boeken uit een andere gevangenis, in Utrecht.

Sinds enkele maanden leeft De B. zich uit in de gevangenistuin, waar tomaten-, aardbeien- en komkommerplantjes. groeien. Daar is ze enorm van opgeknapt, zegt Fabiënne. Ze omschrijft haar moeder als een echte ‘plantenmiep’. „Geef haar een dode plant en ze lapt hem zo weer op.’’

De oogst van de bajestuin wordt verdeeld onder de gedetineerden. Met hen heeft De B. volgens Fabiënne een goede verstandhouding. Vanwege haar leeftijd en zorgzame karakter wordt ze als ‘moedertje’ gezien. Vooral jonge, buitenlandse gedetineerden kunnen op haar steun rekenen. De B. vindt het zielig dat ze ver van huis achter de tralies zitten en geen bezoek krijgen. 

Dat zorgzame heeft ze volgens haar dochter altijd al gehad. Als Fabiënne met een probleem rondliep, stapte ze eerder naar haar moeder dan naar een vriendin. Toch heeft ze, als ieder ander mens, haar nukken en chagrijnige buien.

Het beeld dat de rechtbank en het hof echter van haar schetsten - ‘een meedogenloze, geraffineerde seriemoordenaar’ - raakt volgens haar naasten kant noch wal. Net als de omschrijving Engel des Doods, die sommige media gebruikten. Fabiënne stoort zich mateloos aan zulke typeringen. Ze voelt een sterke behoefte de naam van haar moeder te zuiveren.

Dan heeft ze nog een wens, die ze eigenlijk niet hardop durft uit te spreken: haar moeder die aanschuift tijdens het kerstdiner. Voor het eerst in zes jaar.

AD donderdag 11 oktober 2007

Gebroken gezin, gedwongen prostitutie en leven in armoede

Lucia de B. wordt op 22 september 1961 geboren in Den Haag. Op haar twaalfde emigreert ze met haar ouders, twee broers en zus naar Winnipeg in Canada.

Als puber heeft ze het niet makkelijk. Haar ouders drinken en ruziën veel. Op haar zestiende gaan ze uit elkaar. Moeder neemt de kinderen mee naar Vancouver, waar ze uit armoede op voedselbonnen leven. Lucia krijgt al snel een vriendje, dat zich ontpopt als loverboy.

Ze is zeventien als hij haar dwingt tot prostitutie. De relatie stopt een jaar later als Lucia met haar moeder naar Den Haag terugkeert. Hier ontmoet De B. haar man Frans, met wie ze op haar twintigste dochter Fabiënne krijgt. Na een tijd huismoeder te zijn geweest, besluit ze de verpleging in te gaan. Ze vervalst een Canadees highschooldiploma en wordt toegelaten tot de opleiding voor verpleegkundigen, die ze succesvol afrondt.

In 1993 verschijnt De B.’s overlijdensadvertentie in de Haagsche Courant. Die is volgens haar dochter geplaatst door familieleden met wie ze een conflict heeft. Begin 1997 is De B. leerling-verpleegkundige in Ziekenhuis Leyenburg, waar ze haar huidige partner ontmoet.

In datzelfde jaar werkt ze in het Rode Kruis Ziekenhuis, en later in het Penitentiair Ziekenhuis in Scheveningen. Die baan zegt ze op, omdat ze liever met kinderen werkt. In 1999 wordt ze aangenomen als verpleegkundige op de medium care-afdeling van het Juliana Kinderziekenhuis

AD donderdag 11 oktober 2007

Chinezen eisen geld van ziekenhuis

Door JULIA BROOS EN SANDER VAN DER WERFF

Het HagaZiekenhuis hangt een forse schadeclaim boven het hoofd. Familieleden van een 91-jarige patiënt die in 1997 door verpleegkundige Lucia de B. zou zijn vermoord, eisen ‘vele tienduizenden’ euro’s van het Rode Kruis Ziekenhuis.

Het HaGa-ziekenhuis

Het RKZ maakt sinds een fusie deel uit van het HagaZiekenhuis. Het slachtoffer is de 91-jarige Chinese rechter Haopei Li, die sinds 1993 voor het Joegoslavië-tribunaal werkte. Li werd opgenomen met een leverabces. Op 6 november 1997 overleed hij. Medici stelden aanvankelijk een natuurlijke dood vast, maar het hof oordeelde later dat De B. de Chinees ‘door toediening van stoffen’ had omgebracht. Hoe dat precies gebeurde, bleef onduidelijk.

