Samenvatting Havo Feniks Hfst 10 Overzicht van de geschiedenis
Tijd van Televisie en Computer
Tweede helft 20e eeuw 1950-2000
Oriëntatie
Hoofdstuk 10: Vrijheidsdromen en mijnenvelden
Oriëntatie
Het Tijdvak
Communicatie vindt tegenwoordig supersnel plaats waardoor de wereld ook wel een global village wordt genoemd: een werelddorp. Televisie en computer spelen daarin een grote rol.
Na 1950 domineerden de Europese grootmachten het wereldtoneel niet langer. De VS en de SU bleken als sterkste landen uit de strijd te zijn gekomen en hielden elkaar in een nucleaire houdgreep. In Europa leidde de Koude Oorlog niet tot gewapende conflicten maar in Korea en Vietnam vonden bloedige oorlogen plaats waarbij miljoenen mensen opnieuw het leven verloren.
Na de Tweede Wereldoorlog moesten Frankrijk en Engeland toestemmen in de dekolonisatie van hun kolonies. Dat zelfbestuur van de koloniën verliep vaak niet zonder problemen en er was sprake van conflicten tussen westerse en antiwesterse groeperingen in de ex-koloniën.
De voormalige koloniale grootmachten bevochten voortaan niet meer elkaar maar besloten te gaan samenwerken op economisch en politiek gebied. Zo ontstond uiteindelijk de Europese Unie.
In de jaren zestig brak in veel westerse landen een lossere leefstijl door, die vooral werd vormgegeven door de naoorlogse generaties. De nadruk kwam te liggen op inspraak, individuele expressie en het zoeken naar persoonlijk geluk. De nieuwe media bevorderden deze cultuur. Tegelijkertijd werd de samenleving in veel westerse landen veelkleuriger. Er arriveerden veel immigranten uit de voormalige koloniën, en elders, op zoek naar werk en een beter leven.
De kenmerken
De tweede helft van de twintigste eeuw wordt ook wel het tijdperk van de televisie en computer genoemd, maar dat doet geen recht aan de vele andere kenmerken van dat tijdperk. Heel kenmerkend was bijvoorbeeld de verdeling van de wereld in ideologische machtsblokken gedurende de lange jaren van de Koude Oorlog. Twee antagonistische stelsels stonden tegenover elkaar: het communisme en kapitalisme. Een uitvloeisel daarvan was de permanente wapenwedloop.
Het plotseling vreedzaam neerhalen van het IJzeren Gordijn en de val van het communisme (1989-1991) werden haast door niemand voorspeld. Ook het proces van de dekolonisatie kenmerkte de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog. Nederland vocht tussen 1945 en 1949 in Indonesië zijn laatste koloniale oorlog. De dekolonisatie maakte ogenschijnlijk een eind aan de overheersing van het Westen in de wereld, maar in de praktijk bleef veel financieel-economische macht geconcentreerd in westerse handen.
De politieke en economische integratie van Europa is ook een kenmerk van dit tijdvak. Er vonden eveneens ingrijpende sociaal-culturele veranderingen plaats waardoor mensen vrijer konden leven en meer konden consumeren. Veel landen ontwikkelden zich in het Westen tot een pluriforme en multiculturele samenleving waarbij problemen ontstonden rond integratie, aanpassing en behoud van eigen identiteit.
Daarnaast speelden ook nog steeds allerlei conflicten in de wereld die door de moderne communicatiemiddelen zeer dichtbij kwamen zoals: Het conflict in het Midden Oosten en terroristische aanslagen. De vijf kenmerken van het tijdvak:
- De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.
- De dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld.
- De eenwording van Europa.
- De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen.
- De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen.
