We hebben 177 gasten online

Samenvattingen

5e druk MeMo Havo Hoofdstuk 3 Tijd van ontdekkers ...
25 mrt 2020 10:45

TIJD VAN ONTDEKKERS EN HERVORMERS Blz. 72-89 3. Veranderend mens- en wereldbeeld In dit hoofdstuk wordt de periode van de renaissance, de ontdekkingsreizen en de hervorming behandeld. Het verandere [ ... ]

Memo 4e drukVerder lezen

Woordenlijst Thema Feniks geschiedenis democratische rechtsstaat in Nederland

Gepost in Thema's

Acte van Verlatinghe

Ook wel plakkaat van Verlatinghe. De officiële verklaring van een aantalNederlandse gewesten in 1581, waarin Filips II werd afgezet als vorst.

Algemeen kiesrecht

Het voor alle burgers geldende recht om vanaf een bepaalde leeftijd deel te nemen aan de verkiezing van de vertegenwoordigende lichamen.

Anarchie

Het ontbreken van een geordend bestuur

Apologie Geschrift waarin men zichzelf verdedigt.

Bataafse Republiek

Naam voor Nederland van 1795 tot 1806. Deze werd door de patriotten gesticht, nadat het Franse leger de stadhouder Willem V had verdreven.

Censuskiesrecht

Het kiesrecht van de vertegenwoordigende lichamen geldt alleen voor mannelijke kiezers die jaarlijks een bepaalde som belasting betalen

Centralisatiepolitiek

Bestuurswijze waarbij men vanuit een punt besturend en regelend optreedt.

Charter

Een middeleeuwse oorkonde waarbij bepaalde rechten of vrijheden werden toegestaan.

Confessionele partijen

Partijen waarvan de beginselen gebaseerd zijn op een godsdienstige overtuiging

Consensuspolitiek

Politiek gericht op het bereiken van overeenstemming tussen de betrokken partijen.

Constitutionele monarchie

Een monarchie, waarin de macht van de vorst beperkt wordt door de grondwet waarin de rechten van de vorst en het volk zijn vastgelegd.

Deconfessionalisering

Daling van de invloed van het geloof op de maatschappij.

Districtenstelsel

Een kiesstelsel waarbij het land verdeeld wordt in een aantal kiesdistricten. Deze mogen ieder een persoon afvaardigen naar het parlement, die hiervoor de meerderheid van stemmen in het district heeft behaald.

Europese Economische Gemeenschap

Europees samenwerkingsverband opgericht in 1957 waarbij de lidstaten streefden naar eenwording op economisch gebied.

Europese Unie

Naam voor de Europese Gemeenschap na het sluiten va het verdrag van Maastricht in 1991. Naast economische samenwerking werd ook de politieke samenwerking geïntensiveerd.

Feodale samenleving

Een samenleving met kenmerken van het feodale stelsel (of leenstelsel). In een dergelijke samenleving vervult de adel een belangrijke politieke rol.

Grondwet

Basiswet waarin de regels staan, die de grondslag vormen voor de wetgeving in een land.

Initiatiefwet Wet die totstandkomt op initiatief van een of meer leden van de volksvertegenwoordiging.

Klassieke grondrechten

Grondrechten die de vrijheid van de burgers beschermen tegen de overheid.

Klassieke rechtsstaat

De rechtsstaat waarin de klassieke grondrechten zijn opgenomen in de grondwet.

Nachtwakersstaat

Staat met zo weinig mogelijke overheidsbemoeienis. De staat heeft een beperkt aantal taken zoals het handhaven van de veiligheid door politie en leger en het handhaven van de rechtsorde.

Natiestaat

Hiervan spreken we als natie en staat samenvallen. Van een natie spreken we als een volk zich een eenheid voelt.

Neutraliteitspolitiek

Buitenlandse politiek die er op gericht is om geen partij te kiezen in conflicten van andere staten en tevens geen bondgenootschappen te sluiten.

Ontzuiling

Het proces waarbij er geleidelijk een einde komt aan de verzuilde samenleving. Dit proces vindt plaats vanaf het einde van de jaren vijftig van de vorige eeuw.

Pacificatie van Gent

Vredesverdrag tussen alle Nederlandse gewesten in 1576 waarin besloten werd om gezamenlijk tegen de Spaanse troepen op te treden en de onderlinge verschillen bij te leggen.

In Holland en Zeeland zou het calvinisme de heersende godsdienst worden. In de andere gewesten bleef het katholicisme het heersende geloof, maar daar zouden de calvinisten niet meer worden vervolgd.

Particularisme

De situatie dat het eigenbelang (bijvoorbeeld van een stad) boven het algemeen belang gaat (bijvoorbeeld van een land).

Polarisatie

Een proces waarbij de tegenstellingen tussen twee (politieke) partijen steeds groter worden.

Politieke rechten

Rechten die burgers hebben om invloed uit te oefenen op de politieke besluitvorming.

Privileges

Voorrechten die de vorsten in de Middeleeuwen aan adel, geestelijkheid en de steden verleenden.

