Woorden en begrippen SV Deel 1 Hfst 6 5e dr Walburg pers educatief
Abdis |
Hoofd van een klooster voor vrouwen |
Abt | Hoofd van een klooster voor mannen |
Allah | Het Arabische woord voor God |
Altaar | Offertafel waar offers aan de goden werden gebracht. In katholieke kerken: een massieve 'tafel' zonder poten, waar de gesstelijken de godsdienstige handelingen verrichten |
Arabieren | De bewoners van het Arabisch schiereiland. Later werden allen in het Midden Oosten en Noord Afrika die Arabisch spraken en moslim waren, Arabieren genoemd |
Ban | Als je in de ban werd gedaan, was je geen lid meer van de Kerk. Niemand mocht met je praten, je te eten geven of je in huis nemen. Je mocht geen sacramenten meer ontvangen en na je dood kwam je in de hel |
Benedictijnen | Oudste kloosterorde, genoemd naar de stichter, Benedictus |
Bisdom | 'Kerkprovincie': De christelijke (katholieke) Kerk werd ingedeeld in afzonderlijke gebieden, te vergelijken met de provincies van een land. Die gebieden werden provincies genoemd. Aan het hoofd van een bisdom stond de bisschop |
Concilie | Vergadering van leiders, de bisschoppen van de katholieke Kerk |
Domein | Een dorp met land in de omgeving. het was eigendom van een edelman, een bisschop of een klooster |
Franken | Het belangrijkste Germaanse volk dat zich vestigde in het West - Romeinse Rijk. de Franken stichtten een eigen staat: het Frankische rijk. |
Germanen | Groep volken die in de laatste eeuwen van het West - Romeinse rijk dat rijk binnentrokken en er zich blijvend vestigden |
Gezel | Knecht van een gildenmeester |
Godsoordeel | Als een rechter in de Middeleeuwen niet kon uitmaken of iemand schuldig was, werd God om een oordeel gevraagd. Men liet dan bijvoorbeeld een verdachte een vuur- of waterproef ondergaan |
Gotische bouwstijl | Middeleeuwse bouwstijl, vooral gebruikt bij kerken. Kenmerken: spitse bogen, slanke zuilen, hoge en smalle ramen met glas - in - lood |
Guldensporenslag | Slag bij Kortrijk in 1302. In die slag versloegen de Vlamingen het ridderleger van de Franse koning. |
Hadj | Pelgrimstocht naar Mekka die iedere Moslim minstens eenmaal in zijn leven moet maken |
Heilige Land | Palestina, het land waar Jezus Christus heeft geleefd |
Heiligenlevens | In de Middeleeuwen schreven geestelijken boeken over het leven van heiligen, bijvoorbeeld St. Nicolaas. die boeken worden heiligenlevens genoemd |
Hindoeïsme | Godsdienst uit India waarbij men door een zuiver leven via reïncarnatie in een hogere kaste terecht komt |
Honderdjarige oorlog | Oorlog (1328- 1453) tussen de koningen van Frankrijk en Engeland. in die oorlog veroverde de koningen van Frankrijk de Engelse gebieden in Frankrijk |
Horige | Boer die geheel of gedeeltelijk afhankelijk was van een heer en die niet ergens anders mag gaan wonen. Hij hoort bij de grond van de heer |
Inquisitie | Zie rechtbanken van Inquisitie |
Islam | Godsdienst gesticht door Mahammed. Letterlijk 'onderwerping aan de wil van God' |
Jaarmarkt | Grote markt die ieder jaar op bepaalde dagen in een stad wordt gehouden |
Kalief | Hoofd van het Arabische rijk. Een kalief werd gezien als een opvolger van de profeet Mohammed |
Kathedraal | Grote kerk in een stad waar de bisschop woont |
Katholieke kerk | De kerk van de christenen, met de paus in Rome als hoofd |
Kerstmis | Met Kerstmis (25 december) vieren de christenen de geboorte van Christus |
Ketterij | Christenen die over belangrijke geloofszaken anders dacht dan de christelijke leiders |
Klooster | Gebouw waar monniken of nonnen wonen |
Kloosterorde | Een organisatie van een groep monniken of nonnen die in verschillende kloosters leven volgens dezelfde regels |
Koran | Het heilige boek van de islam |
Kruistochten | De militaire tochten die tussen 1096 en 1270 werden georganiseerd naar het Heilige Land. De deelnemers (kruisvaarders) bevestigden een kruis op hun kleding |
Kruisvaarderstaten | Staten die door kruisvaarders tijdens de Kruistochten werden gesticht in Palestina en aangrenzende gebieden |
Late Middeleeuwen | De Middeleeuwen (ongeveer tussen 500 - 1500) worden verdeeld in Vroege en Late Middeleeuwen. de overgang valt in de 11e eeuw |
Leenheer | De koning of de edelman, die één of meer domeinen in leen gaf |
Leenman | De edelman die één of meer domeinen leende |