Kernbegrippen
|
|
Atoomoorlog | Gewapende strijd met inzet van nucleaire wapens. |
Blokvorming | Soort van bondgenootschap; historische voorbeelden: communistisch Oost-Europa en kapitalistisch West-Europa of Arabische Liga versus de westerse wereld. |
Dekolonisatie | Proces waarbij moederlanden afstand moesten doen van hun koloniën, ingezet na de Tweede Wereldoorlog. Afstand ging meestal met geweld gepaard. |
Hegemonie | Overwicht of heerschappij van de ene staat over de andere. |
Multiculturele samenleving | Maatschappij waarin groepen mensen wonen met een diversiteit aan achtergronden. |
Overheersing | Machtiger zijn dan iets of iemand anders, zodat de persoon of groep in kwestie naar de achtergrond wordt gedrukt. |
Pluriforme samenleving | Maatschappij die is opgebouwd uit een veelheid van groepen. |
Sociaal-culturele verandering | Wijziging in de manier waarop de samenleving is opgebouwd en de wijze waarop de mensen daarbinnen met elkaar omgaan. |
Wapenwedloop | Strijd tussen staten om zoveel mogelijk technologisch geavanceerde machtsmiddelen te bezitten. |
10.1 Gespleten wereld
Op 12 maart 1947 hield President Truman een toespraak voor het Congres. Deze toespraak zou de geschiedenis ingaan als de Truman-doctrine. De VS zouden vrije volken steunen die zich verzetten tegen onderwerping. Uit alles was op te maken dat het een stellingname betrof tegen het communisme.
Het belang van dit onderwerp
Bijna een halve eeuw lang hebben mensen in Oost en West geleefd met de angst voor een atoomoorlog. De spanning tussen de VS en de SU, de Koude Oorlog leidde ertoe dat men zich tot de tanden bewapende. In Europa kwam het niet meer tot een gewapend treffen maar wel elders in de wereld. De mensheid bleef een grote ramp bespaard. De nucleaire dreiging is echter niet helemaal verdwenen, nu nieuwe gevaren opdoemen zoals het terrorisme.
Waarom vormde de tegenstelling tussen Oost en West een bedreiging van de wereldvrede?
De Verenigde Naties
Op initiatief van F.D.Roosevelt kwam er een opvolger van de Volkenbond: De Verenigde Naties. Bijna alle andere landen sloten zich erbij aan en beloofden al hun geschillen via overleg op te lossen.
Kloof tussen Oost en West
Er waren na de Tweede Wereldoorlog twee ideologisch tegengestelde systemen ontstaan: het kapitalisme en communisme. Het Westen geloofde in de waarden van de Verlichting en de Franse en Amerikaanse revoluties. De Sovjet-Unie en zijn satellietstaten waren communistisch.
Duitsland en Berlijn werd in vier delen verdeeld. Stalin zorgde ervoor dat de satellietstaten hun politiek afstemden op Moskou. Zo sloeg hij twee vliegen in één klap:
- de kwetsbare grenzen van de Sovjet Unie werden zo beter beschermd;
- ze konden de wereldrevolutie mee helpen ontstaan.
Een en ander leidde tot de uitspraak van Chuchill in zijn beroemde rede te Fulton (VS):'Er is een ijzeren gordijn ontstaan van Stettin tot de Balkan'.
Wapenwedloop
Om het ontstane machtsevenwicht te laten voortbestaan ontstond er een wapenwedloop tussen de VS en de SU. Maar na de ontwikkeling van de waterstofbom kon men elkaar zelfs wederzijds vernietigen. Dat leidde wel tot terughoudendheid.
Marshallhulp
In 1947 kwam de VS met het hulpprogramma: het Marshallplan. Hiermee leende men aan landen geld om de economie weer op te bouwen. Dat deed men om twee redenen:
- Europa zou zo minder kwetsbaar worden voor het communisme;
- Europa werd zo een interessant afzetgebied voor Amerikaanse producten.
De Sovjet-Unie weigerde de hulp en verbood de satellietstaten er gebruik van te maken.
De VS, Canada en een aantal westerse landen richten in 1949 de NAVO op, een militair bondgenootschap van wederzijdse bijstand. Toen in 1955 de Bondsrepubliek Duitsland lid werd van de NAVO, richtte Moskou samen met de satellietstaten het Warschaupact op.
Twee Duitse staten
Door de toenemende ideologische tegenstelling werd Duitsland uiteindelijk in twee staten verdeeld. De door het Westen gesteunde Bondsrepubliek Duitsland (BRD) en de door de Sowjet-Unie gesteunde Duitse Democratische Republiek (DDR). Ook Berlijn, dat in Oost Duitsland ligt, werd in een Westers en Oosters deel ideologisch verdeeld.
Miljoenen mensen probeerden naar het Westen te vluchten. Waardoor men in 1961 besloot om in Berlijn een muur te bouwen om dat tegen te gaan. Meer dan negenhonderd mensen verloren bij hun vlucht naar het vrije Westen het leven.