Het hof veroordeelde De B. in 2004 tot levenslang voor deze en zes andere moorden. Voor zover bekend lopen er geen andere claims. Nadat de Hoge Raad in 2006 het arrest bekrachtigde, nam de Chinese familie advocaat Jan Sneep uit Bergen op Zoom in de arm. De raadsman stelde het ziekenhuis aansprakelijk voor de overlijdensschade, die is opgebouwd uit de begrafeniskosten, het transport van het stoffelijk overschot naar China en inkomstenderving. Sneep voert al geruime tijd een juridische strijd met Medirisk, de verzekeraar van het ziekenhuis.

Mededirecteur Harry Henschen van Medirisk weigert ondanks de onherroepelijke veroordeling uit te keren. Hij zegt te willen wachten op het advies van de commissie-Posthumus II, die onderzoekt of er fouten zijn gemaakt tijdens het proces. Mocht dat zo zijn, dan kan De B. worden vrijgesproken. De verzekeraar hoeft dan niet uit te keren. Advocaat Sneep vindt het een grove schande dat de Chinese familie tien jaar na het overlijden van Li nog met lege handen staat. Vanwege de ‘trage afhandeling’ klopte Sneep aan bij Buitenlandse Zaken. Volgens Sneep dient dit ministerie de zaak als een ereschuld te beschouwen en moet het de familie om die reden schadeloos stellen. Het ministerie weigert dat.

AD donderdag 11 oktober 2007

Voormalig militair strafkamp

Lucia de B. verblijft in vrouwengevangenis Nieuwersluis, vlak bij Breukelen. In het monumentale gebouw, dat decennialang fungeerde als gevangenis voor militairen, zitten nu ongeveer 230 gedetineerden opgesloten.

Het penitentiair centrum in Nieuwersluis

Nieuwersluis is een van de vijf penitentiaire inrichtingen waar vrouwen verblijven. In totaal zitten per jaar zo’n 3000 vrouwelijke gedetineerden vast in Nederlandse gevangenissen. De meesten zijn veroordeeld voor overtreding van de Opiumwet.

Slechts een klein aantal voor geweldsdelicten, meestal in de relationele sfeer. De meerderheid van de criminele vrouwen valt in de leeftijdsgroep van twintig tot dertig jaar.

Nieuwersluis beschikt over een kappersruimte en een grote keuken, waar de veroordeelden hun gang kunnen gaan. In de werkplaats verrichten de gedetineerden lichte fysieke arbeid. Ook kunnen ze sporten of zich uitleven in de gevangenistuin, waar groenten en fruit groeien.

Spanning stijgt voor Lucia de B.

Door JULIA BROOS SANDER VAN DER WERFF in AD 28 september 2007

Lucia de B. (46), de Haagse verpleegkundige die tot levenslang werd veroordeeld voor zeven moorden, hoort spoedig of haar strafzaak wordt heropend.

De commissie-Posthumus II, die onderzoekt of er mogelijk sprake is van juridische uitglijders, is volgens direct betrokkenen er ‘zo goed als’ uit en rapporteert haar bevindingen binnenkort aan de opdrachtgever, het college van procureurs-generaal.

Als dat advies positief is voor De B., kan een herzieningsverzoek worden ingediend bij de Hoge Raad. De zaak wordt dan terugverwezen naar een gerechtshof, waar het proces wordt overgedaan.

De B. werd in 2004 in hoger beroep veroordeeld voor de moord op zeven ziekenhuispatiënten en drie pogingen daartoe. Het Haagse gerechtshof meende sterk bewijs te hebben in twee zaken.

Zo zou De B. de zes maanden oude baby Amber met het hartmedicijn digoxine hebben vergiftigd en zou ze een andere baby een overdosis slaapmiddelen hebben toegediend. De vijf overige moorden werden aan De B. toegeschreven omdat de slachtoffers allen op onverklaarbare wijze tijdens haar dienst overleden.

Het gebruik van dit ‘schakelbewijs’ ligt zwaar onder vuur. In zijn boek Lucia de B., reconstructie van een gerechtelijke dwaling, stelt wetenschapsfilosoof Ton Derksen dat er geen enkel hard bewijs is tegen De B. Hij bracht de zaak aan bij de ‘twijfelcommissie’

Tegenoffensief voor Lucia de B.

