CSE Sovjet Unie 'Een systeem onder spanning' Deel 1
Hoe ontwikkelde zich het communistische systeem in de Sovjetunie onder Stalin en onder Brezjnev?
Hoe groot was de invloed van dit systeem op het dagelijkse leven van Sovjetburgers in de periodes 1928-1941 en 1964-1982?
Hoofdstuk 1Historisch kader I
Rusland vormde in 1900 het grootste landrijk in de wereld. Vanaf de grens met het Duitse Rijk in Centraal Europa tot aan de Stille Oceaan bedroeg de afstand 14.500 km .
Europa 1900
In dit rijk leefden vele volken met verschillende godsdiensten en met een eigen taal en cultuur. De Russen vormden het grootste volk, ca 43 % van de ca 124 miljoen inwoners. De meeste Russen waren belijdend lid van de Russisch-orthodoxe Kerk. Godsdienst nam in hun leven een centrale plaats in en gaf een gevoel van verbondenheid.Het multi-etnische Russische rijk werd in 1900 bestuurd door tsaar Nicolaas II, een autocraat uit overtuiging. Zijn macht rustte op drie pijlers: de Russisch-orthodoxe Kerk, een bestuursapparaat in handen van de Russische adel, en de machtsinstrumenten leger, politie en geheime dienst.
Een minderheid aan de macht
In februari 1917 trad onder dreiging van muiterij de tsaar af, de start van de Russische Revolutie.
Tussen het voorjaar en het najaar van 1917 ontstond in Rusland een revolutionair vacuüm, met een machteloze Voorlopige Regering gesteund door de Doema aan de ene kant en een veelheid aan politieke raden (sovjets) van soldaten, arbeiders en boeren aan de andere kant. De traditionele pijlers van de macht functioneerden niet meer. In dit vacuüm gedijden de bolsjewieken. Met hun beloften van brood, vrede en land wisten ze onder de sovjets steun te verwerven. In Petrograd en Moskou grepen ze in het najaar van 1917 de macht. Om de steun van de boeren te verwerven beloofde de leider van de bolsjewieken, Vladimir Iljitsj Lenin - tegen de eigen ideologische visie in - het grondbezit te verdelen.
Lenin had weinig vertrouwen in een socialistische revolutie in Rusland alleen; hij rekende er op dat de revolutie zich zou uitbreiden tot een Europese of wereldrevolutie. Deze hoop bleek ijdel.Tegen veler verwachting in overleefden de bolsjewieken de chaotische jaren 1917-21. Zij noemden zich zelf inmiddels communisten en Rusland de Sovjetunie.
De communistische partij werd het staatsvormend instrument in handen van een autoritair bewind.
De gewenste koers
De bolsjewieken werden geïnspireerd door de ideeën van Karl Marx.
Ze geloofden al vóór 1917 dat in Rusland alleen onder leiding van een centraal geleide revolutionaire elite een revolutie kon plaatsvinden.De bolsjewieken achtten na de revolutie van 1917 een voortzetting van de klassenstrijd nodig om tot het ware communisme te komen. Op weg naar deze heilstaat moest 'alsnog' een sterke industrialisatie gecombineerd met een geplande economische groei plaatsvinden. Politieke vrijheid werd niet toegestaan. Een éénpartijstaat zou het 'socialisme in één land' realiseren.In afwachting van de heilstaat waren man en vrouw alvast voor de wet gelijk. De revolutionaire staat gaf alle vrouwen onderwijs- en carrièrekansen, bood kinderopvang, gaf recht op abortus en vergemakkelijkte echtscheiding.
De Nieuwe Economische Politiek
Er rees verzet tegen het gebrek aan politieke vrijheden en de staatsdwang. Lenin koos voor een pragmatische aanpak en voerde de Nieuwe Economische Politiek (1921) in.De NEP bracht de Russische economie tot het vooroorlogse productieniveau. De Sovjetunie bleef een land van boeren, 126 miljoen tegen 26 miljoen stedelingen (cijfers van 1926). Het ontbrak de communistische bestuurders aan ervaring en aan middelen om voldoende greep te krijgen op de boerensamenleving.De discussies over de toekomst van de socialistische revolutie beheersten na de dood van Lenin in 1924 de opvolgingsstrijd. Met wisselende standpunten trad Jozef Stalin tussen 1924 en 1928 steeds meer op de voorgrond. Hij had grote invloed op de nieuwe benoemingen en creëerde zo een solide machtsbasis.