Vreedzame coëxistentie en de Cuba-crisis
Elders in de wereld ontstonden gewapende conflicten tussen kapitalisme en communisme zoals in China en Korea. Na de dood van Stalin in 1953 streefden de nieuwe leiders van de SU naar vreedzame coëxistentie. De twee tegengestelde maatschappijsystemen moesten vreedzaam naast elkaar kunnen bestaan. Dit streven kwam onder druk te staan door twee crises rond Cuba.
- De invasie in de Varkensbaai, die werd gesteund door de VS, om Castro van Cuba te verdrijven. dat mislukte echter.
De rakettencrisis rond Cuba. De SU had middenlange afstandsraketten op Cuba geplaatst om zo de VS te kunnen bereiken. De VS ontdekte dat en stelde de SU een ultimatum en legde rond Cuba een blokkade van marineschepen. De wereld hield de adem in en ontsnapte aan een 3e wereldoorlog doordat de SU besloot de raketbasis te ontmantelen. De VS beloofde toen wel het regiem van Castro met rust te laten.
10.2 Aftocht der westerse machten
Inleiding
De meeste landen van Azië en Afrika zijn pas in het recente verleden onafhankelijk geworden.
Het belang van dit onderwerp
De erfenis van het kolonialisme is nog dagelijks voelbaar. Veel jongere landen hebben te kampen met armoede en met ernstige etnische tegenstellingen. Politici stellen veelal de voormalige kolonisator verantwoordelijk voor de huidige problemen. Daarnaast hebben veel inwoners van de vroegere koloniën zich gevestigd in hun oude moederland. Het probleem van de integratie speelt daarbij een grote rol.
Was er in Azië en Afrika echte onafhankelijkheid na de aftocht van de westerse landen?
Dekolonisatie: de oorzaken
In de kwarteeuw die volgde op de Tweede Wereldoorlog werden vrijwel alle Aziatische en Afrikaanse koloniën onafhankelijk. Dit wordt dekolonisatie genoemd. Het leidde tot het afnemen van de Westerse hegemonie in de wereld.
De oorzaken van de dekolonisatie liggen in de tijd van het moderne imperialisme (1870-1914).
- De grote uitgestrekte overzeese bezittingen konden alleen worden bestuurd met behulp van goed opgeleide bestuursambtenaren. Deze bestuursambtenaren kwamen zo in contact met westerse ideeën van vrijheid en gelijkheid, nationalisme en democratie. Ideeën die ze graag in praktijk wilden brengen. Het inheemse nationalisme groeide en het verlangen naar zelfbestuur werd sterker.
- De Aziatisch nationalisten werden gemotiveerd door de smadelijke nederlagen van de Britten, Fransen en de Nederlanders tegen Japan in 1940-1942, in hun ogen een verbijsterende afgang.
- Daar kwam nog bij dat de VS en de SU het na de Tweede Wereldoorlog voor het zeggen kregen. Ondanks hun tegenstellingen waren ze het eens over het feit dat het kolonialisme verwerpelijk was.
Indonesië
In Nederlands-Indië kreeg het inheems nationalisme grote aanhang. In 1927 werd de Partai Nasional Indonesia (PNI) opgericht onder voorzitterschap van Soekarno. Nederland vond het voor zelfbestuur nog veel te vroeg en sloot de leiders van de PNI in kampen op. Toen Nederlands-Indië door de Japanners werd veroverd werden de blanken opgesloten in kampen en Soekarno c.s. werden vrijgelaten.
Japan capituleerde op 15 augustus 1945. Soekarno en Hatta riepen daarop de onafhankelijkheid van Indonesië uit maar Nederland legde zich daar niet bij neer. Het zond een troepenmacht van meer dan honderdduizend soldaten naar de opstandige kolonie. Java en Sumatra kwamen onder militaire controle, maar de guerrilla-acties van de aanhangers van Soekarno gingen door.
De VS steunden Soekarno en zetten de Nederlandse regering onder druk met de dreiging de Marshallhulp stop te zetten. De Nederlandse regering erkende Indonesië met tegenzin als onafhankelijke staat met Soekarno als president. Alleen Nieuw-Guinea werd buiten de overeenkomst gelaten en zou pas in 1962 in Indonesische handen over gaan.