Door JULIA BROOS SANDER VAN DER WERFF in AD 27 september 2007

DEN HAAG - Heeft het Openbaar Ministerie geblunderd in de zaak van de tot levenslang veroordeelde Haagse verpleegster Lucia de B.? De drie wijze mannen van de commissie Posthumus-II - onder leiding van advocaat-generaal J.

Grimbergen - hebben zich een jaar lang over deze vraag gebogen. Volgens direct betrokkenen is de commissie er ‘zo goed als’ uit en rapporteert ze haar bevindingen binnenkort aan de opdrachtgever, het college van procureurs-generaal. Uiteindelijk kan de zaak worden terugverwezen naar een gerechtshof, waar het proces opnieuw wordt gevoerd. De B. werd in juni 2004 veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf voor zeven moorden op Haagse patiënten en drie pogingen daartoe. De slachtoffers, van baby’s tot hoogbejaarden, waren allen ernstig ziek.

De B., die altijd heeft ontkend, heeft haar laatste sprankje hoop op de commissie gevestigd, zo verklaart haar vriendin en psychiatrisch arts Metta de Noo. „Ze klampt zich aan dit moment vast. Als het nu niet heropend wordt, dan gebeurt dat waarschijnlijk nooit meer.’’

De Noo en haar broer, wetenschapsfilosoof Ton Derksen, die de zaak heeft voorgedragen aan Posthumus-II, verwachten dat de commissie erkent dat er ernstige fouten zijn gemaakt in de procedure. Derksen: „Als de commissie dat niet doet, weten we gewoon dat het niet klopt. Het OM heeft majeure fouten gemaakt.’’

Bij de commissie hangt alles nu af van de verklaringen van de deskundigen die de afgelopen maanden werden uitgenodigd. Alle commissieleden (naast Grimbergen, hoogleraar straf- en procesrecht Groenhuijsen en voormalig korpschef van de regiopolitie Utrecht, Peter Vogelzang) zijn daarbij aanwezig.

Inmiddels zijn zeker vijf deskundigen gehoord. Twee daarvan speelden een cruciale rol in De B.’s veroordeling: statisticus Henk Elffers en toxicoloog De Wolff. Elffers rekende de rechtbank voor dat de kans dat De B. toevallig bij alle incidenten was betrokken 1 op 342 miljoen is. De Wolff concludeerde dat baby Amber stierf aan een acute digoxinevergiftiging. Deze verklaring vormde de fundering van De B.’s veroordeling bij het hof.

Aan de juistheid van beide verklaringen wordt sterk getwijfeld door andere deskundigen. De Leidse hoogleraar mathematische statistiek Richard Gill stelt dat Elffers grove fouten heeft gemaakt bij zijn berekening. Gill komt op een kans van 1 op 9 dat De B. toevallig bij alle incidenten was. Om de in zijn ogen amateuristische berekening aan de kaak te stellen, nodigde Gill zichzelf uit bij de commissie.

De Amerikaanse digoxine-expert Gideon Koren wordt een dezer dagen als laatste gehoord. Hij stelt, in tegenstelling tot De Wolff, dat er geen sprake is van een digoxinevergiftiging. De Wolff baseerde zijn oordeel op twee onafhankelijke onderzoeken waaruit bleek dat er ruim 20 microgram van het hartmedicijn in Ambers bloed aanwezig was. Twee andere onderzoeken (de uitslag van één daarvan werd pas bekend na de veroordeling door het hof) vonden slechts 7 microgram. Koren meent dat die hoeveelheid te laag is om van een vergiftiging te kunnen spreken. ‘Klokkenluider’ Derksen is voorzichtig optimistisch over de uitkomst. ,,Het gaat helaas niet alleen om de feiten. De commissie moet ook overtuígd zijn.

 Lucia de B. houdt vol onschuldig te zijn

Menno van Dongen in Volkskrant 30 juni 2006

Het gerechtshof in Amsterdam boog zich donderdag 29 juni 2006 over een foute strafcombinatie die Lucia de B. eerder was opgelegd. De verpleegster is ernstig verzwakt door een beroerte.

Ze loopt mank. Dat is het eerste dat opvalt als Lucia de B. de rechtszaal binnenkomt. Haar rechterhand houdt ze op een vreemde manier voor haar buik, omdat haar onderarm verlamd is. Het zijn de zichtbare gevolgen van een hersenbloeding, afgelopen maart.