Provinciale Staten

Het bestuur van een provincie. Uit hun midden worden de Gedeputeerde Staten gekozen, die het dagelijks bestuur van de provincie vormen. Een belangrijke taak is het kiezen van de leden van de Eerste Kamer.

Raad van Europa

Een organisatie in 1949 opgericht met als doel een grotere Europese eenheid te bevorderen met aandacht voor democratie, de rechtsstaat en de rechten van de mens.

Recht van amendement

Het recht van kamerleden om wijzigingen of aanvullingen aan te brengen in wetsvoorstellen.

Recht van enquête

Het recht van kamerleden om buiten de regering om een onderzoek in te stellen naar het handelen van de regering. Dit geschiedt voor kosten van de staat.

Recht van interpellatie

Het recht van kamerleden om ministers ter verantwoording te roepen. Hiervoor is een kamermeerderheid nodig en de minister(s) moet(en) verschijnen.

Recht van initiatief Het recht van kamerleden om een wetsvoorstel in te dienen.

Reformatie

Ofwel hervorming: beweging die in de 16e eeuw probeerde de rooms-katholieke kerk te veranderen. Toen dit mislukte scheidden velen zich af en vormden eigen kerkgenootschappen.

Representatieve democratie

Een democratie waarin burgers vertegenwoordigers kiezen in een parlement.

Restauratie

De periode na de tijd van de Franse revolutie en Napoleontische overheersing waarin men streefde naar herstel van de positie van de Europese vorstenhuizen.

Scheiding der Machten

Leer van Montesquieu waarbij de drie staatsmachten gescheiden moeten zijn om elkaar in evenwicht te houden. Er werd onderscheid gemaakt in de uitvoerende macht, de wetgevende macht en de rechtsprekende macht

Schoolstrijd

Politieke strijd waarbij de confessionele partijen streefden naar financiële gelijkstelling van het bijzonder onderwijs aan het openbare onderwijs.

Sociale grondrechten

Deze grondrechten verplichten de overheid tot beleid. Zoals de zorg voor bestaanszekerheid, het recht op arbeid, het recht op onderwijs, de bevordering van werkgelegenheid en het bevorderen van volksgezondheid.

Sociale kwestie

De situatie waarin een groot deel van de bevolking in armoede en onder slechte werk- en woonomstandigheden leefde. Deze kwestie werd een politiek strijdpunt tijdens de industrialisatie van Nederland.

Sociale rechtsstaat

Een rechtsstaat waarin naast klassieke ook sociale grondrechten in de grondwet zijn opgenomen.

Staatsregeling

Naam voor de allereerste grondwet van ons land. Deze grondwet kwam tot stand in 1798 tijdens de Bataafse Republiek.

Stadhouder

Oorspronkelijk plaatsvervanger van de vorst. Tijdens de Republiek der Verenigde Nederlanden titel voor de belangrijkste legeraanvoerder namens de Gewestelijke Staten. Daarnaast had de stadhouder invloed op de samenstelling van de vroedschappen.

Standenmaatschappij

Een samenleving waarin de positie van de leden wordt bepaald door geboorte.

Stadsrecht

Het recht van de bewoners van een stad om eigen bestuur en rechtspraak te hebben. Het stadsrecht werd vaak tegen betaling verleend door de landsheer, in wiens gebied, de stad lag.

Statenvergadering

Oorspronkelijk een bijeenkomst van de vertegenwoordigers van de standen. Tijdens de Republiek der Verenigde Nederlanden de regering van een gewest.

Stelsel van evenredige vertegenwoordiging

Kiesstelsel waarbij iedere partij in het parlement vertegenwoordigd wordt door een aantal afgevaardigden dat evenredig is aan het aantal stemmen dat door deze partij bij verkiezingen in het gehele land is behaald.

Unie van Utrecht

Militair bondgenootschap uit 1579 dat ontstond toen een aantal zuidelijke gewesten de unie van Atrecht sloten en zich weer aan Spanje onderwierpen. De Unie van Utrecht legde de grondslag voor de Republiek der Verenigde Nederlanden.

Verdrag Schriftelijke overeenkomst tussen twee of meer staten.

Verenigde Naties

Een internationale organisatie tot handhaving van vrede en veiligheid. Op gericht in juni 1945 te San Francisco.

Verlichting

Europese stroming in de 18e eeuw die grote waarde toekende aan het menselijk verstand. Op veel gebieden zoals politiek, filosofie en wetenschap heeft de Verlichting invloed uitgeoefend.

Verzorgingsstaat

Samenleving waarin de overheid zorgt voor de zwakkeren in de samenleving zoals zieken, ouderen en werklozen. Dit wordt mogelijk gemaakt door een stelsel van sociale wetgeving.

Vrijheidsrechten

Beschermen de vrijheid van individuele burgers tegen de staat

Zwevende kiezer

Een kiezer die bij verkiezingen opnieuw bepaalt op welke partij hij of zij zal stemmen.