De onafhankelijkheid van Indonesië leidde in de jaren vijftig van de twintigste eeuw tot het noodgedwongen vertrek van zo'n tweehonderdduizend Indische Nederlanders naar Nederland. Los daarvan arriveerden er in 1951 in Nederland een grote groep Zuid-Molukkers. Zij hadden de Republik Maluku Selatan (RMS) uitgeroepen op de Zuid-Molukse eilanden. Soekarno wilde daar echter niets van weten en zo zochten ze hun heil in Nederland.
Dekolonisatie van Afrika
Achtereenvolgens werden Egypte (1922), Libië (1956), Tunesië (1956) en Marokko (1956) onafhankelijk. Algerije's onafhankelijkheid werd door Frankrijk nog tegengehouden omdat er een miljoen Franse kolonisten woonden. Er ontstond een Algerijnse oorlog die in 1962 uiteindelijk toch leidde tot de onafhankelijkheid. Na Algerije werden de Franse kolonies Senegal en Ivoorkust ook onafhankelijk.
Groot-Brittannië verleende zelfbestuur aan Ghana, Nigeria en diverse andere kolonies in Afrika.
Het kolonialisme was voorbij, maar de onafhankelijkheid bleek vaak maar schijn.
- Het Westen behield economische invloed.
- De voormalige kolonies kregen te maken met grote problemen: overbevolking, een gebrekkige infrastructuur, lage grondstofprijzen en onbekwaam bestuur.
- De erfenis van de koloniale grenzen die vaak dwars door verschillende stamgebieden liepen die toch in hetzelfde staatsgebied waren opgenomen. Hierdoor ontstonden etnische haat en stammenoorlogen ten koste van het leven aan honderdduizenden.
Het Midden-Oosten
Het Midden-Oosten was sinds de opening van het Suez-kanaal in 1869 en door de olievondsten in 1900 van groot strategisch belang voor het Westen. de Europese landen probeerden al voor de Eerste Wereldoorlog hun invloed te vergroten. De Britten en de Fransen spraken al in het Sykes-Picot verdrag af de gebieden onderling te verdelen. Na de Eerste Wereldoorlog verkreeg Frankrijk als mandaatgebied Libanon en Syrië en Groot-Brittannië: Palestina, Jordanië en Irak.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog had de Engelse minister Balfour aan de zionisten een eigen staat in Palestina beloofd, de zogenaamde Balfour Declaration. De oorspronkelijke Palestijnse bewoners zagen de Joden als indringers en er ontstond een burgeroorlog. Engeland beperkte in 1939 de Joodse immigratie. Door de holocaust trokken veel Joden die de verschrikkingen hadden overleefd richting Palestina en opnieuw ontstond er een burgeroorlog. Ten einde raad droegen de Britten het bestuur van Palestina over aan de Verenigde naties die in 1947 een verdelingsplan opstelden. De Britten vertrokken in 1948 en David Ben Goerion riep de Joods Staat uit. Sindsdien werden tussen Israël en de Arabische landen een aantal oorlogen uitgevochten.
10.3 Het Europese huis
Inleiding
De eerste stap op weg naar de Europese integratie was de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal in 1951.
Het belang van dit onderwerp
Steeds meer politieke macht is verhuisd van den Haag naar Brussel. Meer dan de helft van onze wetten komt uit Brussel. Veel mensen hebben daar weinig weet van en de opkomst bij de Europese verkiezingen is laag.
Wat zijn de vruchten van het proces van de Europese integratie?
Start van de Europese eenwording
Kort na 1945 groeide in Europa het verlangen naar integratie. De voornaamste redenen daarvoor waren
- om een verwoestende herhaling van de wereldoorlogen te voorkomen;
- de herinnering aan de crisis van de jaren dertig, waar hoge tariefmuren de handel ernstig belemmerden;
- de dreiging van het communisme
In 1951 werd de eerste stap gezet door de oprichting door Frankrijk, Duitsland, Italië en de Benelux-landen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS). In 1957 werd dat uitgebreid met het tot stand komen van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) en Euratom: een samenwerkingsverband om op vreedzame manier kernenergie toe te passen. In 1967 werden EGKS, EEG en Euratom samengevoegd tot de Europese Gemeenschappen, later Europese gemeenschap genoemd.
Het bestuur werd gevormd door de Europese Commissie, die in Brussel zetelde. De voornaamste doeleinden waren:
- realiseren van een douane-unie: dus het afschaffen van tarieven aan de grenzen;
- het ontwikkelen van een gemeenschappelijk landbouwbeleid.