Lucia ziet er mager en vermoeid uit. Alle kleur is verdwenen uit haar gezicht, dat wordt geaccentueerd door lang bruin haar. Even lichten haar ogen op, als ze ziet dat steun en toeverlaat Metta de Noo-Derksen op de publieke tribune zit. Ze glimlacht voorzichtig.

De rechter van het gerechtshof in Amsterdan legt uit waar de zitting over gaat. De Hoge Raad bepaalde onlangs dat Lucia ten onrechte levenslang en tbs heeft gekregen; die combinatie is onmogelijk. Er moet dus alleen een nieuwe straf worden vastgesteld. De Haagse verpleegster heeft zeven patiënten vermoord, kinderen en oude mensen. De moorden werden bewezen geacht op basis van verklaringen van deskundigen.

De B. begrijpt het, maar zegt toch dat ze onschuldig is. Ze praat langzaam – nog een gevolg van de hersenbloeding. Als ze niet aan het woord is, reageert ze nauwelijks op gebeurtenissen in de rechtszaal.

Toch is de zitting interessant. Zeker wanneer het Openbaar Ministerie (OM) vertelt dat een rapport over de zaak twee jaar in een la lag bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Daar vond men het niet belangrijk.

Maar volgens de advocaat van De B., Stijn Franken, is het juist een cruciaal rapport. Het zou aannemelijk maken dat ze ten onrechte is beschuldigd van het vergiftigen van een baby. ‘Dit haalt het vermeende bewijs onderuit.’ Franken vindt het ‘hoogst opmerkelijk en onbestaanbaar’ dat het NFI niemand informeerde toen het rapport binnenkwam, kort na Lucia’s veroordeling.

Halverwege de zitting is De B. uitgeput. Franken vraagt of ze mag vertrekken. Dat kan, maar ze moet eerst nog wat vragen beantwoorden.

Lucia vertelt dat de hersenbloeding is veroorzaakt door spanningen over haar rechtszaak. Het leven in de gevangenis is sinds haar beroerte een stuk zwaarder geworden. ‘Ik kan heel veel niet meer, waarmee ik mezelf bezig hield. Ze zeggen dat het misschien weer goed komt. Maar dat weet ik niet.’

De zitting bij het hof ziet ze als een tussenstap: haar hoop is gevestigd op de Hoge Raad en op de commissie die omstreden strafzaken opnieuw gaat bekijken. Binnenkort wordt haar zaak daar aangemeld.

Na het vertrek van De B. eist het OM levenslang. Volgens de aanklaagster is dat nodig als vergelding voor de misdaden van Lucia en om te voorkomen dat ze ooit nog eens zoiets doet.

Franken vindt dat onzin. ‘Haar gezondheid is zo slecht dat het belangrijkste argument van het OM, bescherming van de samenleving, geen rol meer kan spelen.’

Hij eindigt zijn pleidooi met een opmerkelijke oproep. ‘Iemand van het OM zei off the record tegen me dat hij slapeloze nachten heeft over deze zaak, omdat er geen bewijs is. En ik heb e-mails gekregen van een anonieme politiemedewerker uit de regio Haaglanden, die zegt dat er fouten zijn gemaakt in het onderzoek naar mijn cliënt. Ik roep deze mensen op zich te melden. Het zou van fatsoen getuigen als ze dit ook aan de samenleving vertellen.’

Onderzoekers: nieuwe feiten in zaak-Lucia de B.

NIJMEGEN (ANP) - Lucia de B. is onterecht veroordeeld voor de moorden en pogingen tot moord op ziekenhuispatiënten. Tot die conclusie komen wetenschapsfilosoof Ton Derksen en verpleeghuisarts Metta de Noo.

