We hebben 165 gasten online

Samenvattingen

5e druk MeMo Havo Hoofdstuk 3 Tijd van ontdekkers ...
25 mrt 2020 10:45

TIJD VAN ONTDEKKERS EN HERVORMERS Blz. 72-89 3. Veranderend mens- en wereldbeeld In dit hoofdstuk wordt de periode van de renaissance, de ontdekkingsreizen en de hervorming behandeld. Het verandere [ ... ]

Memo 4e drukVerder lezen

Samenvatting Thema Feniks Hfst 5 Havo Made in China

Gepost in Thema's

Hfst 5 HAVO Made in China

Socialisme met Chinese kenmerken

De hervormingen van Deng Xiaoping (1978-2000)

feniks thema china Havokrijger

Deelvraag 5: Wat waren de oorzaken en gevolgen van de industrialisatie in de periode na Mao Zedong?

Inleiding

In het begin van de jaren zeventig van de twintigste eeuw was de Volksrepubliek nog altijd een arm land met een zwak ontwikkelde industrie en economie. Na Mao' s dood stonden China's leiders voor de vraag welke koers het land moest gaan varen. vasthouden aan de lijn van Mao of een andere weg inslaan. Uiteindelijk slaagde Deng Xiaoping erin een hervormingskoers uit te stippelen die zowel door de conservatieve marxisten als door hervormingsgezinde liberalen gesteund werden. Dit hoofdstuk beschrijft wat die koers en de gevolgen daarvan waren voor het land.

Het belang van dit onderwerp

In West-Europa hebben socialisme en communisme sinds de tweede helft van de negentiende eeuw invloed uitgeoefend op de staat en de samenleving. China is een communistisch land dat gefundeerd is op hetzelfde socialistische gedachtegoed. Toch zijn de rechten van de arbeiders in China niet beter beschermd dan in Europa. Integendeel, sinds in China het kapitalisme geïntroduceerd werd, worden werknemers uitgebuit en moeten ze lange dagen werken onder de meest erbarmelijke (en onveilige) omstandigheden.

5.1 De Vier Moderniseringen

In 1978 kondigde het Centraal Comité aan dat voortaan niet de politieke strijd maar de ontwikkeling van de economie het hoofddoel van het beleid zou zijn. Tegelijkertijd lanceerde de regering de Vier Moderniseringen, een campagne die zich richtte op de modernisering van de landbouw, de industrie, wetenschap en technologie, en de defensie.

De landbouw werd gemoderniseerd door de volkscommunes geleidelijk op te heffen en de boeren geleidelijk grotere zelfstandigheid toe te staan. Een deel van de opbrengst moesten ze voortaan tegen een vaste, lage prijs aan de overheid verkopen.

Om de industrie te moderniseren, moesten de wetenschap en technische kennis op een hoger peil worden gebracht, met hulp van het buitenland. Vanaf 1979 mochten buitenlandse bedrijven zich in China vestigen als ze met Chinese ondernemers een Joint Venture ( gezamenlijke onderneming) opzetten. Omdat het niet de bedoeling was dat deze Joint Ventures deel gingen uitmaken van de binnenlandse economie, werden ze ondergebracht in Speciale Economische Zones. Deze waren afgegrendeld van het binnenland. Chinezen mochten er alleen naar binnen als ze een geldig visum hadden. Deze zones

  • Hadden de beschikking over goedkope Chinese arbeidskrachten;
  • De belasting was er laag;
  • Vergunningen waren makkelijk te verkrijgen;
  • De meeste lagen langs de Chinese zuidkust; de belangrijkste lag ten noorden van Hongkong: Shenzhen.
  • administratieve zones

Het wetenschappelijke onderwijs werd gemoderniseerd door Chinese studenten in het buitenland te laten studeren.

China stelde ook de grenzen open voor het toerisme.

Al deze maatregelen hadden tot doel om van de Volksrepubliek een zelfstandig en welvarend land te maken met een redelijk comfortabele levensstandaard.

5.2 Het resultaat van de hervormingen

De hervormingen stimuleerden de boeren om harder te werken. In gebieden met vruchtbare grond werd de landbouw de motor van de economie en de mensen konden al snel zich enige luxe gebruiksartikelen veroorloven. In de eerste helft van de jaren tachtig kregen mensen de gelegenheid om een eigen bedrijfje op te richten. Aanvankelijk golden daarvoor allerlei beperkingen. Toch nam het aantal privé-ondernemingen snel toe, vooral in Zuid-China.

china districten

Maar niet in alle delen van het land groeide de economie en steeg de welvaart. Alleen de zuidelijke provincies profiteerden daarvan. Deze groeiende ongelijkheid in welvaart bracht opnieuw de vraag aan de orde of een dergelijke ontwikkeling binnen een socialistische staat wel was toegestaan.

In de tweede helft van de jaren tachtig werden de maatschappelijke gevolgen van de economische groei duidelijk zichtbaar. De rijke provincies trokken steeds meer mensen uit de arme provincies aan. Officieel verbood het hukou-systeem de bevolking nog altijd om op eigen houtje van woonplaats te veranderen, maar om de economische ontwikkeling niet te belemmeren liet de overheid deze migratie oogluikend toe.