Nieuwe impulsen
Sinds 1993 heet de EG: Europese Unie. In 1994 werden alle binnengrenzen binnen de Unie geopend: tarieven en douanerechten werden afgeschaft.
In 1995 telde de EU 15 lidstaten en in 2005 kwamen daar nog eens tien leden bij. Nieuwe landen willen graag lid worden. omdat de EU bevorderlijk is gebleken voor verhoging van het welvaartspeil. In het verdrag van Maastricht van 1992 werd onder meer tot invoering van de euro besloten in 2002. Ook zou er een stap worden gezet naar politieke integratie. De euro is er gekomen (nog niet in alle lidstaten) maar de politieke integratie verloopt moeizaam.
Europese grondwet.
Tegenover alle voordelenheeft Europa ook nadelen. het Europese parlement heeft relatief weinig invloed. De inwoners van de EU mogen om de vijf jaar de leden kiezen. De Ministerraad bepaalt echter het beleid. De Europese Commissie bereidt het beleid voor en voert het wel uit. Het Parlement mag wel de begroting verwerpen. Maar van een echt democratisch parlement is nog geen sprake. De discussie over een Europese grondwet en hoe die er dan uit moet zien, wordt nog steeds gevoerd.
Het Oostblok
Tot 1989 leefden de landen van het Oostblok onder de dictatuur van het communisme. Na de dood van Stalin in 1953 leek de invloed van de Sovjet-Unie aanvankelijk wat losser te worden. Toen men in Hongarije een wat onafhankelijker koers wilde gaan volgen in 1956 grepen de Sovjets met geweld in en de Hongaarse opstand liep uit op een bloedbad. Het Westen greep niet in omdat een en ander binnen de Russische invloedssfeer gebeurde. De hervormingen in Tsjecho-Slowakije, het communisme met een menselijk gezicht, ook wel de Praagse lente genoemd, werd eveneens in 1968 met geweld onderdrukt.
Val van het communisme
In 1985 wilde de nieuwe leider van de Sovjet-Unie, Michael Gorbatsjov, de economische stagnatie doorbreken, waarin Rusland verkeerde. Er moest perestrojka (herstructurering) komen van de economie: meer efficiency en meer eigen initiatief. tegelijkertijd beloofde hij glasnost, openheid van zaken te geven. Hij bepaalde dat de media voortaan vrij en onbelemmerd kritiek mochten leveren op allerlei wantoestanden. De censuur verdween daardoor praktisch geheel. Inwoners van Sovjetdeelrepublieken (zoals Estland, Letland en Litouwen) gebruikten de glasnost om luidkeels autonomie te eisen.
Ook de satellietstaten in Oost-Europa zagen nu hun kans om via de glasnost vrijheid te verkrijgen. Gorbatsjov liet de leiders van de Oost-Europese landen weten dat het leger niet meer zou helpen als de zaak uit de hand liep. Polen was het eerste land, onder regie van Solidariteit, waar de eerste vrije verkiezingen werden gehouden in 1989. De roep om vrijheid was niet meer tegen te houden. Op 9 november 1989 werd een opening gemaakt in de Berlijnse Muur. Al in 1990 werden de twee Duitslanden verenigd.
Na de val van het communisme streefden de landen in Oost-Europa naar aansluiting bij de NAVO en de EU. In 1999 werden Polen, Hongarije en Tsjechië officieel toegelaten tot de NAVO. In 2005 werden deze landen samen met Slowakije, Slovenië, Estland. Letland en Litouwen lid van de EU.
10.4 Overvloed en gisting
Inleiding
In de jaren zestig van de twintigste eeuw waren de VS verstrikt in een oorlog in Vietnam. Hierdoor werd voor het eerst getornd aan het vertrouwde beeld van Goed (het Westen) en Kwaad (het Oosten). Studenten demonstreerden tegen deze oorlog en wilden meer inspraak. Jongeren ontwikkelden een alternatieve leefstijl met softdrugs en vrije seks. Ouderen wreven zich de ogen uit: was dat nu de dank van de jeugd voor de welvaart en vrijheid waarvoor zij hadden kromgelegen.