Hun onderzoek naar de zaak van de 44-jarige Haagse verpleegkundige die tot levenslang en tbs werd veroordeeld, heeft volgens Derksen diverse nieuwe, ontlastende feiten opgeleverd. De resultaten verschijnen vrijdag in boekvorm.
Derksen en De Noo onderzochten Lucia's zaak omdat ze overtuigd zijn dat er ,,geen enkel concreet bewijs is dat haar schuld aantoont''. ,,Zonder bewijs mag niemand veroordeeld worden. Zelfs bij enige twijfel mag iemand niet veroordeeld worden. Zo iemand is in een echte rechtsstaat 'onschuldig'.'' De twee zijn geen familie van De B. en komen niet uit haar vriendenkring, schrijven ze op hun website.
De belangrijkste conclusie van de onderzoekers is dat de twee zaken die het gerechtshof in Den Haag gebruikte als motor achter de bewezenverklaring, geen moorden zijn. Derksen stelt dat bij de zes maanden oude Amber, die Lucia volgens het hof heeft vergiftigd met het hartmedicijn digoxine, helemaal geen sprake was van een vergiftiging. Het hof is volgens hem in die zaak onder meer afgegaan op tests die het onderscheid tussen digoxine en de lichaamseigen stof DLIS, die veel op digoxine lijkt, niet kunnen maken.
Bestudering van de documentatie wijst volgens Derksen en De Noo ook uit dat Lucia de zesjarige Ahmad niet heeft gepoogd te vergiftigen. Ze geven aan dat anderen fouten hebben gemaakt met zijn medicatie. Er zijn aan de jongen verschillende middelen tegelijk gegeven.
De Noo en Derksen namen alle slachtoffers van Lucia onder de loep. In zeker acht gevallen dragen ze zaken aan die naar hun mening in de rechtszaal niet (voldoende) aan de orde zijn gekomen, of die volgens hen verkeerd zijn geïnterpreteerd. Verder stellen ze in 'Lucia de B. Reconstructie van een gerechtelijke dwaling' dat de rechters van het hof uit vooringenomenheid alles zodanig hebben geconstrueerd dat Lucia wel als schuldige uit de bus moest komen

Lucia de B. onverwacht terug naar Nieuwersluis

8 mei 2006 VN

Lucia de B., die in het gevangenisziekenhuis in Scheveningen nog aan het herstellen was van haar herseninfarct, is maandagochtend 8 mei volkomen onverwacht overgebracht naar de gevangenis in Nieuwersluis waar zij haar straf uitzat. Of de therapie die De B. volgde daar wordt voortgezet, is nog onduidelijk.

De B. heeft door het herseninfarct verlammingsverschijnselen aan de rechterkant van haar lichaam opgelopen. Met haar rechterhand en –arm kan ze niets, en ze beweegt zich voort in een rolstoel. De B. kreeg in Scheveningen wel therapie, maar noch haar familie, noch haar advocaat, noch het Actiecomité Lucia de B. weet wat er nou precies is gebeurd tussen het moment waarop zij onwel werd en haar overplaatsing naar het ziekenhuis in Scheveningen. Ook is nog altijd onduidelijk wat de precieze diagnose is. Bezoekers vertellen dat De B. soms naar woorden moet zoeken en moeilijk kan lezen. Ook zou ze zich erg eenzaam voelen in Scheveningen.

Op 29 juni aanstaande komt De B.’s zaak opnieuw voor bij het gerechtshof in Amsterdam. Dat buigt zich op last van de Hoge Raad over de straftoemeting. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat een combinatie van levenslange gevangenisstraf en tbs niet opgelegd kan worden, en daarom De B.’s zaak terug verwezen. Het gerechtshof moet De B. nu een nieuwe straf opleggen. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak uitdrukkelijk gesteld dat het gerechtshof niet opnieuw het bewijsmateriaal in deze zaak moet bekijken.

Naar verwachting zal Lucia de B. zelf bij deze zaak aanwezig zijn. Helemaal zeker is dat nog niet

Rechters begrijpen deskundigen niet

Prof. P.J.van Koppen in NRC 10 april 2006

Lucia de B. is een Haagse verpleegster die veroordeeld is voor het om het leven brengen van patiënten en voor pogingen daartoe. Onlangs wees de Hoge Raad in haar zaak een omstreden arrest. In een verborgen hoekje doet de Hoge Raad een opmerkelijke uitspraak. De advocaat van Lucia, Stijn Franken, vroeg het Hof Den Haag om mij als getuigende-kundige te horen over de vraag of Lucia aan de leugendetector gelegd kon worden. Het Hof wees dat af en de Hoge Raad is het daarmee eens. De Hoge Raad schreef: "Het is immers van algemene bekendheid dat de toepassing van de leugendetector met het oog op de strafrechtelijke waarheidsvinding uiterst omstreden is wegens de onbetrouwbaarheid ervan." Er zijn allerlei argumenten tegen leugendetectie, maar deze zin is quatsch.