Naar een nieuwe politieke orde
2.1 Welke politieke orde stond Stalin na 1928 voor?
In de politieke orde die Stalin voor ogen stond, was de macht in handen van één partij o.l.v. een absolute leider. Een legitimatie voor deze machtsusurpatie vond Stalin in de utopie van de klassenloze industriële samenleving en in de noodzaak een machtige militaire mogendheid tegen een vijandige buitenwereld te worden. Om deze doelen te bereiken claimde de partij het recht de samenleving ingrijpend te veranderen. Een gecentraliseerde politieke macht en een commando-economie vormden de hoofdbestanddelen van Stalins nieuwe politieke orde. Vijfjarenplannen, opgesteld door het Gosplan, bepaalden zijn economische politiek. De 'communistische moraal' werd het officiële ideaal.
2.2 Welke ontwikkelingen brachten Stalin tot zijn ingrijpende hervormingen?

Sociaal economische ontwikkelingen
Binnen het gemengd economisch stelsel, de NEP, was het de taak van de boeren om de stedelingen en de soldaten van het Rode Leger te voeden. In 1927 ontstond er door tegenvallende graanoogsten en te lage industriële productie schaarste. Omdat de boeren geen industriële producten konden kopen en de vastgestelde lage graanprijs niet werd losgelaten weigerden de boeren levering. Door de stijgende voedselprijzen nam de bereidheid van de arbeiders in de fabrieken om de productie te verhogen af. De regering keerde terug naar een systeem van gedwongen graanleveranties, met als resultaat een groeiend verzet onder de boeren.
Voortschrijdend inzicht
In 1929 besloot de partijtop tot de Grote Doorbraak: een grootschalige industrialisatie en een agrarische collectivisatie 'van bovenaf' in plaats van een geleidelijke industrialisatie 'van onderop', zoals met de NEP werd beoogd. De communistische elite rechtvaardigde haar nieuwe koers met een verwijzing naar de permanente noodtoestand waarin de Russische samenleving sinds 1917 zou verkeren. Ze voelde zich gesterkt door de aanwezigheid van een gemilitariseerd machtsapparaat, het Rode Leger en de staatsveiligheidsdienst.Het verzet van de boeren tegen de staatsdwang werd gezien als het verzet van de 'klassenvijand'. Deze beeldvorming paste bij het groeiende wantrouwen tegen de dorpen en haar bewoners binnen de partij.
Vestigen van een persoonlijke macht
Stalin greep partijtwisten over de gewenste koers aan om zijn persoonlijke macht binnen de partij te verstevigen. Partijleiders die een voorzichtiger beleid ten opzicht van de boeren bepleitten, werden uiteindelijk terzijde geschoven. De massale viering van zijn vijftigste verjaardag in 1929 bevestigde Stalins centrale positie.
Buitenlandse dreiging
De 'cordon-sanitaire' politiek van westerse mogendheden versterkte bij de communistische elite de gedachten van de 'kapitalistische omsingeling' en van een onverzoenlijk conflict tussen de communistische wereld en de kapitalistische wereld. Vele Russen deelden Stalins opvatting dat de Sovjetunie vijftig jaar achter liep en dat het een nationale plicht was deze achterstand in tien jaar in te halen. De overtuiging dat het vaderland constant door het buitenland werd bedreigd, leefde na de bittere ervaringen van de Eerste Wereldoorlog en de burgeroorlog onder brede lagen van de bevolking. Stalin onderkende de kracht en de bruikbaarheid van dit nationalistische gevoel, en speelde erop in.