Het belang van dit onderwerp
Welvaart en sociale zekerheid staan ion de meeste westerse landen op een hoog peil. De welvaartsgroei had echter ook schaduwzijden, zoals aantasting van de natuur en een dreigende energieschaarste. Bovendien leken de grenzen van de sociale zekerheid in zicht. Consumptiedwang en het 'opkomen voor jezelf' bepalen echter nog steeds het gedrag van velen.
Welke sociaal-culturele veranderingen hebben zich sinds de jaren zestig voorgedaan?
Welvaartsgroei
Veel mensen zochten na de Tweede Wereldoorlog hun toekomst elders en emigreerden naar de VS, Canada of Australië. Maar vrij snel na de Tweede Wereldoorlog bereikte de welvaart in Nederland en elders een peil waarvan men niet had kunnen dromen.
Voor die welvaartsgroei zijn enkele verklaringen te geven:
- De West-Europeanen werkten hard, waren goed gemotiveerd én uitstekend geschoold.
- De Europese landen beschikten over een behoorlijke infrastructuur.
- De Marshallhulp was een welkome financiële injectie en was psychologisch een stimulans.
- In 1944 was er bovendien een systeem van vaste wisselkoersen afgesproken, zodat internationaal betalingsverkeer soepeler verliep dan voor de oorlog (akkoord van Bretton Woods).
Nederland welvaart in wording
Onder de leiding van PvdA-premier Willem Drees (1948-1958) werd de basis gelegd voor de welvaart. De belangrijkste politieke partijen werkten eendrachtig samen. Soberheid en spaarzaamheid waren troef. Bedrijven hielden de lonen bewust laag, omdat de regering dat voorschreef. Daardoor konden bedrijven weer winst maken. Nederlandse producten waren zo goedkoop en de export steeg dan ook met sprongen en de industrialisatie zette onverminderd door. Dat ging gelijk op met een toenemende urbanisatie, verstedelijking, waardoor de sociale controle steeds minder werd.
Verzorgingsstaat
Vanaf het kabinet Drees werd gezorgd voor een vrijwel compleet pakket va sociale voorzieningen zoals WW, AOW en WAO. Ook het recht op Bijstand werd bij wet geregeld. de verzorgingsstaat leek een feit.
Daarbij kwam nog dat in 1959 een gasbel bij Slochteren werd ontdekt waardoor ons land aardgas kon gaan verkopen aan het buitenland, dat vele miljarden zou gaan opbrengen.
Loonexplosies
Na 1960 wilden de arbeiders de geleide loonpolitiek niet meer aanvaarden. Door middel van stakingen ging de regering overstag. De lonen werden vrijgegeven. het gevolg was dat een reeks van jaren de lonen met zo'n 10% stegen. Hierdoor werden de Nederlandse producten duurder maar de binnenlandse koopkracht steeg daardoor ook waardoor Nederlanders zich veel producten konden aanschaffen zoals wasmachines, tv's auto's.
Culturele revoluties.
In de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw veranderde de leefstijl in Nederland ingrijpend. Twee processen traden gelijktijdig op: secularisering (ontkerkelijking) en individualisering (elke burger wenste voor zichzelf uit te maken hoe hij zijn leven inrichtte). Vooral door middel van de popmuziek vond de vrijheidsdrang van jongeren een weg. In Nederland maakten Amsterdams provo's er een sport van om gezagsdragers te provoceren. Dat bleek o.a. bij het huwelijk van Beatrix. Ook radicale feministes kwamen op voor gelijke rechten voor mannen en vrouwen. Bekend werd de actiegroep Dolle Mina met de leus "Baas in eigen buik' waarmee men het recht op abortus bepleitte.
Balans van de omslag
De protestbewegingen hebben in Europa voor blijvende veranderingen gezorgd. Nieuwe politieke bewegingen en nieuwe trends in mode, muziek en leefstijl kregen meer kans. Medezeggenschap werd in praktijk gebracht, zodat de burgers over zaken konden meepraten die hun direct aangingen. Dat proces werd bevorderd door nieuwe communicatiemiddelen. denk daarbij aan computers, internetgebruik, e-mail en mobiele telefoons.
10.5 Multiculturele samenleving
Inleiding
De jaren negentig van de twintigste eeuw waren optimistisch. De Koude Oorlog was voorbij, de Berlijnse Muur was verdwenen, de rassenscheiding in Zuid-Afrika afgeschaft. De wereldeconomie trok aan o.a door de nieuwe informatietechnologie.