Als de rechters zich hadden laten voorlichten, hadden zij kunnen weten hoe het werkelijk zit. Leugendetectie is weliswaar niet geheel zonder problemen, maar bewijs met de leugendetector is superieur aan andere bewijsmiddelen die rechters zonder morren plegen te accepteren, zoals getuigenbewijs, kogelvergelijking en psychiatrische rapportages, om er maar een paar te noemen. Er kunnen zelfs argumenten worden aangevoerd dat leugendetectie sterker bewijs oplevert dan DNA. En dat geldt zeker voor de 'geheugendetector-variant' waarmee mijn Maastrichter collega's Ewout Meijer en HaraId Merckelbach werken. Enige voorlichting had in deze zaak geen kwaad gekund.

Rechters worden bij beslissingen in strafzaken met steeds grotere regelmaat geconfronteerd met vragen waarvoor zij deskundigen moeten raadplegen. Dat is nodig omdat rechters. nu eenmaal juristen zijn en weinig of geen kennis hebben van onderwerpen als de psychische toestand van de verdachte, plaatsbepaling met behulp van GSM-verkeer, DNA-sporen en vingerafdrukken.

Als de deskundige zijn rapport heeft uitgebracht en ter terechtzitting heeft toegelicht, ontstaat een paradoxale situatie. De rechter moet namelijk vervolgens beslissen of hij de bevindingen van de deskundige voor het bewijs gebruikt. Hij moet dus beoordelen of de deskundige zijn werk goed heeft gedaan, of hij de juiste methode heeft toegepast en of een andere deskundige niet tot andere conclusies zou zijn' gekomen. Dat oordeel is alleen goed mogelijk als de rechter verstand heeft van het wetenschapsgebied van de deskundige. En dat heeft de rechter nu net niet, want hij heeft de deskundige niet voor niets benoemd.

Het komt regelmatig voor dat rechters deskundigen verkeerd begrijpen of hun conclusies kritiekloos overnemen, zonder dat zij eerst de juiste vragen hebben gesteld. Zo worden rapportages van forensisch psychiaters geaccepteerd, terwijl zij onbegrijpelijk jargon hanteren en onlogische conclusies trekken. ZO worden ook rapporten van DNA-deskundigen geaccepteerd zonder dat met kritische vragen de zwakke punten daarin zijn blootgelegd. Maar misschien hanteren psychiaters wel vreemd jargon of schrijven DNA deskundigen zo summier om hun werk zo weinig mogelijk toetsbaar voor de rechter te maken.

De paradox is niet oplosbaar, maar kan wel worden verzacht. De deskundige kan zich inspannen alles zoveel mogelijk in lekentaal uit te leggen. Zo werd de statisticus en rechtspsycholoog Henk Elffers door het Hof Den Haag in de zaak-Lucia de B. enige dagen ondervraagd over zijn rapport. Daarin had hij berekend dat de kans 1 op 342 miljoen was dat tijdens de verpleegdiensten van Lucia veel patiënten overleden of onverwachts moesten worden gereanimeerd, terwijl volgens de politie in de diensten van andere verpleegsters die incidenten niet waren voorgekomen. Dat kon dus geen toeval zijn, legde Elffers zeer precies uit. In deze zaak hebben zijn inspanningen overigens niet geholpen, want het Hof gebruikte zijn rapport niet voor het bewijs. In de plaats daarvan stelde het Hof de eigen intuïtieve benadering; een vreemde vorm van lekenstatistiek, in juridisch jargon schakelbewijs genoemd.

De paradox wordt natuurlijk deels opgelost als rechters - en in hun voetspoor officieren van Justitie en strafrechtadvocaten - voldoende kennis zouden hebben van de wetenschapsgebieden van de deskundigen. De juridische faculteiten zouden die kennis moeten bijbrengen aan de studenten, vindt mijn Maastrichter collega Hans Crombag. Dat stuit echter op het feit dat er een zeer groot aantal forensische deskundigheidsgebieden zijn. De Leidse hoogleraar Hans Nijboer identificeerde meer dan honderd geïnstitutionaliseerde forensische vakgebieden, van forensische accountancy tot forensische zoölogie en alles daartussenin. Als de rechtenstudenten daarvan op ten minste beginnerniveau kennis moeten nemen, blijft in de studie geen ruimte over voor juridisch onderwijs.