De arbeidsomstandigheden waren slecht en de lonen laag. Maar de mensen bleven komen, omdat er meer te verdienen was dan op het platteland. Een ander probleem was de toenemende corruptie. Partijkaders profiteerden op allerlei manieren van de groeiende welvaart. Ze hielpen kleine bedrijven de status van 'staatsbedrijf' te krijgen. Ze konden dan meer werknemers krijgen en hoefden geen belasting te betalen.

Het machtigste wapen van de partijkaders was hun zeggenschap over de grond. Officieel was het eigendom van de staat. De staat kon het gebruik ervan toewijzen.

Door de toenemende tegenstellingen groeide de onvrede over de mistoestanden. De bevolking wilde meer invloed op het lokale bestuur en wilde corrupte bestuurders afzetten. De regering wist niet goed hoe men hieraan tegemoet moest komen

5.3 De Vijfde Modernisering

Over de hervorming van het politieke stelsel bleef men sterk verdeeld. De orthodoxe marxisten wilden vasthouden aan een sterk gecentraliseerd bestuur waarin de Partij de leiding had. hervormingsgezinde wilden het volk meer invloed geven.

In 1978, het jaar van de Vier Moderniseringen, werden op de Muur van de Democratie in Beijing pamfletten opgehangen waarin allerlei partijkaders werden aangeklaagd omdat ze hun macht als bestuurder misbruikten om er zelf beter van te worden.

Wei Jingseng was een van de makers van de politieke pamfletten. Toen Wei zijn landgenoten waarschuwde op hun hoede te zijn dat Deng niet in een dictator veranderde, werd hij gearresteerd en tot vijftien jaar gevangenisstraf veroordeeld.

Ook Chinese kunstenaars werden geïnspireerd door de vrijheid en het individualisme van het Westen en brachten dit tot uiting in films en geschriften Ook westerse boeken werden in het Chinees vertaald. Dat was niet naar de zin van de Partij en in 1983 werd een campagne gestart tegen de Geestelijke Verontreiniging.

Deng keurde het sterk af dat men de moderne filosofische uitgangspunten prees. Het streven naar vrijheid en individualisme, en de ideologische verworvenheden van het Westen, werd in de campagne veroordeeld als 'bourgeoisliberalisme'.

Er ontstond nu een steeds grotere kloof tussen de politiek leiders en de bevolking, die zag dat de partijleden in het lokale bestuur hun positie misbruikten om hun eigenbelang te dienen. Daarbij was de kritiek het grootst op de 'rode prinsen' de kinderen van vooraanstaande politieke leiders, die via hun ouders snel rijk werden.

In de jaren tachtig braken talloze kleine en grotere opstanden uit waartoe vooral studenten het initiatief namen. toen in 1989 de hervormingsgezinde politicus Hu Yaobang overleed, organiseerden studenten demonstraties op het Plein van de Hemelse Vrede in Beijing. De wereld keek ademloos toe. Deng aarzelde wat hij moest doen en koos uiteindelijk de kant van de conservatieve marxisten. Hij liet het leger optreden tegen de demonstrerende studenten met honderden doden tot gevolg.

tanks plein hemelse vrede

Inleiding bloedbad op het plein van de Hemelse Vrede in Beijing

Toen later dat jaar de Berlijnse Muur viel, wakkerde dat bij de Chinese leiders de vrees aan dat ook in de Volksrepubliek een volksopstand zou uitbreken. In de regering kregen de links-conservatieve krachten de overhand en men onderdrukte haarden van verzet op hardhandige wijze. De onrust in de Partij werd nog groter toen in 1992 de Sovjet-Unie ten val kwam.

5.4 Rijk worden is glorieus

Deng voorzag problemen als de binnenlandse stabiliteit niet werd bevorderd. Volgens hem was de val van de Sovjet-Unie niet het bewijs dat het communisme een ondeugdelijk systeem was. Eerder was het een bewijs dat de Russische leiders er niet in waren geslaagd de economie tot bloei te brengen. Om China' s binnenlandse stabiliteit te garanderen moest China de economische groei op alle mogelijke manieren te bevorderen. Er moest meer ruimte komen om de richtlijnen van de centrale overheid op lokaal niveau te interpreteren en aan te passen.

Deng riep op tot meer experimenteren en de nieuwe leus werd: 'Rijk worden is glorieus'. Dengs oproep om op lokaal niveau soepel om te gaan met de richtlijnen van de centrale overheid was precies wat de Chinese economie nodig had. Vanaf 1992 begon de Chinese industrie in sneltreinvaart te groeien. Daarbij kwam dat veel Chinezen met hun investeringen terugkeerden naar China.

Na de dood van Den Xiaoping in 1997 werd de ingeslagen koers voortgezet en bleef de economie zich sterk ontwikkelen.