Het eerste decennium van de een en twintigste eeuw lijkt een ieder pessimistisch gestemd. Op 11 september 2001 werd New York en Washington getroffen door terroristische aanslagen. Later volgden steden als Madrid, Londen en Casablanca. Aanslagen die vaak gepleegd waren door moslimterroristen.
Het belang van dit onderwerp
Hoe hardnekkig zijn racistische, religieuze of etnische vooroordelen? Hoe stroef loopt de inburgering van allochtonen in westerse landen? Het ideaal van een multi-culturele samenleving lijkt in Nederland onder druk te staan. denk aan witte/ zwarte scholen, hoofddoekjes, cartoons, eerwraak enz.
Welke problemen ontstonden een ontspannen multiculturele samenleving in de weg?
Worstelen met de last van het racisme
De Verenigde Staten waren al lang voor 1900 een voorbeeld van een multiculturele en pluriforme samenleving. Toch werden de Afro-Amerikanen ook na de afschaffing van de slavernij in 1863, nog op allerlei manieren gediscrimineerd.
In de loop van de twintigste eeuw namen zie die positie niet meer voor lief. Dat kwam door drie factoren:
- Het land voerde twee maal een wereldoorlog en kwam daarbij op voor democratie.
- De VS verzetten zich elders in de wereld tegen discriminatie. De dekolonisatie in Afrika maakte de Afro-Amerikaanse minderheid in de VS ervan bewust dat er iets schortte aan haar rechten.
- De prominente rol van de televisie zorgde er vervolgens voor dat de publieke aandacht zich steeds meer richtte op de achterstelling van de Afro-Amerikanen.
Toen het Hooggerechtshof in 1954 bepaalde dat rassenscheiding op openbare scholen ongrondwettig was kwam een en ander in een stroomversnelling. Rond 1960 kwam een beweging voor burgerrechten op gang. Onder leiding van Martin Luther King vonden vreedzame demonstratie plaats die uiteindelijke leiden tot de Mars op Washington waar hij zijn historische speech hield 'I have a dream'. Een grote overwinning voor King was de Civil Rights Act van 1964. Deze wet verbood discriminatie op grond van huidskleur in alle openbare gelegenheden. King werd echter in 1968 vermoord door een blanke racist.
Het stelsel van Apartheid in Zuid-Afrika leidde in de hele wereld tot afkeurende reacties. Kleurlingen moesten in zogenaamde 'thuislanden' gaan wonen en konden alleen met een speciaal pasje zich vrij bewegen. Ze hadden ook geen kiesrecht. Verzet tegen de apartheidswetten werden bloedig neergeslagen. Het in 1912 opgerichte African Natianal Congress (ANC) werd verboden en hun leider , Nelson Mandela, ging in 1962 voor tientallen jaren achter de tralies op Robbeneiland.
In de loop der jaren werd het verzet steeds sterker. In 1985 moest de regering vanwege het vele geweld de noodtoestand uitroepen. Internationaal gold een handels- en sportboycot tegen Zuid-Afrika.
In 1990 besloot de regering om het roer om te gooien. Het ANC werd gelegaliseerd, Mandela kwam vrij en er kwam een nieuwe grondwet. Verkiezingen vonden plaats op basis van one man, one vote. Het ANC won glansrijk en Mandela werd president van het nieuwe Zuid-Afrika.
Naar een multiculturele samenleving?
Veel inwoners keken verbaasd naar de rassenproblemen in de VS en dachten dat het in Europa niet kon voorkomen. Niets was minder waar.
In Nederland waren in de jaren vijftig Molukkers en Indische Nederlanders aangekomen en rond 1975 tweehonderdduizend Surinamers. Daarbij voegden zich nog gastarbeiders uit Italië, Marokko, Turkije en nu Polen en Roemenen. Ook vonden en vinden veel mensen in Nederland een nieuw bestaan omdat ze moesten vluchten uit hun eigen moederland. Daardoor is een multiculturele samenleving ontstaan. Het aantal moslims heeft in Nederland inmiddels bijna de miljoen bereikt.
Iedere groep zoekt ernaar om uiting te geven aan de eigen identiteit binnen de Nederlandse samenleving. Dat leidt soms tot spanningen en botsing van culturen waardoor een beroep wordt gedaan op wederzijdse verdraagzaamheid binnen de Nederlandse democratie.