2.3 Hoe werd een stevige basis voor een industriële samenleving gelegd?

Het eerste vijfjarenplan (1929-1933) voorzag in een enorme groei van de industriële productie. De nadruk lag op de zware industrie, energiewinning en bewapening. In de landbouw moest door collectivisatie en efficiënt werken een agrarische overproductie tot stand komen. Een agrarisch overschot diende meerdere doelen: export van landbouwproducten om de import van investeringsgoederen te betalen en het handhaven van lage voedselprijzen en lage lonen. De mechanisatie van de landbouw moest ook een arbeidsreservoir voor de industrie opleveren.Twee vijfjarenplannen volgden. Zware industrie, energieproductie en bewapening behielden daarbij prioriteit. In korte tijd werden rijke grondstofgebieden ontsloten. Uit het niets ontstonden nieuwe industriesteden.Door een massale inzet van arbeid, kapitaal en natuur en het uitoefenen van grote druk werden in de genoemde industriële sectoren indrukwekkende resultaten bereikt. Vrouwen werden ingezet in tot dan toe typische mannenberoepen. Bij de arbeid werd zowel van mannen als van vrouwen een gelijke en een totale inzet geëist. De 'dubbele belasting' van vrouwen stond niet ter discussie.Van echte planning was lang niet altijd sprake, dikwijls ging het om een soort van crisismanagement. In de propaganda werd bewust gekozen voor een militaire terminologie. Niet het rendement en kwaliteit maar regelmatig verhoogde streefcijfers en de deadline telden. Het Gosplan in Moskou trok steeds meer macht naar zich toe.
2.4 Waarom werd Stalins nieuwe orde in economische zin geen onverdeeld succes?
De productiecijfers -hoe omstreden ook- en de verschillende prestigeobjecten in de zware industrie en energiewinning vormden een indrukwekkend bewijs van de industriële vooruitgang. In tien jaar tijd werd de grondslag voor een moderne industrie en een bijbehorende infrastructuur gelegd.Er werd te weinig aandacht besteed aan de consumptiegoederen en aan de dienstensector. Een moderne landbouw kon niet worden gerealiseerd (zie hoofdstuk 3). De belangen van de arbeiders- en boerenfamilies telden niet. Het grote tekort aan consumptiegoederen en huisvestingsmogelijkheden bepaalde in een belangrijke mate het dagelijks leven, in bijzonder dat van vrouwen.
Hoofdstuk 3 Communistische revolutie op het land
3.1 Hoe kon in de dorpen in korte tijd een communistische economie worden gevestigd?
Collectivisatie
Bij de start van het eerste vijfjarenplan werd aanvankelijk gestreefd naar een collectivisatie van 20% van de boerenhuishoudens. De collectivisatie ging echter veel sneller. In 1931 was al 52 % van de boerenhuishoudens gecollectiviseerd, in 1936 ca 90%. Van de beoogde gelijktijdige mechanisatie van de landbouw kwam weinig terecht.Onder druk van opgeschroefde rekwisities, belastingen en geweld werden boeren gedwongen toe te treden tot de kolchozen of sovchozen. Bestaande, relatief kleine sociale verschillen kregen een marxistische dimensie, een boerenklassenstrijd. Eerst worden de koelakken als vijand aangewezen, daarna volgden andere groepen kleine zelfstandige boeren. Uiteindelijk werd iedereen die zich tegen de collectivisatie verzette of leek te verzetten als 'klassenvijand bestempeld.
Terreur
De overwegend analfabete boerenbevolking werd overrompeld door lokale radicalen en door partijleden, vaak arbeiders en jongeren uit de stad.
Collectief verzet, onder andere zichtbaar in een drastische reductie van de veestapel, werd op een harde wijze bestreden. Miljoenen boeren werden gedeporteerd. Voor zover ze niet werden meegevoerd bleven vrouwen en kinderen berooid achter.

Een groot deel van de boeren werd als staatsgevangenen ingeschakeld bij de aanleg van infrastructurele voorzieningen, mijnbouw, de bouw van fabrieken en de houtkap. In de staatsgevangenkampen, bekend onder de naam Goelag, was het sterftecijfer hoog.