Wellicht is het helemaal niet nodig dat rechter, officieren van Justitie en advocaten van elk van die vakgebieden iets weten. Maar zij moeten wel wetenschap in het algemeen kunnen waarderen. De opleidingen aan de Nederlandse juridische faculteiten zijn nu vrijwel uitsluitend erop gericht de studenten het Nederlands recht bij te brengen. Zij leren niets over methoden en technieken van empirisch onderzoek, zij leren niets over wetenschapsfilosofie, zij leren niets over de manier waarop in wetenschappelijke kringen bevindingen van onderzoek worden gewaardeerd en bediscussieerd.

De juridische faculteiten hebben zo langzamerhand alles wat riekt naar wetenschap buiten de deur gesloten. Vakken als forensische psychologie, criminalistiek, wetenschapsfilosofie en rechtspsychologie zijn onbekend in de meeste faculteiten en leiden in andere een marginaal bestaan.

Zolang die toestand voortduurt, blijven rechters deskundigen verkeerd of niet begrijpen. En dat is zorgelijk in een tijd dat getuigedeskundigen een steeds grotere rol gaan spelen en gebleken is dat verkeerd begrijpen van deskundigen in zaken als de Schiedammer Parkmoord, de Puttense Moordzaak en de Deventer Moordzaak heeft geleid tot dubieuze veroordelingen.

Voor Lucia de B. heeft echter een betere opleiding van de rechters niet kunnen helpen. Met het arrest van de Hoge Raad is namelijk nog iets merkwaardigs aan de hand: het is mede gewezen door Jaap de Hullu, de eerste raadsheer in de Hoge Raad die zowel psycholoog als jurist is. Hij had met weinig inspanning zijn mederaadsheren deskundig kunnen voorlichten over de leugendetector. Waarom hij dat niet,heeft gedaan, is mij een raadsel.

Dr. P.J. van Koppen is verbonden aan het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving in Leiden, hoogleraar rechtspsychologie aan de Universiteit Maastricht en de Vrije Universiteit Amsterdam en president van de European Associationfor psychology and Law. ,

 Lucia de B. waarschijnlijk door beroerte getroffen

RIJSWIJK (ANP)23 maart 2006 - De Haagse verpleegkundige Lucia de B. is zondag zeer waarschijnlijk door een beroerte getroffen. Dat heeft haar advocaat, A. Franken, donderdag gezegd.

De B. werd in juni 2004 veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging, maar de Hoge Raad bepaalde vorige week dat die strafcombinatie niet mogelijk is en verwees de zaak terug naar het hof in Amsterdam.

Zeven moorden op ziekenhuispatiënten en drie pogingen tot moord heeft de verpleegkundige volgens het gerechtshof in Den Haag op haar geweten. De rechters stellen dat ze haar slachtoffers maakte onder kleine kinderen en hoogbejaarden. De B. werkte tussen 1997 en 2001 in het Rode Kruisziekenhuis/Juliana Kinderziekenhuis, ziekenhuis Leyenburg en het ziekenhuis van de Scheveningse gevangenis.

Nu is De B. zelf naar het gevangenisziekenhuis in Scheveningen overgebracht. Franken zegt dat de artsen hem nog niets over hun diagnose en de gevolgen voor zijn cliënt willen zeggen. De B. heeft haar advocaat wel gemachtigd te beschikken over haar medische gegevens. Franken: ,,Wat ik wel kan zeggen is dat ze verlammingsverschijnselen aan de rechterzijde van haar lichaam heeft en dat ze moeite heeft met praten.''

Geen zekerheid

Metta de Noo van Het Comité Lucia, dat opkomt voor de belangen van De B., maakt zich ernstige zorgen over de medische behandeling van de Haagse verpleegkundige. Ze is zelf arts en zegt: ,,Het is onduidelijk of Lucia een hersenbloeding of infarct heeft gehad. Die wetenschap is wel van cruciaal belang voor de behandeling. Wij krijgen op geen enkele wijze zekerheid dat er adequaat wordt gehandeld.

Volgens De Noo was Lucia vorige week zeer aangeslagen door het besluit van de Hoge Raad in haar zaak. Hoewel het hoogste rechtscollege een streep door haar veroordeling zette, had De B. gehoopt dat de Hoge Raad een oordeel zou vellen over de manier waarop het hof in Den Haag met het bewijsmateriaal tegen haar was omgegaan, aldus De Noo.