Vanaf het midden van de jaren negentig gingen steeds meer fabrieken letten op de kwaliteit van de producten en begon de industrie zich geleidelijk op innovatie te richten. Van groot belang daarbij was dat met de groeiende economie nu ook een kapitaalkrachtige middenklasse was ontstaan waardoor de industrie ook in het binnenland een afzetmarkt voor hoogwaardige producten had gevonden en de ontwikkeling van deze sector niet meer in de eerste plaats op de export was aangewezen.

Opvolger van Mao en vijand van Mao’s vrouw, Hua Guofeng, overleden

Bron Hans Moleman in Volkskrant 21 augustus 2008

Hua Guofeng, de man die Mao na diens dood in 1976 kort opvolgde als leider van China, is woensdag 20 augustus 2008 op 87-jarige leeftijd in Peking overleden. Hij was een van de laatste leiders van de oude revolutionaire generatie.

Hua werd door Mao op zijn sterfbed aangewezen als opvolger, op het moment dat het land in chaos was door tien jaar van ‘culturele revolutie’, een periode van gevechten tussen verschillende facties in de communistische partij die resulteerde in de vernedering, mishandeling en dood van honderdduizenden mensen.

Hua’s voornaamste wapenfeit was dat hij een einde maakte aan de chaos door de zogenoemde Bende van Vier, onder wie Mao’s vrouw Jiang Qing, te laten arresteren. Verder was hij een tussenpaus die een paar jaar later van de troon werd gestoten door Deng Xiaoping, de man die China op een pad zette van economische hervormingen. Hua zelf wilde liever vasthouden aan de oude, geheel door de staat gestuurde planeconomie.

‘Met jou aan het roer ben ik gerustgesteld’, zou Mao aan het einde van zijn leven tegen Hua hebben gezegd. Hua werd vervolgens leider van de partij, de regering en het leger, maar in 1978 was zijn tijd feitelijk voorbij. Deng wist hem aan de kant te schuiven en jongere partijkaders te installeren op de cruciale posten van het partijapparaat om zijn economische hervormingen uit te voeren.

In 1980 verloor Hua zijn post als premier aan Zhao Ziyang, en in 1981 werd hij als voorzitter van de Chinese Communistische Partij vervangen door Hu Yaobang. Zhao en Hu waren hervormingsgezinde beschermelingen van Deng.

Op het twaalfde partijcongres in 1982 werd zijn politieke aftocht voltooid met het verlies van zijn zetel in het machtige Politbureau. Hij bleef nog wel lid van het centraal comité van de CPC.

In 2002, op 81-jarige leeftijd, moest hij ook zijn zetel in het centraal comité opgeven. Vorig jaar werd hij als een van de laatsten van de oude garde nog als speciale gast uitgenodigd op het zeventiende partijcongres.

Hua bleef voor de meeste Chinezen een onbekende. Vanaf het begin van de jaren tachtig werd hij nog maar zelden in het openbaar gezien. Hoe hij aankeek tegen de ingrijpende economische en sociale veranderingen die China de laatste 25 jaar heeft doorgemaakt, is onbekend.

In een officiële regeringsverklaring die woensdag door staatspersbureau Nieuw China werd verspreid, wordt Hua geprezen als een ‘vooraanstaand partijlid, een loyale, langdurige communistische strijder en een proletarische revolutionair die vroeger belangrijke posities bekleedde in het leiderschap van de CPC’.

5.5 De keerzijde van het succes

De welvaart is zeer ongelijk verdeeld en de tegenstellingen tussen rijk en arm lijken voorlopig alleen maar te groeien. Door China' s enorme bevolking en de reusachtige achterstand van het platteland, is het aanbod van goedkope arbeidskrachten gigantisch. Daarnaast blijven de arbeidsomstandigheden slecht. Vakbonden zijn verboden en sociale voorzieningen ontbreken.

daily income

 

Volgens de maatstaven van de Wereldbank leven ongeveer 230 miljoen Chinezen in absolute armoede. De Wereldbank gebruikt als maatstaf een bedrag van 1 US dollar per dag. Ongeveer 670 miljoen Chinezen leven van minder dan 2 US dollar per dag. Volgens de Asian Development Bank leven tussen de 12 en 15 miljoen mensen op het platteland van een jaarinkomen van gemiddeld 205 US dollar

In het kapitalistische China heeft het kapitalisme een vorm die vergelijkbaar is met de omstandigheden in Engeland tijdens de Industriële Revolutie. Ook de corruptie vormt nog altijd een groot probleem. Lokale bestuurders leggen de bevolking hoge belastingen op. Mensen die op een gunstige bouwlocatie wonen, worden zonder pardon hun woning uitgezet als buitenlandse projectontwikkelaars er gebouwen willen ontwikkelen.

Het grootste probleem vormt echter het slecht functioneren van het rechtssysteem. In de praktijk slagen particulieren er nauwelijks in hun recht te halen, vooral wanneer de belangen van lokale bestuurders of zelfs de overheid in het geding zijn. In veel gevallen proberen de machthebbers door intimidatie en rechtelijke willekeur de zaak naar hun hand