Hongersnood
De streefcijfers van de communistische staat waren irreëel. De boeren raakten uitgeput. Er braken grote hongersnoden uit (1932-1933). Stalin weigerde elke concessie.
Photograph taken in Soviet Ukraine, 1932-1933. In Famine in the Soviet Ukraine 1932-1933: A memorial exhibition, Widener Library, Harvard University, Harvard University Press, Cambridge, Massachusetts, 1986, p. 51.
In de Oekraïne werd bewust op een hongersnood aangestuurd om zowel het hardnekkige verzet tegen de collectivisatie als mogelijke nationalistische sentimenten te breken. Miljoenen boeren - het precieze aantal is omstreden- kwamen door honger of ziekte om het leven. Zie het daarover door mij samengestelde onderwerp Holdomor in Historische thema's 'Holdomor' Genocide door hongersnood in de OekraÏne.
3.2 Wat betekende de collectivisatie voor het dagelijks leven van de boeren?
In de greep van de staat
De boeren werkten volgens een loonstelsel uitgedrukt in arbeidsdagen. De waarde van de arbeidsdagen werd achteraf aan de hand van de productie vastgesteld. De boeren werden meestal in natura betaald; geld was in beperkte mate in omloop. Eerst moest worden geleverd aan de staat op basis van een veronderstelde 'opbrengst van het land' of aan de MTS (machine-tractorenstation) ter vergoeding van de verrichte werkzaamheden.Het bestuur was in handen van de kolchozvoorzitter die werd gecontroleerd door partijorganisaties in het district.Elke kolchoz moest 'het plan' halen. De geringe scholing van de boeren, het tekort aan zaaigoed en machines, de geringe arbeidsproductiviteit en de soms absurde politieke richtlijnen stonden vaak dit doel in de weg. Verplichte ideologische activiteiten verstoorden evenzeer de agrarische productie.
De neergang van de traditionele agrarische gemeenschap
De positie van de boeren in het 'nieuwe dorp'
De afstand tussen de boeren en de staat, inclusief de nieuwe gezagsdragers in de kolchoz, was groot. Boeren voelden zich miskend en onderdrukt. Machteloos keken ze naar de gevolgen van de landbouwpolitiek.De levensstandaard van boeren bleef zeer laag. De productie van graan en andere gewassen steeg wel na 1933; maar bleef voortdurend beneden de verwachtingen van de staat.Bij de distributie van schaarse goederen en middelen door de staat werd de kolchozbevolking feitelijk vergeten. Voor gebruiksartikelen en aanvullende levensmiddelen waren de boeren aangewezen op de steeds slechter bevoorraadde kolchozwinkel. De traditionele ambachten en de huisnijverheid in de dorpen waren tijdens de collectivisatie verdwenen. De boeren werden aan de grond gebonden door de invoering van een verplicht binnenlandse paspoort. Er heerste vaak armoede en ondervoeding.Aan het einde van de jaren dertig vormden vrouwen ca 60% van de arbeidskrachten in een kolchoz. Het bestaan van de vrouwen was zwaar: ze verbouwden gewassen en droegen in alle opzichten zorg voor het vee. Bestuurlijke en technische functies waren meestal in handen van mannen. Vrouwen waren eerder geneigd in verzet te komen tegen de willekeur van de kolchozenvoorzitter of andere bestuurders dan de mannen.
3.3 Waarom werd het platteland niet volledig hervormd?
Ondanks sterke terreur slaagde Stalin er vóór 1941 niet in deze eeuwenoude dorpscultuur volledig te breken. In tegenstelling tot arbeiders in de steden voelden vele boeren zich niet of nauwelijks verbonden met de vooruitgang van de Sovjetunie. Ze bleven, niet al te opvallend, vasthouden aan eeuwenoude waarden en gebruiken.Onder druk van grote voedseltekorten en een zwarte markt stond Stalin in 1935 toe dat kolchozenboeren kleine stukjes grond mochten bebouwen voor eigen gebruik en voor een (ruil)handel op de kolchozenmarkt. Al spoedig ontstond er buiten de staatswinkels een grijs circuit met producten van deze kleine stukjes grond. De voedselvoorziening in de Sovjetunie werd er in toenemende mate afhankelijk van. Onder Stalin en onder zijn opvolgers bleef het gebruik van dit stukje grond omstreden.
