Woordenlijst SV Deel 1 H 5
Woordenlijst SV H5
Agrarische samenleving |
Een samenleving, waar de meeste mensen werken in de landbouw; deze is het belangrijkste middel van bestaan |
Amfitheater |
Ovaal theater in de open lucht waar gevechten van gladiatoren en dieren werden gehouden |
Apostelen |
De belangrijkste volgelingen van Jezus Christus, die als eerste zijn ideeën onder de mensen verbreidden |
Aquaduct |
Lange brug waarover water werd geleid (bijvoorbeeld voor de watervoorziening van een Romeinse stad) |
Bataven |
Germaans volk dat zich omstreeks 50 voor Chr. in de Betuwe vestigde als bondgenoten van de Romeinen. In 69 na Chr. kwamen de Bataven, samen met de Cananefaten, in opstand tegen de Romeinen |
Beeld |
Het woord beeld heeft meer betekenissen. Het kan een door een kunstenaar gemaakt voorwerp zijn. Maar het kan ook een verhaal zijn over iets of iemand uit het verleden |
Beeldvorming |
Het ontstaan van bepaalde beelden of voorstellingen over iets of iemand uit het verleden |
Bijbel |
Boek waarin de godsdienstige opvattingen van de Christenen zijn vastgelegd. de Bijbel bestaat uit het Oude Testament en het Nieuwe Testament samen |
Bisschop |
Hoofd van een bisdom(kerkprovincie) |
Cananefaten |
Germaans volk dat woonde aan de monding van de Rijn. De Cananefaten waren bondgenoten van de Romeinen. In 69 na Chr. kwamen de Cananefaten, samen met de Bataven, in opstand tegen de Romeinen |
Capitool |
Naam van een heuvel in Rome, bij het Forum Romanum |
Christendom |
Godsdienst van de volgelingen van Jezus Christus |
Christenen |
De volgelingen van Jezus Christus |
Colloseum |
Het grootste amfitheater in Rome. in het Colloseum werden gladiatorengevechten gehouden |
Consul |
Belangrijkste ambtenaar in de Romeinse Republiek. er waren per jaar 2 consuls. De consuls waren de aanvoerders van het leger. ze mochten wetten voorstellen en hadden het recht van veto ten opzichte van elkaar |
Evangeliën |
Vier verhalen over het leven van Jezus Christus en over wat hij predikte. ze staan in het Nieuwe Testament |
Forum |
Belangrijkste plein in een Romeinse stad. Aan het forum stonden de belangrijkste gebouwen. Kooplieden kwamen er met hun waren en allerlei bijeenkomsten vonden er plaats |
Gladiatoren |
Slaven die opgeleid waren tot vechters, om met het vechten het publiek in de amfitheaters te vermaken |
Grootgrondbezitter |
Iemand die veel grond bezit |
Hunnen |
Een nomadenvolk, afkomstig uit Midden - Azië. De Hunnen drongen het Oost en West Romeinse Rijk binnen. Lange tijd waren de Hunnen de schrik van de Europeanen. Maar in 451 trokken de Hunnen zich terug |
Imperium |
Een rijk dat bestaat uit de oorspronkelijke staat en een verzameling onderworpen staten |
Joden |
Aanhangers van het Joodse geloof; Joden met een hoofdletter: Joden die behoren tot het Joodse volk |
Jodendom |
De godsdienstige opvattingen van de Joden |
Ketter |
Christen die over belangrijke geloofszaken anders dacht dan de christelijke leiders |
Legioen |
Het Romeinse leger werd ingedeeld in legioenen. Een legioen bestond uit ongeveer 6000 soldaten |
Nieuwe Testament |
Boek waarin de leer van Jezus Christus is vastgelegd. Het Nieuwe Testament en het Oude Testament vormen samen de bijbel van de Christenen |
Nijverheid |
Alle bedrijfjes van handswerklieden bij elkaar. De handswerklieden bewerkten grondstoffen zoals zijde, wol, leer enz. |
Nobiles |
Patriciërs en rijke Plebejers die samen een nieuwe bovenlaag in de Romeinse Republiek gingen vormen |
Oude Testament |
Boek met de godsdienstige opvattingen van de joden. Het Oude Testament vormt samen met het Nieuwe Testament de bijbel van de christenen |
Palestina |
Het land waar Jezus Christus heeft geleefd en waar jodendom en christendom zijn ontstaan |
Patriciërs |
Een groep rijke families in de stad Rome die in de eerste eeuwen van de Romeinse Republiek de baas waren |
Pax Romana |
Letterlijk 'Romeinse vrede'. De lange periode van vrede in het Romeinse Rijk tussen 30 voor Chr. en 192 na Chr. |
Plebejers |
Bevolkingsgroep die in de eerste eeuwen van de Romeinse Republiek op de tweede plaats kwam, na de patriciërs |
Proletariërs |
Grote bevolkingslaag van zeer arme plebejers en vroegere boeren in Rome |
Provincie |
Deel van het Romeinse Rijk buiten Italië, onder een Romeins bestuur met een Gouverneur aan het hoofd, en met Romeinse troepen |
Pyrrhusoverwinning |
Een overwinning waarbij de verliezen zo groot zijn dat ze tot de eigen ondergang leiden (genoemd naar koning Pyrrhus van Epirus) |
Recht van Veto |
Letterlijk: 'Ik verbied'. Het recht ( de uitvoering van) een voorstel of maatregel te verbieden |
Republiek |
Een regering zonder koning of keizer |
Romaniseren |
De Romeinse cultuur overnemen |
Sage |
Een verhaal uit de (vroegste) geschiedenis van een volk, waarvan lang niet alles echt waar is gebeurd |
Senaat |
In het Romeinse rijk: raadgevende vergadering van honderden personen die de hoogste ambten hadden bekleed. de Senaat had lange tijd de meeste macht en het grootste aanzien in Rome |
Senator |
Een lid van de Senaat |
Thermen |
Badhuizen in Romeinse steden |
Tien Geboden |
Regels uit het oude Testament, waaraan de joden en christenen zich moesten houden |