Leenstelsel | Het in leen geven van gebieden in ruil voor hulp |
Leken | Gelovigen die niet tot de geestelijkheid horen |
Middeleeuwen | De periode van ongeveer 1000 jaar, die volgt na de ondergang van het West - Romeinse rijk (ongeveer 500 - 1500) |
Missionaris | Een geestelijke die naar andere volken trekt om die tot zijn godsdienst te bekeren |
Monniken | Mannen die in kloosters leven |
Moskee | Gebouw waar moslims samenkomen om Allah te aanbidden |
Moslims | Aanhangers van de Islam. Letterlijk : 'zij die zich onderwerpen aan God' |
Muntstelsel | Alle munten samen vormen het muntstelsel ( in de Middeleeuwen bijvoorbeeld de munten van een stad, van een edelman of een koning) |
Natie | Betekent hetzelfde als nationale staat |
Nationale Staat | een staat waar de burgers een gevoel van saamhorigheid hebben |
Nieuwe Tijd | De periode in de geschiedenis van West - Europa die volgt op de Middeleeuwen |
Nonnen | Vrouwen die in een klooster leven |
Noormannen | Een volk dat in de tijd van Karel de Grote in Noorwegen, Denemarken en Zweden woonde. De Noormannen worden ook Vikingen genoemd. Vanaf de 9e eeuw gingen de Noormannen plunderen of handel drijven aan de kusten van West - Europa. Zij vestigden zich in Normandië en Sicilië. |
Paasfeest | Op het Paasfeest (een zondag in het voorjaar, Pasen genoemd) vieren de christenen de opstanding uit de dood ( het weer levend worden) van Jezus Christus |
Parlement | Vergadering van vertegenwoordigers van de Engelse edelen, geestelijken en rijke burgers. de Engelse koning mocht alleen belasting heffen met toestemming van het parlement. Later kwamen er ook in andere landen parlementen |
Pasen | Zie: Paasfeest |
Paus | Het hoofd van de christenen, met als zetel Rome |
Pelgrim | Gelovige die (verre) reizen ondernam om heilige plaatsen van zijn godsdienst te bezoeken. voor christenen bijvoorbeeld de plaatsen in Palestina waar Christus heeft geleefd; voor moslims bijvoorbeeld Mekka, waar Mohammed is geboren |
Pelgrimstocht | Een tocht van een gelovige naar een heilige plaats |
Profeet | Boodschapper van God |
Ramadan | De negende maand in het islamitische jaar. in deze maand vasten moslims van zonsopgang tot zonsondergang om gehoorzaamheid aan Allah te tonen |
Rechtbanken van Inquisitie | Rechtbanken, ingesteld door de paus, om ketters op te sporen en te berechten |
Reguliere geestelijken | Monniken en nonnen. zij leven in een klooster en volgens bepaalde - vaak heel strenge - regels |
Rentmeester | Iemand die in naam van een edelman, bisschop of abt een domein bestuurt |
Ridder | Een edelman te paard, uitgerust met harnas, zwaard, schild en lans |
Romaanse bouwstijl | Middeleeuwse bouwstijl, vooral gebruikt bij kerken. Kenmerken: ronde bogen, dikke muren en zuilen, kleine ramen |
Sacramenten | Gewijde handelingen die meestal door geestelijken worden verricht. Bijvoorbeeld bij belangrijke gebeurtenissen in het leven van de mensen: geboorte, huwelijk en dood |
Seculiere geestelijken | De paus, de bisschoppen en de priesters. geestelijken die leven tussen de andere mensen, niet in afzondering |
Seldsjoeken | Een islamitisch Turks volk uit Azië. In de 11e eeuw veroverden de Seldsjoeken een groot deel van het Arabische rijk |
Sharia | Islamitische wetten afgeleid uit de koran en de soenna |
Soenna | In de Soenna zijn alle overgeleverde handelingen en uitspraken van Mohammed opgeschreven |
Stadsrechten | Rechten door de vorst aan een stad verleend ( geen verplichtingen meer behalve belasting betalen; het zelf mogen regelen van bestuur en rechtspraak) |
Sultan | Vorst van een islamitisch land of gebied |
Symbool | Zichtbaar iets wat in werkelijkheid moeilijk of niet is uit te beelden. Bijvoorbeeld een zwaard als teken van macht |
Toernooi | Spel van Middeleeuwse ridders. de ridders probeerden elkaar met hun lans uit het zadel te stoten |
Tribunaal | Een rechtbank die bijzondere rechtszaken behandelt |
Vagevuur | Volgens de katholieke Kerk gingen mensen na hun dood naar de hemel of naar de hel. Maar de meesten gingen niet direct naar de hemel. zij kwamen eerst in het vagevuur terecht om te boeten voor hun zonden. daarna konden ze naar de hemel |
Vikingen | Zie Noormannen |
Vroege Middeleeuwen | De Middeleeuwen (ongeveer 500-1500) worden verdeeld in Vroege en Late Middeleeuwen. de overgang valt in de 11e eeuw |