Hoofdstuk 4 Een machtige partij met een zeer machtige leider
4.1 Hoe versterkte Stalin zijn greep op de partij?
Grip op het partijapparaat
Stalin schoof het grootste deel van het oude partijkader geleidelijk aan de kant en verving het door nieuwe partijleden afkomstig uit 'proletarische bevolkingsgroepen'.Op papier was het Partijcongres het hoogste partijorgaan. Uit dit partijcongres werd een Centraal Comité gekozen, dat op zijn beurt een Politbureau koos. Het Politbureau maakte de dienst uit. Hierin zaten de hoogste partijleden, waarvan Stalin vanzelfsprekend volledige loyaliteit eiste.In een strakke hiërarchische organisatie werden krachtens het democratisch centralisme richtlijnen en bevelen van boven naar beneden doorgegeven en uitgevoerd. Partijleden dienden regelmatig verantwoording af te leggen aan hun superieuren. Interne partijcontrole en partijzuiveringen waren een terugkerend verschijnsel.
Stalins terreurapparaat
Een belangrijke rol in de interne controle werd gespeeld door de staatsveiligheidsdienst. In 1934 werd deze dienst (OGPOe) gereorganiseerd en door Stalin ondergebracht in de NKVD, het volkscommissariaat voor binnenlandse zaken. Het departement gaf de staatsveiligheidsdienst opdrachten, controleerde de politie, had een groeiende invloed in het Rode Leger, bepaalde de gang van zaken in concentratie- en werkkampen; beheerde bedrijven en een deel van het transportsysteem.
De Grote Terreur
Na 1936 kreeg de nieuwe topman van de NKVD Nikolaj Jezjov de vrije hand om af te rekenen met werkelijke en vermeende tegenstanders in de partij. De partij werd uitgedund. In de jaren dertig verdwenen miljoenen partijleden en mensen uit hun familie- of bekendenkring in de kampen, zonder duidelijke beschuldiging of veroordeling. Precieze cijfers ontbreken. Tienduizenden partijfunctionarissen werden zonder vorm van proces terechtgesteld. Door de NKVD werd een aantal hoge partijleden en topofficieren van het Rode Leger tot zelfbeschuldigingen gebracht en al of niet in propagandistisch uitgebuite showprocessen veroordeeld tot dwangarbeid of de doodstraf.Geleidelijk drong bij Stalin het besef door dat deze Grote Terreur had geleid tot excessen die de belangen van zijn partij bedreigde. Jezjov werd in 1938 zelf slachtoffer van zijn beschuldigingmachinerie; hij werd opgevolgd door Lavrenti Beria. De terreur binnen de partij nam af.
Beria en Stalin
4.2 Welke plaats en functies hadden partij en partijkader in de Stalinistische samenleving?
De kern van de samenleving
In de Stalin-constitutie van 1936 werd de Partij omschreven als 'leidende kracht' van alle maatschappelijke en staatkundige organisaties. Door een personele unie tussen functies in het apparaat van partij en staat was maximale controle gegarandeerd. In alle geledingen van de samenleving speelde het partijkader een leidende rol. In elke kolchoz, fabriek, overheidsorganisatie of andere instelling bestond een partijafdeling, steeds onder leiding van een regionale of lokale partijsecretaris die bezielend of bureaucratisch, als een 'kleine Stalin', macht kon uitoefenen.De partij schoolde en leverde het kader voor het hele politieke en economische machtsapparaat. Een snelle carrière binnen de partij was zowel aantrekkelijk als risicovol. Hoe sneller en hoger een partijlid steeg in rang, hoe meer gevaar hij liep te worden weggezuiverd.
