Woordenlijst Feniks Overzicht Geschiedenis H 6 Vwo/Havo
Absolutisme |
De koning had absolute macht en vond dat hij die macht van God gekregen had. |
Akte van Navigatie |
1651 Poging van de Engelsen de eigen koopvaardijvloot in een voordelige positie te manoeuvreren door toepassing van het protectionisme. |
Autarkie |
Zelfvoorzienend. |
|
|
Colbert |
Franse minister en de vader van het mercantilisme ook wel Colbertisme genoemd. |
Constitutionele monarchie |
De rechten van de koning werden vastgelegd in de grondwet. |
'De Jure Belli ac Pacis' |
'Over het recht van oorlog en vrede': boek van Hugo de Groot. Vormde de basis voor het moderne volkenrecht. |
'Drapeniers' |
Mensen die het gehele productieproces van de textiel beheersten. |
Factorij |
Handelsnederzetting op overzees grondgebied. |
Fluitschip |
Schip met geringe diepgang. |
Fronde, de |
Verzetsbeweging in Frankrijk tegen de toenemende belastingdruk en het absolutisme. |
Galjoot |
Schip met een geringe diepgang. |
Generaliteitslanden |
Gewesten die rechtstreeks bestuurd werden door de Staten Generaal: Zeews-Vlaanderen, Noord-Brabant en delen van Limburg. |
Gouden eeuw |
Zeventiende eeuw; Tijd van Regenten en vorsten. |
Handelskapitalisme |
Kooplieden investeerden hun kapitaal in de overzeese handel om zoveel mogelijk winst te maken. |
'Hongi-tochten' |
Tochten van VOC-ambtenaren om op de eilanden het bestuur uit te oefenen, recht te spreken en om nieuwe aanplant van kruidnagelen te vernielen. |
Mazarin |
Kardinaal, die tijdens Lodewijk XIV jeugd namens hem regent was over Frankrijk totdat deze zelf het koningschap op zich kon nemen. |
Mercantilisme |
Het streven naar een positieve handelsbalans waardoor het staatsbezit kon toenemen. |
Moedernegotie |
Handel waarmee het meeste geld werd verdiend. |
Monarchaal-dynastieke belangen |
Dat zijn belangen die te maken hebben met het koningshuis. |
Monopolie |
Alleenhandelrecht. |
Monotheïstische godsdienst |
Godsdienst waarin men één God vereert. |
Predestinatie |
De opvatting dat God alles voorbestemd had en dat er uitverkoren waren om het Rijk Gods te betreden. |
'Prinsgezinden' |
Steunden de stadhouders, de Oranjes. Deze vonden eigenlijk dat ze recht hadden op de soevereine (koninklijke) macht. |
Protectionisme |
Bescherming van de eigen markt. |
|
|
Raadspensionaris |
Secretaris van de Staten Generaal, soort minister van Buitenlandse Zaken. |
Rampjaar 1972 |
Frankrijk, Engeland, Munster en Keulen verklaarden de oorlog aan de Republiek. |
Regenten |
Kleine groep van burgers die de macht uitoefenden. |
Remonstrantie |
Een betoog waarin men opvattingen uiteenzet en steun van de overheid vraagt. |
'Staatsgezinden' |
Zij vonden dat de Gewestelijke Staten en Staten-Generaal het hoogste gezag toekwamen |
Stapelmarkt |
Plaats waar goederen worden opgeslagen en doorverkocht |
Statenbond |
Een samenwerkingsverbond van grotendeels zelfstandige gewesten. |
'Tractatis-Theologico- Politicus |
Boek van Spinoza waarin hij diepgaande kritiek uitte op de Bijbel, daarbij toonde zich een groot voorstander van de democratie. |
Vrede van Breda |
1667 Nieuw Amsterdam ging daarbij over in Engelse handen en Suriname in Nederlandse handen. |
Vroedschap |
Het stadsbestuur |