Een selecte en bevoorrechte groep
De partij was relatief klein, 2 % van de bevolking; een lidmaatschap kwam tot stand op basis van selectie. Het aantal vrouwen binnen de partij was eveneens relatief klein, ca 15 % van alle partijleden. Vrouwelijke partijleden bekleedden vooral administratieve functies, veelal op de lagere niveaus.Partijleden vormden een bevoorrechte klasse met materiële voorrechten. Voor een gewoon partijlid kon het gaan om voorrang bij de voedselvoorziening, soms toegang tot speciale winkels en betere huisvesting. Voor de echte partijelite ging het om aanzienlijke maatschappelijke bevoorrechting voor de hele familie.
Controle
De planning en uitvoering van het beleid stelden hoge eisen aan de spankracht van de samenleving en vereisten daarom strakke controle. Partijleden joegen de bevolking op harder te werken om de cijfers van het plan te halen en waren beducht op elke vorm van verzet. Er was alleen ruimte voor specifieke kritiek op bijzondere misstanden. Het gelijk van de partij of van Stalin stond vanzelfsprekend niet ter discussie. De druk van het partijkader op de bevolking bleef onverminderd groot omdat partijkaders ook zelf werden onderworpen aan een strakke, interne controle.
Propagandistische taak
Partijleden dienden een voorbeeld te zijn voor de bevolking, conform het propagandabeeld van de heldhaftige, zichzelf opofferende strijder voor een betere samenleving. In dit beeld passen de mythen die werden geconstrueerd rond Pavlik Morozov, Angelina Praskovja en Alexei Stachanov.Uitvoerig werden de successen onder Stalins leiding bejubeld en afgezet tegen de slechte situatie van de jaren onder de tsaar of in de kapitalistische wereld. Met posters, pamfletten, liedjes en ander materiaal werd een beeld geschapen van een bedreigende buitenwereld waartegen ieder waakzaam moest zijn onder leiding van Stalin, de 'Lenin van vandaag'.
4.3 Hoe bouwde Stalin zijn zeer grote macht in de samenleving op?
Beeldvorming
In het belang van volk, partij en zich zelf wierp Stalin zich op als hoeder van een 'werelds geloof'. Het bleek een doeltreffende manier om legitimiteit te verwerven in een land dat juist aan analfabetisme en achterlijkheid werd ontrukt. Deze Stalin-cultus versterkte in de samenleving de mythe van de welwillende, alwetende en vaderlijke leider. In de partij droeg ze bij aan een schier absolute loyaliteit aan de partijleider. Vooral jonge partijleden waren gevoelig voor deze cultus.
Angst en terreur
Angst en terreur waren Stalins vertrouwde politieke wapenen. Zijn politieke denken werd gevoed door een diepe achterdocht. Hij onderscheidde slechts ondergeschikten en tegenstanders. Wie niet onvoorwaardelijk voor hem was, was tegen hem.
Angst en terreur waren Stalins vertrouwde politieke wapenen. Zijn politieke denken werd gevoed door een diepe achterdocht. Hij onderscheidde slechts ondergeschikten en tegenstanders. Wie niet onvoorwaardelijk voor hem was, was tegen hem.
4.4 Waarom stelde Stalin zich niet als de almachtige leider op de voorgron
Stalin had veel moeite met directe contacten buiten de kleine kring van mensen om hem heen. Hij genoot niet van het optreden in het openbaar. Voor zijn persoonsverheerlijking had hij dit optreden ook niet nodig. Zelfs een machtig leider als Stalin had geen greep op alles wat in de Sovjetunie geschiedde. Soms creëerde hij bewust een zekere afstand tussen de politieke koers en zijn persoonlijke opvattingen. Dit verschafte hem ruimte voor plotselinge koerswijzigingen. Hij zette veranderingen in gang (zoals de collectivisatie of de Grote Terreur), liet ze de vrije loop, maar greep persoonlijk in als de ontwikkelingen hem niet langer aanstonden.
Sovjet Poster Stalin als leider
Zie voor deel 2 CSE Sovjet Unie 'Een systeem onder spanning' Deel 2